Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het geldelijk statuut van de militairen, de 18 janvier 2019
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 1952 tot bepaling van de functies van het ministerie van Landsverdediging waaraan vrije inwoning is verbonden
Artikel 1. In artikel 1, van het koninklijk besluit van 31 juli 1952 tot bepaling van de functies van het ministerie van landsverdediging waaraan vrije inwoning is verbonden, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de bepalingen onder 1°, 5°, 6°, 7°, 8° en 10° worden opgeheven;
-
in de bepaling onder 2°, worden de woorden "en zij niet worden gebezigd in de ministeries of in de instellingen van openbaar nut bij toepassing van het koninklijk besluit Nr 26 van 29 juni 1967 betreffende de mobiliteit der leden van de krijgsmacht" opgeheven;
-
in de bepaling onder 3°, worden de woorden "en van de Rijkswacht" opgeheven.
Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 januari 1956 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 december 2013, wordt opgeheven.
Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de woorden "en burgerlijke personeelsleden" worden opgeheven;
-
de woorden "alsmede de burgerlijke personeelsleden vermeld in artikel 1, 8°, " worden opgeheven.
Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de woorden ", 1° " opgeheven.
Art. 5. In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de woorden "en burgerlijke personeelsleden" opgeheven.
Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijkbesluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland
Art. 6. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 april 1974, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
-
de woorden "met uitzondering van:" worden opgeheven;
-
de bepaling onder 2° wordt opgeheven.
Art. 7. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2016, worden de woorden "gewapende Machten" vervangen door het woord "Krijgsmacht".
Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de Krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard
Art. 8. In de tabel 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de Krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 februari 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de woorden "BEF 636" worden vervangen door de woorden "15,77 EUR";
-
de woorden "BEF 158" worden vervangen door de woorden "3,92 EUR".
Afdeling 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen
Art. 9. In artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 november 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
-
de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
"1° de forfaitaire terugbetaling...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI