Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, de 15 décembre 2019

Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens wordt vervangen als volgt :

"koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen en de nationale platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens".

Art. 2. De artikelen 1 tot 36 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, worden vervangen als volgt :

"HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt onder voertuig verstaan :

  1. elk voertuig dat beantwoordt aan de definities vermeld in artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de voertuigen, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

  2. elk voertuig dat beantwoordt aan de definities vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen.

Art. 2. De commerciële kentekenplaten worden in drie categorieën opgesplitst : proefrittenplaten, handelaarsplaten en beroepsplaten. Elke categorie omvat vier soorten platen : auto, moto, aanhangwagen en bromfiets.

Het "repertorium" ingesteld door artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, wordt aangevuld met een bijkomend repertorium genaamd "repertorium van de commerciële kentekenplaten" voor motorvoertuigen en aanhangwagens.

Art. 3. In afwijking van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, mogen motorvoertuigen en aanhangwagens op de openbare weg rijden onder dekking van een "proefrittenplaat", van een "handelaarsplaat", van een "beroepsplaat" of van een "nationale plaat" in zoverre aan de voorwaarden van dit besluit is voldaan.

HOOFDSTUK II. - Proefrittenplaat

Afdeling1. - Definitie

Art. 4. De proefrittenplaat kan niet voor private doeleinden worden ingezet. De proefrittenplaat wordt gebruikt op voertuigen die nog niet werden goedgekeurd om proefritten te maken met het oog op een Europese of nationale goedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden van voertuigen.

Als het voertuig verbouwingen heeft ondergaan die niet conform het goedkeuringscertificaat zijn, kan de proefrittenplaat worden aangebracht om de testritten te kunnen uitvoeren die nodig zijn voor een nieuwe goedkeuring.

De proefrittenplaat kan worden aangebracht op goedgekeurde voertuigen in de twee onderstaande gevallen :

- de testritten zijn vereist in het kader van de overeenstemming van productie.

- de testritten worden uitgevoerd door de bedrijven bedoeld in artikel 5, 4°, die de machtiging van de minister of diens gemachtigde hebben gekregen.

De proefrittenplaat wordt gebruikt op de openbare weg onder de aansprakelijkheid van de houder van de proefrittenplaat in het kader van een specifiek testprogramma.

Afdeling 2. - Categorieën waarvoor de proefrittenplaat kan worden gevraagd

Art. 5. De proefrittenplaat kan worden gebruikt door de volgende categorieën :

  1. de bevoegde constructeurs of bouwers van motorvoertuigen of aanhangwagens, alsook hun mandatarissen erkend overeenkomstig enerzijds, het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de voertuigen, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of anderzijds, het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen; Het gaat tevens om constructeurs die door de bevoegde goedkeuringsinstanties zijn erkend in het kader van de procedure voor het toezicht op de overeenstemming van de productie;

  2. de onderzoekscentra van instellingen voor hoger onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de overheid;

  3. de organisatoren van proefritten met autonome voertuigen (deels of volledig geautomatiseerd), die voorafgaandelijk van de minister bevoegd voor het inschrijven van voertuigen of van diens gemachtigde machtiging hebben gekregen;

  4. de bedrijven die testen uitvoeren op onderdelen of systemen die niet zijn opgenomen in bijlage 26 van het voornoemde koninklijk besluit van 15 maart 1968. Aangezien deze proeven niet worden uitgevoerd met het oog op de goedkeuring van voertuigen, zal het bedrijf voorafgaandelijk van de minister bevoegd voor het inschrijven van voertuigen of van diens gemachtigde machtiging moeten hebben gekregen. Deze machtiging van de minister of diens gemachtigde zal worden gegeven als de aanvrager beschikt over een verklaring op eer van de constructeur die verklaart dat deze testen bijdragen tot de technische verbetering van voertuigen die al zijn goedgekeurd.

Afdeling 3. - Voorwaarden voor de verwerving en de vernieuwing

Art. 6. Verwervingsvoorwaarden

De verwervingsvoorwaarden voor de proefrittenplaat zijn de volgende :

- de aanvraag mag worden ingediend tussen 1 januari en 31 december van elk jaar;

- de aanvrager is onder de categorie bedoeld in punt 1° van artikel 5 ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;

- de erkenning als constructeur, afgegeven door de instantie bevoegd voor de typegoedkeuring.

In afwijking van het voorgaande lid van dit artikel en van artikel 3, eerste §, tweede lid, b) en c) van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, moeten de categorieën bedoeld onder de punten 2°, 3° en 4° van artikel 5 niet voldoen aan de in dit artikel bepaalde verwervingsvoorwaarden.

Art. 7. Vernieuwing

Tussen 1 oktober en de laatste dag van de maand februari van het jaar dat volgt op het verval van de geldigheid, moet de houder van een proefrittenplaat aantonen dat hij nog steeds voldoet aan alle verwervingsvoorwaarden voor deze proefrittenplaat.

Bij de vernieuwing van elke proefrittenplaat, controleert het bestuur bevoegd voor de belasting over de toegevoegde waarde, dat hij daadwerkelijk het beroep bedoeld in punt 1° van artikel 5 uitoefent en dat bij zijn weten in de loop van de periode van twaalf maanden die voorafgaat aan de controle, het bezit of het gebruik van de inschrijving "proefrit" geen aanleiding gaf tot een overtreding van de fiscale of douanebepalingen.

Afdeling 4. - Gebruiksvoorwaarden

Art. 8. Personen die een proefrittenplaat mogen gebruiken

Het document bedoeld in bijlage 1, vermeldt de identiteit en de hoedanigheid waarin de door de houder tewerkgestelde werknemers gemachtigd zijn het voertuig onder een inschrijving "proefritten" te gebruiken.

Art. 9. Gebruiksvoorwaarden

Deze voertuigen met een proefrittenplaat worden gebruikt op de openbare weg onder de aansprakelijkheid van de houder van de proefrittenplaat in het kader van een specifiek testprogramma. In dit verband moet het document waarin het testprogramma staat beschreven zich aan boord van het voertuig bevinden, en moet het zijn opgesteld conform het model opgenomen in bijlage 1 van dit besluit.

Deze plaat kan worden aangebracht bij het overbrengen van een voertuig naar de plaats waar het voertuig aan de proeven zal worden onderworpen. De proeven kunnen stops onderweg omvatten. Voertuigen met een proefrittenplaat mogen niet worden beladen, met uitzondering van de personen en het materieel die nodig zijn voor de proeven.

Afdeling 5. - Geldigheidsduur

Art. 10. De "proefrittenplaat" heeft een geldigheidsduur van een kalenderjaar en kan worden vernieuwd als de houder nog steeds voldoet aan de verwervingsvoorwaarden bepaald in artikel 6 en aan de vernieuwingsvoorwaarden bepaald in artikel 7 van dit besluit.

HOOFDSTUK III. - Handelaarsplaat

Afdeling 1. - Definitie

Art. 11. De handelaarsplaat laat de handelaren die een activiteit in de groot- of kleinhandel in voertuigen uitoefenen, toe om de voertuigen waarvan ze eigenaar zijn, te gebruiken met het oog op de promotie en verkoop van deze voertuigen.

Afdeling 2. - Categorieën waarvoor de handelaarsplaat kan worden gevraagd

Art. 12. De handelaarsplaat kan worden aangevraagd door de handelaren die een activiteit in de groot- of kleinhandel in motorvoertuigen uitoefenen.

Afdeling 3. - Voorwaarden voor de verwerving...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT