Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 juli 2004 betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, de 26 juin 2020

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 juli 2004 betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2016, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende :

" § 2/1. In afwijking van § 1, eerste lid, kan een erkenning van een havenarbeider die niet werd opgenomen in de pool en die reeds een eerste keer door de administratieve commissie erkend is geweest overeenkomstig de in artikel 1, § 2, bepaalde procedure (hierna aangeduid " als een volgende erkenning "), afgeleverd worden door middel van de in artikel 13/1 bedoelde applicatie, onder het toezicht van de administratieve commissie.

De havenarbeider wordt geïnformeerd over de werking van de voormelde applicatie en over de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens in het kader van de applicatie via het in artikel 1, § 2, voorziene model. "

Art. 2. In artikel 2, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2016, wordt tussen de woorden " een " en " arbeidsovereenkomst " het woord " schriftelijke " ingevoegd.

Art. 3. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1) in de inleidende zin van paragraaf 1 worden de woorden " en § 2/1 " ingevoegd tussen de woorden " 1e lid, " en het woord " gelden " ;

2) paragraaf 1, 1°, wordt aangevuld met de volgende leden, luidende :

" Deze voorwaarde wordt gestaafd door een uittreksel uit het Centraal Strafregister, model op basis van artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, dat het bewijs van goed gedrag en zeden heeft vervangen en dat maximum drie maanden oud is.

In afwijking van het vorige lid dient er bij een aanvraag voor een volgende erkenning enkel een nieuw uittreksel te worden voorgelegd, indien er op het moment van de aanvraag tot erkenning meer dan drie maanden verstreken zijn sinds de laatste dag van de geldigheid van de laatste erkenning ; "

3) paragraaf 1, 2°, wordt aangevuld met de woorden :

" , overeenkomstig de bepalingen van Boek I, Titel 4, de Codex over het welzijn op het werk " ;

4) paragraaf 1, 3°, wordt aangevuld met de volgende zin :

" het resultaat van de voormelde proeven blijft geldig gedurende een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de laatste dag van de geldigheid van de laatste erkenning " ;

5) paragraaf 1, 6°, wordt aangevuld met de volgende zin:

" het resultaat van de eindproef blijft geldig gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf de laatste dag van de geldigheid van de laatste erkenning " ;

6) paragraaf 1, 7°, wordt aangevuld met de woorden :

" of niet het voorwerp zijn geweest van een maatregel gelijkgesteld met een maatregel van intrekking van de erkenning door de administratieve commissie, zoals bedoeld in artikel 7/1, § 3, " ;

7) in paragraaf 1, 8°, wordt tussen het woord " een " en het woord " arbeidsovereenkomst " het woord " schriftelijke " ingevoegd ;

8) paragraaf 4 wordt aangevuld met de volgende leden:

" In afwijking van het eerste lid en voor de toepassing van artikel 1, § 2/1, kan de aanvraag worden ingediend door middel van de in artikel 13/1 bedoelde applicatie, die de aanvragen op geautomatiseerde wijze behandelt en, in voorkomend geval, de erkenning aflevert, onder het toezicht van de administratieve commissie.

In afwijking van het vorig lid kan, indien de (kandidaat-) havenarbeider het uitdrukkelijk vraagt, zijn volgende erkenning gebeuren volgens de in het eerste lid bepaalde procedure. "

Art. 4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende :

" § 1. Indien een einde wordt gesteld aan de arbeidsovereenkomst van een havenarbeider die niet werd opgenomen in de pool, moet de werkgever :

1) via de in artikel 13/1 bedoelde applicatie, dit gegeven onverwijld meedelen,

2) aangeven of het, in voorkomend geval, een ontslag om dringende reden betreft, zoals bedoeld in artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

§ 2. De administratieve commissie kan beslissen om, in het geval van een ontslag om dringende reden, de betrokken havenarbeider en de werkgever die hem ontslagen heeft, op te roepen om hen te horen over dit ontslag.

§ 3. De administratieve commissie volgt hierbij de procedure, zoals bepaald in hoofdstuk II, en kan oordelen dat dit ontslag wordt gelijkgesteld met een maatregel bedoeld in artikel 4, § 1, 7°. "

Art. 5. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk III/1 ingevoegd, luidende als volgt :

" HOOFDSTUK III/1 - Elektronische erkenning van havenarbeiders die niet worden opgenomen in de pool en de vaststelling van de wezenlijke elementen van de verwerkingen van persoonsgegevens

Art. 13/1. - § 1. Er wordt een elektronische applicatie genaamd "Portunus" opgericht.

§ 2. Deze applicatie wordt opgericht met het oog op de volgende doelstellingen :

  1. het snel en automatisch behandelen van aanvragen en, in voorkomend geval, afleveren van een volgende erkenning van havenarbeiders die niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT