Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2008 tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de 30 septembre 2019

Artikel 1. In artikel 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 22 juli 2008 tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 juni 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in de bepaling onder 1° worden de woorden " de carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking " vervangen door de woorden " de buitenlandse carrière en de consulaire carrière " ;

  2. in de bepaling onder 2° worden de woorden " van de carrière Hoofdbestuur " vervangen door de woorden " van het Rijkspersoneel van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.

    Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende :

    " Art. 2/1. § 1. De betaling van de terugkeervergoeding wordt geschorst gedurende de periode waarin de ambtenaar geen recht op wedde heeft.

    § 2. In geval van schorsing van de betaling van deze vergoeding wordt de maximumduur van vijf jaar bedoeld in artikel 3, derde lid verlengd met een duur gelijk aan de schorsing voor zoverre de periode van de schorsing de vier jaar niet overschrijdt.

    § 3. De duur van de dienstvrijstelling toegestaan voor het verrichten van een internationale opdracht, zoals voorzien in artikel 99, tweede lid, 1°, c) van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen wordt niet in rekening gebracht bij de berekening van de totale duur van vijf jaar bedoeld in artikel 3, derde lid op de volgende voorwaarden:

  3. de internationale opdracht heeft plaats buiten het Belgisch grondgebied ;

  4. de dienstvrijstelling toegekend voor het verrichten van een internationale opdracht overschrijdt de vier jaar niet. "

    Art. 4. In hetzelfde besluit wordt artikel 3 vervangen als volgt:

    " Art. 3. De Minister van Buitenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kan, na een met redenen omkleed voorstel van het Directiecomité en na gunstig advies van de Inspectie van Financiën, de toekenning van deze vergoeding na afloop van de drie eerste jaren verlengen voor de ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° die een leidinggevende of een expertisefunctie uitoefenen die niet aan een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT