Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 2019 tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vacatures, voor de indiening van de kandidaturen en voor de voordracht van de leden en de criteria voor de kandidaatstelling voor de leden van de Federale bemiddelingscommissie en van de commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling, de 13 avril 2019

Artikel 1. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 17 januari 2019 tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vacatures, voor de indiening van de kandidaturen en voor de voordracht van de leden en de criteria voor de kandidaatstelling voor de leden van de Federale bemiddelingscommissie en van de commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Voor de eerste oproep tot kandidaten volgend op de inwerkingtreding van dit besluit worden de kandidaturen, in afwachting van de samenstelling van het bureau, aan de Federale bemiddelingscommissie gericht."

Art. 2. In artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "overeenkomstig artikel 1727/2, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek" opgeheven .

Art. 3. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:

"In afwijking van het eerste lid wordt de met redenen omklede voordracht waarmee gevolg gegeven wordt aan de eerste oproep tot kandidaten binnen een maand die volgt op de samenstelling van het bureau per aangetekende zending aan de minister van Justitie gericht."

Art. 4. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

"Voor de eerste oproep tot kandidaten volgend op de inwerkingtreding van dit besluit worden de kandidaturen aan de Federale bemiddelingscommissie gericht, die ze aan de algemene vergadering bezorgt zodra die is samengesteld."

Art. 5. Artikel 11, enig lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin:

"Kandidaten die ook leden zijn van de Federale bemiddelingscommissie die zijn aangewezen volgens de nadere regels bepaald in de wet van 21 februari 2005 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling moeten voldoen aan artikel 239, tweede lid van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing."

Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 januari...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT