Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen voor wat betreft de fysische controle en betreffende Bel V, de 6 décembre 2018

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2013/59/Euratom van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen

Art. 2. In artikel 2,3° van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen worden de volgende definities toegevoegd:

- "Bel V: de stichting die werd opgericht bij notariële akte van 7 september 2007, bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2007, of haar rechtsopvolger, die te beschouwen is als een entiteit bedoeld in artikel 14ter van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;

- Reglementering betreffende de ioniserende stralingen: de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, alsook de koninklijke en ministeriële besluiten en de besluiten van het Agentschap ter uitvoering van deze wet, met uitzondering van deze die betrekking hebben op de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties;

- Gevaarlijke goederen van de klasse 7: de stoffen met inbegrip van oplossingen en mengsels, door een afzender volgens de internationale reglementeringen voor het vervoer van gevaarlijke goederen ingedeeld als radioactieve stof (klasse 7) of ingedeeld in een andere gevarenklasse waarbij de klasse 7 als nevenrisico wordt aangeduid en waaraan een UN-nummer is toegekend;

- Oplevering (van de installaties of de handelingen): controle van de overeenstemming met de bepalingen van de reglementering betreffende de ioniserende stralingen, met de bepalingen van de oprichtings- en exploitatievergunning van de inrichting en, in voorkomend geval, met het veiligheidsverslag;

- Agent voor de stralingsbescherming: een persoon die technisch bekwaam is op het gebied van stralingsbescherming voor een bepaalde soort handelingen of installaties om toezicht te houden op de toepassing van de maatregelen voor stralingsbescherming of om deze maatregelen ten uitvoer te leggen;

- Interventionele radiologie: elke invasieve procedure, chirurgische ingrepen inbegrepen (open procedures, endoscopische procedures, al dan niet percutane endovasculaire procedures) in het kader van diagnose en/of therapie, die gericht worden via beeldvorming met ioniserende stralen, van om het even welk orgaan of lichaamsdeel;"

Art. 3. In de artikelen 2 en 20.2.3, vierde lid van hetzelfde besluit worden de woorden "deskundige bevoegd in de fysische controle" telkens vervangen door "deskundige erkend in de fysische controle" en de woorden "deskundigen bevoegd in de fysische controle" door "deskundigen erkend in de fysische controle".

Art. 4. In artikel 3.1, eerste lid, worden de woorden ", ook tijdens hun buitenbedrijfstelling," ingevoegd tussen "worden" en "in één van de volgende klassen ingedeeld".

Art. 5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3.3 ingevoegd, luidende:

"Art. 3.3.

De inrichtingen van klasse II:

a) vermeld in artikel 3.1.b), punt 1.;

b) waar één of meer deeltjesversnellers ondergebracht zijn die voornamelijk worden gebruikt voor onderzoek of de productie van radionucliden of voor hadrontherapie, alsook de inrichtingen waar deze versnellers worden geproduceerd en/of getest;

c) waar toestellen ondergebracht zijn die röntgenstralen van meer dan 1 MeV voortbrengen en die gebruikt worden voor industriële sterilisatie of polymerisatie;

d) waar bestralingsinstallaties ondergebracht zijn die gebruik maken van een bron met een activiteit van 100 TBq of meer, met uitzondering van de bestralingsinstallaties voor geneeskundige of diergeneeskundige behandeling en met uitzondering van bronnen die in alle omstandigheden (exploitatie, onderhoud, ontwerpongevallen) in hun afscherming blijven;

e) die radioactieve stoffen produceren of bronnen fabriceren, met uitzondering van Kr-85, en waarvan de totale maandelijkse geproduceerde activiteit de vrijstellingsniveaus vastgelegd in bijlage IA met een factor 500.000 overschrijdt, rekening houdend met de toepassingscriteria beschreven in diezelfde bijlage, onder meer in het geval van een mengsel van radionucliden;

worden "inrichtingen van klasse IIA" genoemd.

Deze inrichtingen maken integraal deel uit van klasse II. De reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op klasse II zijn van toepassing op klasse IIA, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald.

Het Agentschap kan, via een in het Belgisch staatsblad gemotiveerde beslissing, bepaalde specifieke types van installaties vermeld in de punten a) tot e) uitsluiten van de klasse IIA op basis van een risicoanalyse."

Art. 6. In artikel 5.1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het eerste lid van artikel 5.1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "De inrichtingen van klasse I, II en III moeten over een oprichtings- en exploitatievergunning beschikken die is afgeleverd door de hierna bepaalde overheid. De vergunning wordt verleend aan de exploitant. ";

  2. in het tweede lid worden na de woorden "- de verantwoordelijkheden" de woorden "van de exploitant en/of het ondernemingshoofd" ingevoegd;

  3. de opsomming in het tweede lid wordt aangevuld met het volgende punt:

    "- de organisatie van de fysische controle.".

    Art. 7. Artikel 5.5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

    "5.5. Vervanging van hoofd van de inrichting en vervanging van hoofd van de dienst voor fysische controle

    Elke wijziging betreffende de aanstelling van het hoofd van de inrichting en het hoofd van de dienst voor fysische controle dient onverwijld, via een bij de post aangetekend schrijven, ter kennis van het Agentschap te worden gebracht.

    Art. 8. In het tweede lid van artikel 5.7.1 van hetzelfde besluit worden de woorden "de controle van het Agentschap of van de door haar aangewezen erkende instelling" vervangen door de woorden "het toezicht van de dienst voor fysische controle".

    Art. 9. In het eerste lid van artikel 5.7.3 van hetzelfde besluit worden de woorden "door het Agentschap of door de aangewezen erkende instelling" vervangen door de woorden "door de deskundige erkend in de fysische controle".

    Art. 10. In artikel 6.2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. De eerste zin wordt vervangen door wat volgt:

    "De vergunningsaanvraag wordt in tien exemplaren of in afdrukbare elektronisch vorm gericht aan het Agentschap, nadat ze werd onderzocht en goedgekeurd door een deskundige erkend in de fysische controle van klasse I die een werknemer is van de toekomstige exploitant. Deze omvat : "

  5. punt 2 van de opsomming wordt vervangen door wat volgt:

    "2. De aard en het voorwerp van de inrichting, de aard en de kenmerken van de uitgezonden straling, de kenmerken van de aangewende toestellen, de fysische toestand, de hoeveelheid, de activiteit van de radioactieve stoffen, de bestemming van de toestellen of van de stoffen, de plaats waar de toestellen of stoffen worden gefabriceerd, voortgebracht, in bezit gehouden of aangewend worden, de stralingsbeschermings- of veiligheidsmaatregelen die voorzien worden, zowel wat de toestellen en de stoffen betreft als de lokalen waar ze zich bevinden, de organisatie van de fysische controle van de inrichting en de aanduiding van de erkende arbeidsgeneesheer belast met het gezondheidstoezicht op de werknemers, en in het algemeen alle maatregelen en middelen die zijn voorgesteld om de naleving van de in hoofdstuk III vastgestelde basisnormen te waarborgen, in het bijzonder deze die betrekking hebben op het optimaliseringsprincipe vermeld in artikel 20.1.1.1, punt b);"

    Art. 11. In artikel 6.3.1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. Het opschrift van artikel 6.3.1 wordt vervangen als volgt:

    "Veiligheidsevaluatie van het Agentschap, advies van NIRAS en voorafgaand voorlopig advies van de Wetenschappelijke Raad"

  7. Vóór het 1e lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

    "Het Agentschap voert een veiligheidsevaluatie uit van het aanvraagdossier."

  8. Het 4e lid, dat het 5e lid is geworden, is vervangen als volgt:

    "Na ontvangst van het gemotiveerde advies van NIRAS, of na het verstrijken van de voorziene termijn en op basis van de veiligheidsevaluatie, onderzoekt het Agentschap de aanvraag en stelt een verslag op voor de Wetenschappelijke Raad.

    Het Agentschap maakt het vergunningsdossier, vergezeld met haar verslag en desgevallend met het gemotiveerde advies van NIRAS en de veiligheidsevaluatie, over aan de Wetenschappelijke Raad."

    Art. 12. Artikel 6.9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    "6.9. Bevestigingsbesluit van de oprichtings- en exploitatievergunning van inrichtingen van klasse I

    De krachtens artikel 6.7 verleende vergunning houdt voor de exploitant het recht in om, op eigen verantwoordelijkheid, het bouwen en inrichten van de installaties aan te vatten overeenkomstig de bepalingen van de verleende vergunning.

    Vóór de volledige of gedeeltelijke inbedrijfstelling van een inrichting van klasse I en alvorens het in de installatie radioactieve binnenbrengen van de stoffen die het voorwerp uitmaken van de vergunning, voert het Agentschap een veiligheidsevaluatie uit van de oplevering die plaatsgevonden heeft volgens de bepalingen van artikel 23.1.5, b), punt 4.

    Op basis van de veiligheidsevaluatie stelt het Agentschap een opleveringsverslag op.

    Indien het Agentschap geen volledig gunstig opleveringsverslag kan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT