Koninklijk besluit tot wijziging of opheffing van diverse uitvoeringsbesluiten als gevolg van de invoering van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, de 9 décembre 2019

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen

Artikel 1. In artikel 215 van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019, worden de woorden "voor de betekening van het dwangschrift voorzien in artikel 202/5 van het Wetboek diverse rechten en taksen" vervangen door de woorden "voordat deze taks, interesten en boeten in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen".

Art. 2. In artikel 2241 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 februari 2006, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006 en 17 februari 2019, worden de woorden "voor de betekening van het dwangschrift voorzien in artikel 202/5 van het Wetboek diverse rechten en taksen" vervangen door de woorden "voordat deze taks, interesten en boeten in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen".

Art. 3. Artikel 2244 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 maart 1989 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019 wordt vervangen als volgt:

"Art. 2244. De jaarlijkse taks op de winstdeelnemingen en, in voorkomend geval, de interesten en boeten worden, voordat deze taks, interesten en boeten worden opgenomen in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen, betaald door storting of overschrijving op de financiële rekening van het kantoor dat bij artikel 2241, eerste lid, 1° en 2°, aangeduid is voor het heffen van de jaarlijkse taks op de verzekeringsovereenkomsten."

Art. 4. In artikel 225 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 30 juni 1993, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006 en 17 februari 2019, wordt de inleidende zin die begint met de woorden " De taks op het lange termijnsparen" en eindigt met de woorden "waar gevestigd zijn:" vervangen door de volgende zin:

"De taks op het lange termijnsparen en, in voorkomend geval, de interesten en boeten worden, voordat deze taks, interesten en boeten worden opgenomen in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen, betaald door storting of overschrijving op de financiële rekening van het kantoor waar gevestigd zijn: ".

Art. 5. Artikel 228 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019, wordt vervangen als volgt:

"Art. 228. De belasting voor aanplakking en, in voorkomend geval, de boeten worden, voordat deze taks en boeten worden opgenomen in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen, betaald door storting of overschrijving op de financiële rekening door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde."

Art. 6. In artikel 2407octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019, worden de woorden "voor de betekening van het dwangschrift voorzien in artikel 202/5 van het Wetboek diverse rechten en taksen" vervangen door de woorden "voordat deze taks, interesten en boeten in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen".

Art. 7. In boek II van hetzelfde besluit wordt een titel XII ingevoegd die de artikelen 2407duodecies tot 2407quaterdecies bevat, luidende:

"Titel XII - Jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen

Art. 2407duodecies. De aangifte van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen wordt overeenkomstig het model in bijlage 4 van dit besluit opgesteld op papier. Zij vermeldt:

  1. het aanslagjaar;

  2. de benaming, de statutaire zetel en in voorkomend geval, het ondernemingsnummer of een ander nummer toegekend door de Federale Overheidsdienst Financiën, van de aangevende instelling;

  3. de oprichtingsdatum van deze instelling;

  4. de totale belastbare grondslag;

  5. het bedrag van de verschuldigde taks.

    Indien de collectieve beleggingsinstelling verschillende compartimenten bevat, wordt de belastbare grondslag per compartiment gedetailleerd onderaan de aangifte.

    Wanneer het totaal van de in België netto uitstaande bedragen uitgedrukt is in een buitenlandse munt, wordt aangeduid:

    1. de omrekeningskoers in euro op datum van 31 december van het voorafgaande jaar of, in voorkomend geval, de laatste koers voorafgaand aan de eenendertigste december. De omrekeningskoers wordt, indien nodig, bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 september 1992 tot vaststelling van de nadere regels voor de omrekening in euro van bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in bepaalde munteenheden;

    2. de omrekeningswaarde van het totaal van de in België netto uitstaande bedragen in euro.

    Art. 2407terdecies. De jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen en in voorkomend geval, de interesten en de boeten, worden betaald, voordat deze taks, interesten en boeten in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen, door storting of overschrijving op de financiële rekening van de dienst aangeduid door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde.

    Op het stortings- of overschrijvingsformulier worden de benaming, het ondernemingsnummer en de statutaire zetel van de collectieve beleggingsinstelling op het tijdstip van de betaling alsmede het aanslagjaar waarvoor de betaling geschiedt, vermeld.

    Art. 2407quaterdecies. § 1. De aanvraag tot teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, interesten en boeten wordt overeenkomstig het model in bijlage 5 van dit besluit opgesteld op papier.

    § 2. De teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, interesten en boeten geschiedt aan de persoon die de taks gekweten heeft.

    De teruggave wordt aangevraagd aan de leidende ambtenaar van de dienst aangeduid door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde. Deze ambtenaar meldt de ontvangst van de aanvraag de dag waarop zij hem toekomt.

    De teruggave is ondergeschikt aan het voorleggen van de documenten die het bestaan van de oorzaak van de terugbetaling rechtvaardigen.".

    Art. 8. In boek II van hetzelfde besluit wordt een titel XIII ingevoegd die de artikelen 2407quinquiesdecies tot 2407septiesdecies bevat, luidende:

    "Titel XIII - Jaarlijkse taks op de verzekeringsondernemingen

    Art. 2407quinquiesdecies. De aangifte van de jaarlijkse taks op de verzekeringsondernemingen wordt overeenkomstig het model in bijlage 6 van dit besluit opgesteld op papier. Zij vermeldt:

  6. het aanslagjaar;

  7. de benaming, de statutaire zetel en in voorkomend geval het ondernemingsnummer of een ander nummer toegekend door de Federale Overheidsdienst Financiën, van de aangevende onderneming;

  8. de oprichtingsdatum van deze onderneming;

  9. de belastbare grondslag;

  10. het bedrag van de verschuldigde taks.

    Art. 2407sexiesdecies. De jaarlijkse taks op de verzekeringsondernemingen en in voorkomend geval, de interesten en de boeten, worden betaald, voordat deze taks, interesten en boeten in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen, door storting of overschrijving op de financiële rekening van de dienst aangeduid door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde.

    Op het stortings- of overschrijvingsformulier worden de benaming, de statutaire zetel en het ondernemingsnummer van de verzekeringsonderneming op het tijdstip van de betaling alsmede het aanslagjaar waarvoor de betaling geschiedt, vermeld.

    Art. 2407septiesdecies. § 1. De aanvraag tot teruggave van de jaarlijkse taks op de verzekeringsondernemingen, interesten en boeten wordt overeenkomstig het model in bijlage 7 van dit besluit opgesteld op papier in twee exemplaren.

    § 2. De teruggave van de jaarlijkse taks op de verzekeringsondernemingen, interesten en boeten geschiedt aan de persoon die de taks gekweten heeft.

    De teruggave wordt aangevraagd worden aan de leidende ambtenaar van de dienst aangeduid door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde. Deze ambtenaar meldt de ontvangst van de aanvraag de dag waarop zij hem toekomt.

    De teruggave is ondergeschikt aan het voorleggen van de documenten die het bestaan van de oorzaak van de terugbetaling rechtvaardigen.".

    Art. 9. Artikel 2409 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

    Art. 10. In artikel 24011 van hetzelfde besluit, wordt paragraaf 2 opgeheven.

    Art. 11. In artikel 240/12, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019, worden de woorden "voor de betekening van het dwangschrift voorzien in artikel 202/5 van het Wetboek diverse rechten en taksen" vervangen door de woorden "voordat deze taksen in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen".

    Art. 12. Artikel 240/13 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 240/13. De betaling van de diverse taksen wordt, nadat deze taksen in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek diverse rechten en taksen worden opgenomen, gedaan overeenkomstig hetgeen voorzien is in de artikelen 15 tot 17 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT