Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, de 10 juillet 2019

Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 mei 2009 gewijzigd door de koninklijk besluiten van 27 december 2009, 18 april 2010, 22 juli 2010, 21 februari 2014 en 25 november 2016 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:

    § 1er. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 7, § 1, van de bijlage bij vorengenoemd koninklijk besluit van 14 september 1984 is vastgelegd in bijlage 2.

    Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 22, II, a), van de bijlage bij vorengenoemd koninklijk besluit van 14 september 1984, wordt vastgesteld op 40 pct. van de honoraria die zijn bepaald in de in artikel 50 van voormelde wet van 14 juli 1994 bedoelde akkoorden of van de honoraria die door de Koning zijn bepaald ter uitvoering van artikel 52 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel of van artikel 50, § 11, eerste lid van voormelde wet van 14 juli 1994; voor de rechthebbenden die genieten van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 19 van voormelde wet van 14 juli 1994, wordt dat persoonlijk aandeel evenwel vastgesteld op 20 pct. van die honoraria.

    Nochtans worden de hoegrootheden van de persoonlijke aandelen bedoeld in het tweede lid gebracht op 35 pct. en 17,5 pct. voor de verstrekkingen 558390, 558423 en 558795-558806 bedoeld in artikel 22, II, a), van de bijlage bij vorengenoemd koninklijk besluit van 14 september 1984.

  2. in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

    "De hoegrootheden van de persoonlijke aandelen bedoeld in de paragraaf 1 worden verminderd voor de rechthebbenden bedoeld in deze paragraaf, respectievelijk tot:

  3. 25 pct. en 10 pct. voor de verstrekkingen zoals vermeld in het tweede lid van paragraaf 1;

  4. 21,8 pct. en 8,6 pct. voor de verstrekkingen 558390, 558423 en 558795-558806, zoals vermeld in het derde lid van paragraaf 1."

  5. in paragraaf 4 wordt het eerste lid opgeheven

    Art. 2. In artikel 7octies, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit ingevoegd door het koninklijk besluit van 12 september 2001 en gewijzigd bij de koninklijk besluiten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT