Koninklijk besluit tot wijziging van het Koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters en van het koninklijk besluit van 23 april 2018 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis 'Het informatiebeheer' van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt, de 20 décembre 2019

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:

    "1° "wet gegevensbescherming": de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens";

  2. de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt:

    "5° "de functionaris voor gegevensbescherming": de functionaris voor gegevensbescherming bedoeld in artikel 44/11/3quinquies/1 van de wet op het politieambt;";

  3. de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt:

    "6° "de verantwoordelijke voor de verwerking": de verantwoordelijke voor de verwerking bedoeld in artikel 44/11/3bis, § 1, van de wet op het politieambt;";

  4. de bepaling onder 7° wordt vervangen als volgt:

    "7° "basisdiensten" : het orgaan en de diensten bedoeld in artikel 44/11/3ter, § 1, eerste lid van de wet op het politieambt;";

  5. in de bepalingen onder 12° en 15° worden de woorden "in artikel 6, § 1, 1° en 1° /1" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 1, 1°, 1° /1, 1° /2 en 1° /3";

  6. het artikel 1 wordt aangevuld met de bepalingen onder 16° en 17°, luidende:

    " 16° "Potentieel Gewelddadige Extremisten": de personen bedoeld in artikel 6, § 1, 1° /2;

    17° "Terrorismeveroordeelden": de personen bedoeld in artikel 6, § 1, 1° /3.".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "in artikel 6, § 1, 1°, 1° /1 en 2° " vervangen door de woorden "in artikel 6, § 1, 1°, 1° /1, 1° /2, 1° /3 en 2° ".

    Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden " de consulent voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en aan het Orgaan en het Comité bedoeld in artikel 44/6, tweede lid van de wet op het politieambt" vervangen door de woorden "de functionaris voor gegevensbescherming, het Orgaan en het Comité bedoeld in artikel 44/11/3quinquies/2 van de wet op het politieambt".

    Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1° in het eerste lid, wordt de bepaling onder het tweede streepje vervangen als volgt:

    "- valideren als "foreign terrorist fighter", "homegrown terrorist fighter", "potentieel gewelddadige extremist" of "terrorismeveroordeelde" van de in de gegevensbank Terrorist Fighters geregistreerde persoon die beantwoordt aan de in artikel 6, § 1, 1°, 1° /1, 1° /2 of 1° /3 bedoelde criteria, binnen een tijdspanne van 15 dagen";

    2° in het tweede lid, worden de woorden "als `foreign terrorist fighter of "homegrown terrorist fighter"" vervangen door de woorden " "als foreign terrorist fighters", "homegrown terrorist fighter", "potentieel gewelddadige extremist" of "terrorismeveroordeelde"".

    Art. 5. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "consulent voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" telkens vervangen door de woorden "functionaris voor gegevensbescherming" en de woorden "consulenten voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" worden vervangen door "functionarissen voor de gegevensbescherming".

    Art. 6. In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  7. in paragraaf 1 worden de bepalingen onder 1° /2 en 1° /3 ingevoegd, luidende:

    "1° /2 de identificatiegegevens met betrekking tot de natuurlijke personen die een aanknopingspunt met België hebben en die voldoen aan volgende cumulatieve criteria:

  8. ze hebben extremistische opvattingen die het gebruik van geweld of dwang als actiemethode in België legitimeren;

  9. er zijn betrouwbare aanwijzingen dat ze de intentie hebben om geweld te gebruiken, en dit in verband met de opvattingen vermeld in a);

  10. ze voldoen aan minstens een van de volgende criteria die het risico op geweldpleging verhogen:

    - ze hebben systematisch sociale contacten binnen extremistische milieus;

    - ze hebben een psychische problematiek, vastgesteld door een daartoe gekwalificeerde deskundige;

    - ze pleegden daden of stelden antecedenten die beschouwd kunnen worden als ofwel a) een misdaad of wanbedrijf die de fysieke of psychische integriteit van derden aantast of bedreigt; ofwel b) onderrichtingen of een opleiding voor de vervaardiging of het gebruik van explosieven, vuurwapens of andere wapens of schadelijke of gevaarlijke stoffen, dan wel voor andere specifieke methoden en technieken nuttig voor het plegen van terroristische misdrijven bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek, ofwel c) bewuste handelingen die als materiële steun voor een terroristische/extremistische organisatie of netwerk gelden; ofwel d) feiten die door hun aard wijzen op een verontrustend veiligheidsbewustzijn in hoofde van betrokkene.

    1° /3 de identificatiegegevens met betrekking tot de natuurlijke personen die een aanknopingspunt hebben met België en die voldoen aan de volgende twee cumulatieve criteria:

    a)

    - ze werden veroordeeld door een in kracht van gewijsde getreden vonnis of arrest voor een terroristisch misdrijf bedoeld in Boek II, Titel Iter van het Strafwetboek of ze werden in het buitenland veroordeeld door een in kracht van gewijsde getreden vonnis of arrest voor feiten die gekwalificeerd kunnen worden als terroristishe misdrijven bedoeld in Boek II, Titel Iter van het Strafwetboek of,

    - ze hebben het voorwerp uitgemaakt van een in kracht van gewijsde getreden beschermingsmaatregel door een jeugdrechtbank of een hof voor feiten gekwalificeerd als terroristische misdrijven bedoeld in Boek II, Titel Iter van het Strafwetboek of ze hebben het voorwerp uitgemaakt van zo'n maatregel of ze werden definitief veroordeeld in het buitenland voor feiten die gekwalificeerd kunnen worden als een terroristisch misdrijf bedoeld in Boek II, Titel Iter van het Strafwetboek of,

    - ze hebben het voorwerp uitgemaakt van een gerechtelijke beslissing tot internering dewelke in kracht van gewijsde is getreden voor een terroristische misdrijf bedoeld in Boek II, Titel Iter van het Strafwetboek, of ze hebben het voorwerp uitgemaakt van zo'n maatregel in het buitenland voor feiten die gekwalificeerd kunnen worden als een terroristisch misdrijf bedoeld in Boek II, Titel Iter van het Strafwetboek ;

  11. Zij kregen door het OCAD een niveau van de dreiging toegekend van " Niveau 2 of GEMIDDELD ", " Niveau 3 of ERNSTIG " of " Niveau 4 of ZEER ERNSTIG " overeenkomstig artikel 6, § 1 van het koninklijk besluit van 28 november 2006 tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging.

  12. in de bepaling onder 2° worden de woorden "de criteria bedoeld in 1° of 1° /1" vervangen door de woorden "de criteria bedoeld in 1°, 1° /1° of 1° /2";

  13. in de bepaling onder 3° worden de woorden "in 1°, 1° /1 en 2° bedoelde" vervangen door de woorden "in 1°, 1° /1, 1° /2, 1° /3 en 2° bedoelde".

    Art. 7. In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1° in paragraaf 1, derde lid worden de woorden "de criteria bedoeld in artikel 6, § 1, 1°, 1° /1 of 2° " vervangen door de woorden "de criteria bedoeld in artikel 6, § 1, 1° /1, 1° /2, 1° /3 of 2° ";

    2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De Algemene administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën beschikt over een rechtstreekse toegang tot de persoonsgegevens en informatie van de gegevensbank Terrorist Fighter in het kader van haar bevoegdheden inzake financiële sancties zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 december 2006 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme en de wet van 13 mei 2003 inzake de tenuitvoerlegging van de beperkende maatregelen die genomen worden door de Raad van de Europese Unie ten aanzien van Staten, sommige personen en entiteiten en moet ze deze voeden overeenkomstig de bepalingen van artikel 44/11/3ter, §§ 4 en 5 van de wet op het politieambt."

    3° in paragrafen 3 en 4 worden de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van het Orgaan en van het Comité bedoeld in artikel 44/6, tweede lid van de wet op het politieambt" telkens vervangen door de woorden "het Comité en van het Controleorgaan bedoeld in artikel 44/11/3quinquies/2 van de wet op het politieambt".

    Art. 8. In artikel 8, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden " aan de consulent voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en aan het Orgaan en het Comité bedoeld in artikel 44/6, tweede lid van de wet op het politieambt" vervangen door de woorden "aan de functionaris voor gegevensbescherming en aan het Orgaan en het Comité bedoeld in artikel 44/11/3quinquies/2 van de wet op het politieambt".

    Art. 9. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 6, § 1, 1°, 1° /1 en 2° " vervangen door de woorden "artikel 6, § 1, 1°, 1° /1, 1° /2, 1° /3 en 2° ".

    Art. 10. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 6, § 1, 1°, 1° /1 en 2° " vervangen door de woorden "artikel 6, § 1, 1°, 1° /1, 1° /2, 1° /3 en 2° ".

    Art. 11. In artikel 13, derde lid van hetzelfde besluit worden de woorden "criteria van artikel 6, § 1, 1° of 1° /1° " vervangen door de woorden "criteria van artikel 6, § 1, 1°, 1° /1 of 1° /2".

    Art. 12. In artikel 16, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "zoals bedoeld in artikel 4 van de wet persoonlijke levenssfeer" opgeheven.

    HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2018 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis 'Het informatiebeheer' van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt

    Art. 13. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 april 2018 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT