Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, de 17 mai 2019

Artikel 1. Artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds van de grondstoffen en de producten, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 december 2017, wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Iedere persoon van wie de aanvraag tot goedkeuring of verlenging van goedkeuring van een werkzame stof of tot toelating voor een biocide, wordt toegewezen aan België in het kader van de uittreding van een lidstaat uit de Europese Unie, moet een retributie betalen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, rekening houdend met de toestand van de vooruitgang van het dossier en proportioneel met het nog uit te voeren werk."

Art. 2. In artikel 7/1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2014, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:

" § 1. Alle betalingen vermeld in artikel 6 en artikel 7 voldoen aan de volgende modaliteiten:

  1. De bedragen worden in euro betaald en de betalingskosten voor buitenlandse bedrijven zijn ten laste van die bedrijven;

  2. Retributies bedoeld in artikel 6, § 2, eerste lid, die meer bedragen dan 50.000€ worden opgesplitst in drie schijven waarbij elke schijf één derde bedraagt van de totale retributie.

    De eerste schijf wordt betaald binnen dertig dagen nadat de bevoegde overheid de aanvrager in kennis heeft gesteld van de verschuldigde retributie overeenkomstig artikel 7, lid 3, of artikel 14, lid 2, van Verordening 528/2012 of artikel 4, lid 4, van Verordening 1062/2014.

    De tweede schijf wordt betaald uiterlijk twaalf maanden nadat de aanvraag voor goedkeuring of voor verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof werd ingediend bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen overeenkomstig artikel 7, lid 1, of artikel 13, lid 1, van Verordening 528/2012 of artikel 3, lid 2 van Verordening 1062/2014.

    De derde schijf wordt betaald uiterlijk twintig maanden nadat de aanvraag voor goedkeuring of voor verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof werd ingediend bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen overeenkomstig artikel 7, lid 1, of artikel 13, lid 1, van Verordening 528/2012 of artikel 3, lid 2, van Verordening 1062/2014.

    De laatste schijf dient betaald te worden alvorens de bevoegde overheid aan de aanvrager het beoordelingsrapport betreffende de werkzame stof overmaakt overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening 528/2012 of artikel 6, lid 4, van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT