Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, de 20 février 2019
Artikel 1. - In artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
-
in de bepaling onder 6° worden de woorden "de aanvraag wordt gedaan" vervangen door de woorden "de aanvraag wordt goedgekeurd";
-
de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt :
"8° In afwijking van 6° kunnen verschillende paritaire comités en subcomités gezamenlijk een aanvraag indienen. Deze aanvraag wordt ingediend bij de directeur-generaal van de Algemene Directie Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg door de voorzitter van één van de betrokken paritaire comités of subcomités.
De aanvraag bevat een duidelijke oplijsting van de betrokken paritaire comités of subcomités en moet door elk van deze worden goedgekeurd.
De voorwaarden uit artikel 2 zijn van toepassing op alle paritaire comités of subcomités die samen de aanvraag hebben ingediend.";
-
een bepaling onder 9° wordt ingevoegd, luidende :
"9° Ingeval zowel een paritair comité als één of meerdere onderliggende paritaire subcomités een afzonderlijke aanvraag bezorgen of ingeval meerdere paritaire subcomités van eenzelfde paritair subcomité een afzonderlijke aanvraag bezorgen, wordt er bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de aanvraag enkel rekening gehouden met de afzonderlijke aanvraag van het desbetreffend paritair comité of subcomité.".
Art. 2. - Artikel 4 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
"Art. 4. § 1. - Indien de som (S) van de gevraagde bijkomende financiële middelen (FM) van alle projecten die overeenkomstig artikel 2 werden ingediend en voldoen aan de voorwaarden van dit artikel, groter is dan het bedrag (T) in artikel 7, wordt het totaal van de gevraagde bijkomende financiële middelen van deze projecten, verminderd zodat S gelijk wordt aan T.
Voor elk paritair comité of subcomité dat een project heeft ingediend, wordt daartoe een verdeelsleutel K bepaald die gelijk is aan het gemiddeld aantal arbeidskrachten tewerkgesteld door de werkgevers van het betrokken paritair comité of subcomité, berekend op basis van de aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in de twee jaren voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag voor de bijkomende financiële middelen wordt ingediend.
De factor TK is gelijk aan het totaal van de verdeelsleutels K van alle paritaire comités en subcomités die een ontvankelijk project hebben ingediend.
§ 2. Voor elk paritair comité of subcomité dat een project heeft ingediend, wordt een minimaal bedrag (MB) van 150.000 euro toegekend. Indien dit minimaal bedrag hoger zou zijn dan de gevraagde bijkomende financiële middelen (FM), wordt dit bedrag beperkt tot de gevraagde middelen.
Het te verdelen saldo (VS) is gelijk aan het bedrag (T) verminderd met het totaal aan minimale bedragen (MB) verdeeld over de verschillende paritaire comités en subcomités.
§ 3. Per paritair comité of subcomité worden de toegekende middelen (TM) vastgelegd als het resultaat van de berekening
TM = MB + VS x K/TK
Indien TM groter is dan FM voor het project van het betrokken paritair comité of subcomité, dan wordt TM beperkt tot het bedrag FM.
§ 4. Indien de som van alle toegekende middelen (TM) zoals berekend in paragraaf 3 kleiner is dan het bedrag T, dan wordt het saldo (R), zijnde het verschil tussen beide, toegewezen aan de projecten voor volgend bedrag:
R x K/TK
Enkel de paritaire comités en subcomités waarbij het bedrag TM kleiner is dan het bedrag FM komen in aanmerking voor de toewijzing van een gedeelte van het saldo R. Voor de bepaling van de factor TK wordt enkel rekening gehouden met de factor K van deze paritaire comités of subcomités.
Het saldo (R) wordt toegevoegd aan de toegekende middelen (TM). Indien ten gevolge van deze toewijzing TM groter is dan FM voor het project van het betrokken paritair comité of subcomité, dan wordt TM beperkt tot het bedrag FM.
§ 5. Indien na toepassing van paragraaf 4 de som van alle toegekende middelen (TM) nog steeds kleiner is dan het bedrag T dan wordt de berekening van paragraaf 4 herhaald.
Ingeval na toepassing van het eerste lid, de som van alle toegekende middelen (TM) nog steeds kleiner is dan het bedrag T, dan wordt het saldo tussen beide toegekend aan het project van het paritair comité of subcomité waarbij het verschil tussen de toegekende middelen (TM) en gevraagde financiële middelen (FM) het grootst is.
Indien ten gevolge van de toewijzing in het tweede lid, TM groter is dan FM voor het project van het betrokken paritair comité of subcomité, dan wordt TM beperkt tot het bedrag FM.
§ 6. Voor de toepassing van dit artikel worden alle ontvankelijke projecten voor dezelfde periode van eenzelfde paritair comité of subcomité als één enkel project beschouwd.
Indien een project gezamenlijk wordt ingediend door meerdere...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI