Koninklijk besluit tot vaststelling van de presentiegelden die kunnen worden toegekend aan rechters in ondernemingszaken, de 1 septembre 2022

Artikel 1. De rechter in ondernemingszaken wordt op grond van artikel 356 van het Gerechtelijk Wetboek, een presentiegeld toegekend van 40,75 EUR per begonnen schijf van drie uren dat een terechtzitting duurt.

Met een terechtzitting wordt in dit besluit de zitting bedoeld die door de rechter geopend en gesloten wordt, ongeacht het aantal zaken die tijdens deze zitting behandeld worden.

Art. 2. Met een terechtzitting bedoeld in artikel 1 worden volgende prestaties gelijkgesteld:

  1. buitengewone zitting, getuigenverhoor, plaatsbezoek (buiten faillissement): één presentiegeld per prestatie;

  2. faillissement: één presentiegeld bij opening, één presentiegeld bij sluiting indien effectieve afstapping en/of vereffeningsvergadering;

  3. procedure in het kader van het Wetboek van economisch recht, Boek XX, titel II: één presentiegeld per zitting. Een onderzoekzitting of een hoorzitting door de rechter-verslaggever worden gelijkgesteld met één zitting;

  4. onderzoek met inbegrip van het onderzoek dat de gedelegeerde rechter voert voor zijn verslagen in het kader van een gerechtelijke reorganisatie bedoeld in het Wetboek van economisch recht, Boek XX, titel V: één presentiegeld per rapport van de gedelegeerde rechter al dan niet aanwezig op de zitting waar zijn rapport wordt voorgelegd;

  5. vereffening: één presentiegeld per drie uur effectief gepresteerde uren. Deze uren kunnen worden samengevoegd tot de drie uren zijn bereikt;

  6. deelname aan een algemene vergadering, aan een samenkomst van een werkgroep of andere prestaties, vooraf schriftelijk gevalideerd door de voorzitter van de ondernemingsrechtbank: één presentiegeld. Enkel de opleidingen bedoeld in artikel 204, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, worden vergoed.

    Indien de gedelegeerde rechter in het kader van de procedure van de gerechtelijke reorganisatie overeenkomstig het Wetboek van economisch recht, Boek XX, titel V, een onderzoek doet, dat gelet op de complexiteit van het dossier minstens zes uren duurt, wordt dit gelijkgesteld aan twee terechtzittingen. De voorzitter van de rechtbank beslist over de toe te kennen presentiegelden op basis van rechtvaardigingstukken hem bezorgd door de gedelegeerde rechter. Deze motiveert de complexiteit ervan, aan de hand van onder meer de omzet, het aantal personeelsleden, de bedrijfstak en de boekhoudkundige staat van het vermogen van de schuldenaar.

    Art. 3. Met uitzondering van de prestaties bedoeld in artikel 2, eerste lid, kan aan de rechter in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT