Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen, de 19 juillet 2019

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 2011, wordt aangevuld met de bepaling onder 21°, luidende:

"21° Derde land: land dat niet behoort tot de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte en waartoe bij of krachtens een handels- of associatieakkoord het vrij verkeer van goederen niet volledig werd uitgebreid.".

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. paragraaf 6 wordt vervangen als volgt:

    " § 6. Elke operator kan zijn autocontrolesysteem en de naleving van de bepalingen, vermeld in paragraaf 4, per vestigingseenheid door het Agentschap laten valideren. Indien in een inrichting meerdere vestigingseenheden hun activiteit uitoefenen binnen één erkenning of toelating dan moet het autocontrolesysteem van deze vestigingseenheden en/of de naleving van de bepalingen, vermeld in paragraaf 4, betrekking hebbend op deze vestigingseenheden gelijktijdig gevalideerd worden.";

  2. artikel 3 wordt aangevuld met de paragrafen 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 luidende:

    " § 7. De Minister kan, op vraag van bepaalde sectoren, de validatie van het autocontrolesysteem of de validatie van de naleving van de bepalingen, vermeld in paragraaf 4 opleggen voor deze sector.

    § 8. Elke operator moet, voor elke vestigingseenheid van waaruit producten geëxporteerd worden naar derde landen en voor zover hiervoor aan specifieke bijkomende voorwaarden inzake de veiligheid van de voedselketen moet voldaan worden, zijn autocontrolesysteem / de naleving van de bepalingen vermeld in paragraaf 4, laten valideren.

    Voor zover dit noodzakelijk is om aan de eisen van het derde land te voldoen moet eveneens de toeleverancier van de in de eerste alinea bedoelde operator zijn autocontrolesysteem / de naleving van de bepalingen vermeld in paragraaf 4, laten valideren.

    Het Agentschap stelt, na overleg met de vertegenwoordigers van de betrokken sector, vast voor welke land - productcombinaties aan deze specifieke bijkomende voorwaarden moet voldaan worden en publiceert deze op zijn website.

    § 9. Ingeval de validatie verplicht is volgens de bepalingen van paragrafen 7 en 8 kan een operator waarvoor de validatie verlopen, geschorst of ingetrokken is, voor zover de veiligheid van zijn producten niet in het gedrang is en hij aan de andere bepalingen van de regelgeving voldoet zijn activiteiten voor maximaal 3 maand voortzetten. Producten bestemd voor derde landen kunnen enkel geëxporteerd worden indien het respecteren van de eisen van de derde landen gegarandeerd kan worden.

    § 10. Elke operator die een validatie zoals bedoeld in paragraaf 6 of artikel 10 bekomen heeft, houdt de inspectieverslagen van het Agentschap alsook de in het kader van de validatie bekomen auditverslagen, minstens tot 1 jaar na de geldigheidsperiode van de bekomen validatie ter beschikking van het Agentschap en van de in artikel 10 bedoelde organismen.

    § 11. De validatie als bedoeld in artikel 10 wordt geschorst door het betrokken inspectie- of certificeringsorganisme die de validatie heeft uitgevoerd of door het Agentschap:

    1. indien vastgesteld wordt dat niet langer voldaan is aan de voorwaarden voor de validatie, of

    2. indien de operatoren worden onderworpen aan een versterkte controle zoals...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT