Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria voor toekenning van een subsidie in het kader van het Klimaat-, Transitie- en Relancefonds voor de aanleg van een waterstoftransportnetwerk, de 20 juillet 2022

Artikel 1. Aard van de subsidie

Een subsidie van maximaal 95 miljoen euro op het Klimaat-, transitie- en relancefonds, zoals bedoeld in artikel 91 van de programmawet van 20 december 2020, wordt toegekend voor de aanleg van een waterstoftransportnetwerk dat beantwoordt aan de criteria van de artikelen 2 en 3.

In ieder geval wordt de subsidie bedoeld in het eerste lid, die krachtens artikel 4 wordt toegekend, slechts toegekend onder de opschortende voorwaarde van de ontvangst door de Belgische Staat van de beslissing van de Europese Commissie volgens dewelke de steunmaatregelen bedoeld in dit besluit geen onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Art. 2. Toekenningsvoorwaarden met betrekking tot het project

Om aanspraak te maken op de subsidie bedoeld in artikel 1, beantwoordt een project aan de volgende criteria:

  1. het voorgestelde waterstoftransportnetwerk bestrijkt het nationale grondgebied, hetgeen projectrealisaties inhoudt in ten minste twee gewesten;

  2. het voorgestelde waterstoftransportnetwerk biedt toegang en tarieven aan aan derden op open en niet-discriminerende basis, en de uitbating ervan wordt op niet-discriminerende basis verzekerd;

  3. het project beantwoordt aan de voorwaarden van de Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en aan fiche I-1.14 van het Plan voor Herstel en Veerkracht voor België, met andere woorden:

    1. het project benadeelt niet in belangrijke mate de milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van de Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van de Verordening (EU) 2019/2088, en omvat een gunstige evaluatie " Do no significant Harm ";

    2. het project bevat een realistische planning teneinde de volledige realisatie en indienststelling voor 1 augustus 2026 mogelijk te maken;

    3. het project beoogt de indienststelling en uitbating van in totaal ten minste 150 km aan waterstoftransportleidingen;

  4. het voorgestelde waterstoftransportnetwerk is ontworpen rekening houdend met de toekomstige vraag, zowel in termen van volume als van geografische omvang;

  5. het voorgestelde waterstoftransportnetwerk is ontworpen rekening houdend met de opportuniteiten die geboden worden door toekomstige invoerterminals en de koppelingen met de waterstoftransportnetwerken van de buurlanden;

  6. het project doet, wanneer dat technisch haalbaar en economisch relevant is, zijn voordeel met de herbestemming van bestaande leidingen die bestemd zijn om buiten dienst te worden gesteld;

  7. het project bevat een businessplan. In het businessplan dient te worden bepaald dat het bedrag van de subsidie niet kan worden aangewend om het investeringsrendement van de door de projectopsteller toegezegde middelen te verhogen en, bij regulering van waterstoftransport per pijpleiding, niet wordt opgenomen in de waarde van de activa die wordt gebruikt voor de berekening van de gereglementeerde vergoeding;

  8. de gevraagde subsidie mag niet meer bedragen dan vijftig procent van de totale kostprijs van het project.

    Art. 3. Toekenningsvoorwaarden met betrekking tot de projectbeheerder

    Om aanspraak te maken op de subsidie bedoeld in artikel 1, beantwoordt de projectbeheerder aan de volgende criteria:

  9. de projectbeheerder getuigt van voldoende ervaring om een leidingnetwerk voor gasachtige producten te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te baten;

  10. de projectbeheerder toont aan dat hij over de technische, operationele, organisatorische en economische capaciteiten beschikt om het in artikel 2 bedoelde project te implementeren met respect voor de voorgestelde planning;

  11. de projectbeheerder voldoet aan de toelaatbaarheidscriteria die door de Europese Commissie bepaald zijn op het vlak van financieringen.

    Art. 4. Selectie van het project

    § 1. De Koning kan een subsidie toekennen voor de realisatie van het project dat geselecteerd werd om mogelijk deel te nemen aan het belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang ten gevolge van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT