Koninklijk besluit tot verlenging van de toekenningstermijn en de maximumduur van de in aanmerking komende kredieten voor een staatswaarborg voor bepaalde kredieten aan KMO's in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus, en daarmee verbonden maatregelen, de 24 décembre 2020

Artikel 1. In dit besluit moet onder "de wet van 20 juli 2020" worden verstaan, de wet van 20 juli 2020 tot verstrekking van een staatswaarborg voor bepaalde kredieten aan KMO's in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen.

Art. 2. De in artikel 4, § 1, van de wet van 20 juli 2020 vastgestelde termijn waarbinnen kredieten worden verleend die in aanmerking komen voor de staatswaarborg die bij diezelfde wet wordt geregeld, wordt verlengd tot 30 juni 2021.

Art. 3. De in artikel 4, § 1, van de wet van 20 juli 2020 vastgestelde maximale toegestane looptijd van kredieten die in aanmerking komen voor de staatswaarborg die bij diezelfde wet wordt geregeld, wordt opgetrokken tot 5 jaar.

Art. 4. De in artikel 9, § 1, van de wet van 20 juli 2020 bedoelde maximaal gewaarborgde interesten worden voor de kredieten met een looptijd van meer dan 36 maanden begrensd op:

  1. 2,5 % interest op jaarbasis, rekening houdend met de daadwerkelijk opgenomen hoofdsommen, vermeerderd met

  2. een door de kredietgever aan de kredietnemer geïmputeerde vergoeding van ten hoogste 100 basispunten, berekend op de hoofdsom, ongeacht of deze daadwerkelijk wordt opgenomen, berekend op jaarbasis.

    De interesten bedoeld in het eerste lid boven 250 basispunten op jaarbasis worden slechts gewaarborgd voor zover het gewaarborgd verlies op het krediet, zoals berekend overeenkomstig artikel 11 van de wet van 20 juli 2020, niet hoger is dan 90% van de hoofdsom van het krediet.

    Art. 5. Overeenkomstig artikel 22, eerste lid, van de wet van 20 juli 2020 bedraagt het vergoedingskrediet 50 basispunten op jaarbasis van de maximaal beschikbare hoofdsom van elk gewaarborgd krediet wanneer deze een looptijd heeft van niet meer dan 36 maanden. Wanneer het krediet deze looptijd overschrijdt, bedraagt het vergoedingstarief 100 basispunten.

    Art. 6. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

    Het geldt voor de kredieten die zijn toegekend vanaf 1 januari 2021.

    Art. 7. De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Ciergnon, 24 december 2020.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding,

    V. VAN PETEGHEM

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet van 20 juli 2020 tot verstrekking van een staatswaarborg voor bepaalde kredieten aan KMO's in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, artikel 4, § 5, artikel 9, § 2, en artikel 22, tweede lid;

    Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

    Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën gegeven op 24 november 2020;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting gegeven op 1 december 2020;

    Gelet op de spoedeisendheid;

    Overwegende dat het verlengen van de staatswaarborg bij het voorliggende besluit belangrijk en dringend is om de negatieve effecten van het coronavirus op de economie te bestrijden; dat een groot aantal KMO's, ten gevolge van de verspreiding en de strijd tegen het coronavirus, plots opnieuw genoodzaakt worden hun activiteiten op te schorten of hun activiteiten aanzienlijk te verminderen en bijgevolg met liquiditeitsproblemen kampen;

    Overwegende dat het voorliggende besluit onontbeerlijk is om de stabiliteit van de Belgische economie te vrijwaren; dat het ertoe strekt om onmiddellijk de KMO's tijdens deze periode van crisis te ondersteunen; dat elke vertraging bij het aannemen en bij de bekendmaking van dit besluit de doeltreffendheid ervan, alsook de doelstelling zou aantasten;

    Overwegende dat, overeenkomstig de wil van de wetgever die ten grondslag ligt aan de wet van 20 juli 2020 tot verstrekking van een staatswaarborg voor bepaalde kredieten aan KMO's in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, de Koning op een zo kort mogelijke termijn gebruik moet kunnen maken van de daarin vervatte machtigingen die hem werden verleend; de in dit besluit bedoelde verlenging van de toekenningstermijn en de verlenging van de maximum toegestane looptijd (alsook de daarmee verbonden maatregelen) zo snel mogelijk moet kunnen worden aangenomen;

    Overwegende dat het er inderdaad op aankomt de kredietinstellingen als bedoeld in de voornoemde wet van 20 juli 2020, zo snel mogelijk toe te laten om langere kredieten te waarborgen, en zo snel mogelijk zekerheid te geven dat de toekenningstermijn voor gewaarborgde kredieten wordt verlengd na 31 december 2020; dat onzekerheid over beide punten de kredietverstrekking op dit ogenblik bemoeilijkt en het beoogde effect van de maatregel riskeert teniet te doen;

    Overwegende dat het bijgevolg, rekening houdend met de spoedeisendheid, het noodzakelijk is dat de Raad van State binnen een termijn van 5 dagen verstrekt;

    Gelet op het advies 68.485/2 van de Raad van State, gegeven op 17 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Overwegende dat artikel 4, § 1 van de wet van 20 juli 2020 bepaalt: "Gewaarborgde kredieten zijn kredieten met een looptijd van meer dan 12 maanden en ten hoogste 36 maanden verleend door een kredietgever aan een kredietnemer tussen de datum van inwerkingtreding van deze wet en 31 december 2020, voor zover zij door de kredietgever op het ogenblik dat ze worden verleend specifiek worden geïdentificeerd. De hiervoor bedoelde identificatie van een krediet kan door de kredietgever niet worden beëindigd of ongedaan gemaakt";

    Overwegende dat artikel 4, § 5 van deze wet de Koning de bevoegdheid geeft om de termijn te verlengen waarbinnen de gewaarborgde kredieten kunnen worden toegekend alsmede de maximaal toegestane looptijd van die kredieten verlengen bij een in de Ministerraad overlegd besluit "indien dit gelet op de ernst dan wel de duur van de coronavirus-crisis noodzakelijk is";

    Overwegende dat het gepast is de machtiging te gebruiken om de garantie te verlengen tot 30 juni 2021, aangezien een dergelijke verlenging "gelet op de ernst dan wel de duur van de coronavirus-crisis noodzakelijk is";

    Overwegende dat, op grond van de wet van 20 juli 2020, een staatswaarborg wordt toegekend voor de in die wet bepaalde kredieten die tot 31 december 2020 worden verleend; dat de einddatum van 31 december 2020 ten tijde van de goedkeuring van de wet van 20 juli 2020 gerechtvaardigd was, aangezien toen werd vermoed dat het ergste van de coronaviruscrisis voorbij zou zijn; dat een aanzienlijk aantal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT