Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10, 19, 51 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit, de vrijstellingsregeling van belasting, houdende technische aanpassingen betreffende de communautaire en nationale wetgeving en tot opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het wetboek, de 28 juin 2019

HOOFDSTUK 1. - Indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2015 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het eerste lid worden de woorden "op het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde dat bevoegd is voor de plaats waar hij is gevestigd" vervangen door de woorden "bij de bevoegde dienst van de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waaronder hij ressorteert";

  2. in het vierde lid worden de woorden "belast met de belasting over de toegevoegde waarde" opgeheven.

Art. 2. In de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 april 2009, van 28 mei 2004 en van 9 december 2009, worden de woorden "op het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde" telkens vervangen door de woorden "bij de bevoegde dienst van de administratie".

Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 december 2009, worden de woorden "mededeling doen op het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "aangifte doen bij de bevoegde dienst van de administratie".

Art. 4. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

"Art. 6. § 1. De belastingplichtigen gehouden tot de indiening van de aangiften bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3 dienen die aangiften in langs elektronische weg.

De belastingplichtigen bedoeld in het eerste lid zijn vrijgesteld van de verplichting tot indiening langs elektronische weg zolang zij, en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is de bedoelde aangiften namens hen in te dienen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichting te voldoen.

De praktische toepassingsmodaliteiten van het eerste en tweede lid worden geregeld door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde.

§ 2. De aangiften bedoeld in de artikelen 4 en 5, worden gedaan op formulieren die de betrokkenen kunnen bekomen bij de bevoegde diensten van de administratie en waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde wordt vastgesteld.".

Art. 5. In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 april 2013, worden de woorden "het hoofd van het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "de bevoegde ambtenaar van de dienst van de administratie".

Art. 6. In artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2004, worden de woorden "aan het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van de administratie".

HOOFDSTUK 2. - Vrijstellingsregeling van belasting

Art. 7. Artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 19 van 29 juni 2014 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2015, wordt vervangen als volgt:

"Art. 4. § 1. De belastingplichtige die op 31 december de vrijstellingsregeling van belasting toepast, stelt vóór 31 maart van het volgend jaar, de administratie in kennis van het totaalbedrag van de omzet, gerealiseerd in de loop van het voorgaand kalenderjaar.

In het geval de economische activiteit aanvangt in de loop van het jaar, moet de belastingplichtige bovendien opgeven gedurende welk tijdvak hij die activiteit heeft uitgeoefend.

Die gegevens worden vermeld in het daartoe bestemde kader van de jaarlijkse lijst van de belastingplichtige afnemers die de belastingplichtige bij de administratie moet indienen overeenkomstig artikel 53quinquies, eerste en tweede lid, van het Wetboek.

§ 2. De belastingplichtige die, overeenkomstig artikel 53quinquies, derde lid, van het Wetboek ervan ontheven is de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers in te dienen, is eveneens ontheven van de in paragraaf 1 bedoelde verplichtingen.".

HOOFDSTUK 3. - Technische aanpassingen betreffende de communautaire wetgeving

Art. 8. In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 51 van 14 april 1993 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwervingen van accijnsprodukten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde worden de woorden "artikel 1, § 6, 4°, a en b, van het Wetboek" vervangen door de woorden "artikel 1, § 6, 4°, van het Wetboek, met uitzondering van tabaksfabricaten" en de woorden "artikel 7 van de Richtlijn 92/12/EEG" vervangen door de woorden "artikel 33 van de Richtlijn 2008/118/EG".

Art. 9. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 23 van de Richtlijn 92/12/EEG" vervangen door de woorden "artikel 12 van de Richtlijn 2008/118/EG".

Art. 10. In artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit nr. 54 van 25 februari 1996 met betrekking tot de andere regeling van entrepot dan douane-entrepot bedoeld in artikel 39quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2001, worden de woorden "artikel 4, b, van de richtlijn 92/12/EEG" vervangen door de woorden "artikel 4, lid 11, van de richtlijn 2008/118/EG".

Art. 11. In artikel 4 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1999 en hersteld bij het koninklijk besluit van 20 december 2001, worden de woorden "artikel 4, b, van de Richtlijn 92/12/EEG" vervangen door de woorden "artikel 4, lid 11, van de Richtlijn 2008/118/EG".

HOOFDSTUK 4. - Technische aanpassing betreffende de nationale wetgeving

Art. 12. In artikel 81, § 2, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, wordt de bepaling onder d), vervangen bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2011, vervangen als volgt:

"d) leveringen van goederen en diensten heeft verricht waarvoor het verlaagd btw-tarief van toepassing is overeenkomstig de rubrieken XXXI, XXXII, XXXIII, XXXVI, XXXVII, XXXVIII en XL van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven;".

HOOFDSTUK 5. - Opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoervan vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek

Art. 13. Het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2015, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 14. Artikel 4 treedt in werking op 1 januari 2020.

Art. 15. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 28 juni 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,

  1. DE CROO

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 15, § 2, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, bekrachtigd bij de wet van 22 juli 1993 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, derde lid, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en bekrachtigd bij de wet van 22 juli 1993, artikel 39quater, § 1, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 1996, bekrachtigd bij de wet van 15 oktober 1998 en gewijzigd bij de wet van 17 december 2012, artikel 53octies, § 1, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en vervangen bij de wet van 17 december 2012 en § 2, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 november 2017, artikel 53nonies, § 2, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, artikel 53duodecies, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2018, artikel 58, § 1bis, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en bekrachtigd bij de wet van 22 juli 1993 en artikel 76, § 1, derde lid, vervangen bij de wet van 26 november 2009;

    Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde;

    Gelet op het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde;

    Gelet op het koninklijk besluit nr. 19 van 29 juni 2014 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen;

    Gelet op het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT