Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen, de 2 mai 2019
Artikel 1. Artikel I.1-4 van de codex over het welzijn op het werk wordt aangevuld met de bepaling onder 29°, luidende :
"29° Werklokaal : een lokaal waarin zich een werkpost bevindt."
Art. 2. Artikel III.1-34 van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt :
" § 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers in de werklokalen over een goede binnenluchtkwaliteit beschikken.
§ 2. Daartoe voert de werkgever overeenkomstig artikel I.2-6 een risicoanalyse uit van de binnenluchtkwaliteit in de werklokalen, waarbij hij rekening houdt met het debiet van de aangevoerde lucht en de mogelijke bronnen van verontreiniging, bijvoorbeeld :
-
de aanwezigheid en de fysieke activiteit van personen;
-
de in de werklokalen aanwezige producten en materialen, zoals bouwmaterialen, vloerbekleding en aankleding, meubilair, planten en dieren, technische uitrusting, aanwezige toestellen, werktuigen en machines;
-
onderhoud, herstel en reiniging van de arbeidsplaatsen;
-
kwaliteit van de aangevoerde lucht als gevolg van infiltratie en ventilatie, verontreiniging en werking van het ventilatie-, luchtbehandelings- en verwarmingssysteem.
De risicoanalyse wordt uitgevoerd door middel van visuele inspecties, controle van installaties en documenten, en met medewerking van de werknemers. Indien nodig worden metingen en/of berekeningen uitgevoerd.
§ 3. De werkgever neemt de nodige technische en/of organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen gewoonlijk lager is dan 900 ppm of dat een minimum ventilatiedebiet van 40 m3/u per aanwezige persoon wordt gerespecteerd.
In afwijking van het eerste lid, neemt de werkgever de nodige technische en/of organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen gewoonlijk lager is dan 1200 ppm of dat er een minimum ventilatiedebiet van 25 m3/u per aanwezige persoon wordt gerespecteerd, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden vervuld zijn :
-
de werkgever kan op basis van de resultaten van de risicoanalyse aantonen dat de werknemers een gelijkwaardig of beter beschermingsniveau genieten wat de binnenluchtkwaliteit betreft, doordat de verontreinigingsbronnen bedoeld in § 2, 2° tot 4° werden uitgeschakeld of aanzienlijk werden verminderd, bijvoorbeeld door het gebruik van emissiearme materialen;
-
de werkgever heeft hierover voorafgaand het advies gevraagd van de bevoegde preventieadviseur en van het comité.
De CO2-concentratie in de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI