Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de planning van het medisch aanbod, de 5 mai 2019

Artikel 1. In artikel 3/1 van het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de planning van het medisch aanbod, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

"a) paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 2°, luidende :

  1. 860 voor het jaar 2025. Dit aantal wordt, in uitvoering van artikel 92/1, § 2, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, verhoogd met 69;

    1. paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 2°, luidende :

  2. 585 voor het jaar 2025. Dit aantal wordt, in uitvoering van artikel 92/1, § 1, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, verminderd met 80."

    Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

    Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 5 mei 2019.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

    M. DE BLOCK

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 92, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 22 maart 2018 en artikel 92/1, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2018;

    Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de planning van het medisch aanbod;

    Gelet op het advies 2019-1 van de Planningscommissie - medisch aanbod, gegeven op 1 februari 2019;

    Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 februari 2019;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 april 2019;

    Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

    Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de studenten en de universiteiten zo snel mogelijk op de hoogte moeten zijn van de quota;

    Dat dit de rechtszekerheid ten goede komt van zowel de studenten als van de universiteiten gelet op hun deelname aan het toelatingsexamen en de organisatie ervan voor de start van volgend academiejaar;

    Dat het bovendien nodig is om de globale quota vast te stellen opdat de Gemeenschappen hun respectieve subquota kunnen bepalen;

    Dat bijgevolg onderhavig besluit zo snel mogelijk moet worden gepubliceerd;

    Gelet op advies 66.028/2 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    Dit koninklijk besluit heeft tot doel het maximaal aantal geattesteerde kandidaten te bepalen dat toegang heeft tot een opleiding leidend tot één van de beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde voor het jaar 2025.

    Het vastleggen van de quota heeft tot doel de stabiliteit en kwaliteit van de medische workforce op middellange termijn te garanderen.

    Overeenkomstig artikel 92, § 1, 1°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, vervangen bij de wet van 22 maart 2018, wordt het globale aantal kandidaten vastgelegd per gemeenschap.

    Er wordt dus geen globaal aantal voor België meer opgenomen in het besluit.

    De in dit besluit vastgestelde quota voor het jaar 2025 zijn gebaseerd op het advies 2019-1 van de Planningscommissie-Medisch aanbod dat op 1 februari 2019 werd uitgebracht, met inachtneming van de verdeelsleutel bepaald door het Rekenhof.

    De Planningscommissie adviseert voor het jaar 2025 een globaal quotum van 1445 voor België. Het Rekenhof heeft de verdeelsleutel tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap vastgesteld op respectievelijk 59,51 procent en 40,49 procent.

    Dit leidt ertoe dat de maximale quota voor artsen voor 2025 vastgesteld worden op :

    - 860 voor de Vlaamse Gemeenschap;

    - 585 voor de Franse Gemeenschap.

    De quota in dit besluit moeten in samenhang gelezen worden met het artikel 92/1, § 1, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2018.

    Bijgevolg moet het vastgestelde overschot aan arts-kandidaten ten bedrage van 1531 voor de Franse Gemeenschap jaarlijks afgebouwd worden. Dit overschot wordt in mindering gebracht van de quota en dit tot het overschot is weggewerkt. Het aantal dat jaarlijks in mindering wordt gebracht is gelijk aan het verschil tussen het toekomstige quotum voor een bepaald jaar en een vast aantal van 505. Deze negatieve lissage wordt voor het eerst toegepast op de quota van 2024 en dit tot het overschot is weggewerkt.

    Voor het jaar 2025 worden de quota ten bedrage van 585 dus verminderd met 80. De facto bedraagt het maximaal aantal geattesteerde arts-kandidaten voor 2025 in de Franse Gemeenschap 505.

    Het overtal zoals vastgesteld door de Planningscommissie wordt dus ook verminderd met 80.

    Het resterend weg te werken overschot bedraagt nog 1370 in de Franse Gemeenschap.

    Op basis van artikel 92/1, § 2, van voormelde wet worden in dit besluit de nadere regels bepaald voor het corrigeren van de toekomstige quota rekening houdend met het tekort dat op basis van het advies 2017/03 van de Planningscommissie is vastgesteld.

    Bijgevolg wordt het tekort aan arts-kandidaten ten bedrage van 1040 in de Vlaamse Gemeenschap aangezuiverd door de quota van 2025 te verhogen met 8%. De facto bedraagt het maximaal aantal geattesteerde arts-kandidaten voor 2025 in de Vlaamse Gemeenschap dus 929.

    Teneinde transparant te zijn, worden de adviezen 2017-3 en 2019-1 van de Planningscommissie, alsook het advies van de Raad van State, als bijlage van dit besluit gepubliceerd.

    Ik heb de eer te zijn,

    Sire,

    Van Uwe Majesteit,

    de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

    De Minister van Volksgezondheid,

    M. DE BLOCK

    Raad van State

    afdeling Wetgeving - Advies 66.028/2 van 25 april 2019 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de planning van het medisch aanbod'

    Op 17 april 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie verzocht binnen een termijn van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT