Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme, de 28 avril 2021

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. § 1. De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna te noemen "de wet van 29 april 1999", zijn van toepassing op dit besluit.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "werkingsregels" : de regels bedoeld in artikel 7undecies, § 12, van de wet van 29 april 1999;

  2. "Verordening (EU) 2019/943" : Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en van de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne elektriciteitsmarkt;

  3. "eenheid in de capaciteitsmarkt" : een capaciteit ("individuele eenheid") of meerdere gegroepeerde capaciteiten ("geaggregeerde eenheid"), gebruikt om de opeenvolgende fasen van het capaciteitsvergoedingsmechanisme ("CRM") te doorlopen, meer bepaald de prekwalificatiefase en vervolgens een transactie en dit met het doel om de dienst te leveren;

  4. "eenheid in de capaciteitsmarkt met energiebeperking(en)" : een eenheid in de capaciteitsmarkt met een dagelijkse limiet van uren waarin ze energie kan leveren of haar vraag kan beperken;

  5. "dienst" : de rechten en verplichtingen van een capaciteitsleverancier met betrekking tot de capaciteitslevering, zoals vastgelegd in de werkingsregels en in het capaciteitscontract;

  6. "dienstverleningsniveau" : het dienstverleningsniveau per kalenderjaar van een eenheid in de capaciteitsmarkt met (een) energiebeperking(en), zoals bepaald in het capaciteitscontract;

  7. "capaciteitscontract" : het tussen de capaciteitsleverancier en de netbeheerder ondertekende contract in overeenstemming met artikel 7undecies, § 11 van de wet van 29 april 1999;

  8. "capaciteit" : het aan een leveringspunt verbonden vermogen;

  9. "gecontracteerde capaciteit" : de capaciteit van een eenheid in de capaciteitsmarkt die het voorwerp is geweest van een transactie op de primaire of de secundaire markt (zoals gedefinieerd in de werkingsregels);

  10. "transactie" : een akkoord over de contractuele rechten en verplichtingen die uit de dienst voortvloeien, afgesloten tussen een capaciteitsleverancier en de netbeheerder op de primaire of secundaire markt (zoals gedefinieerd in de werkingsregels) op basis van een capaciteitscontract, op een transactiedatum, geïdentificeerd door een transactienummer, gekoppeld aan de gecontracteerde capaciteit, en dat een transactieperiode bestrijkt (zoals gedefinieerd in de werkingsregels);

  11. "nominaal referentievermogen" : het maximale vermogen van een capaciteit dat in het capaciteitsvergoedingsmechanisme kan worden aangeboden. Het nominaal referentievermogen van een geaggregeerde eenheid komt overeen met de som van de nominale referentievermogens van elke capaciteit die er deel van uitmaakt;

  12. "aggregatie" : een functie uitgevoerd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die meerdere belastingen van elektriciteitsconsumptie of -productie van verschillende afnemers met het oog op de verkoop, aankoop of de veiling op een elektriciteitsmarkt combineert;

  13. "gesimuleerde tekortsituatie" : een situatie, gebaseerd op een simulatie, waarin de lading niet kan worden gedekt of waarbij de lading niet zou kunnen worden gedekt in geval van een bijkomende lading van 1MW, door het geheel van de productiemiddelen ter beschikking van het Belgische elektriciteitsnet, rekening houdend met de invoermogelijkheden en de energie beschikbaar op de markt;

  14. "maximumprijs" : de maximale hoogte van een bod die samenvalt met de maximale vergoeding die voor een bod kan worden verkregen;

  15. "dagelijks programma" : het productieprogramma van een eenheid in de capaciteitsmarkt (in MW), gegeven op kwartierbasis, opgelegd door deel (a) van artikel II.4 § 1 van de voorwaarden voor de programma-agent, uitgewerkt door de netbeheerder in overeenstemming met de artikelen 46, 49 en 52 van Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen, en artikel 246 tot 252 en artikel 377 van het federaal technisch reglement, en verstrekt aan de netbeheerder in day-ahead en geactualiseerd in overeenstemming met de regels uit de voorwaarden;

  16. "piekuren" : de uren van 08.00 u. (CET) tot 20.00 u. (CET) van elke dag, met uitzondering van de weekends en de Belgische feestdagen;

  17. "eenvormige day-aheadkoppeling" : de eenvormige day-aheadkoppeling zoals gedefinieerd in artikel 2, 26, van verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer;

  18. "NEMO" : een benoemde elektriciteitsmarktbeheerder met toepassing van de Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer;

  19. "verwachte niet-geleverde energie" : de inschatting van de jaarlijkse vraag die niet kan worden gedekt met de op de energiemarkt beschikbare middelen, uitgedrukt in MWh;

  20. "beoogd volume" : het volume dat vereist is om aan het niveau van bevoorradingszekerheid bedoeld in artikel 7undecies, § 7, eerste en tweede lid, van de wet van 19 april 1999 te voldoen voor een bepaalde periode van capaciteitslevering, zonder rekening te houden met de niet in aanmerking komende capaciteit en de tijdens vorige veilingen gecontracteerde capaciteit;

  21. "niet in aanmerking komende capaciteit" : de capaciteit die niet voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in artikel 7undecies, § 8 van de wet van 29 april 1999;

  22. "bij vorige veilingen gecontracteerde capaciteit" : de capaciteit die tijdens een eerdere veiling is gecontracteerd en waarvan het capaciteitscontract de periode van capaciteitslevering bestrijkt waarop de nieuwe veiling betrekking heeft;

  23. "brutokost van een nieuwkomer" : de som van de geannualiseerde investeringskosten en de vaste jaarlijkse exploitatie- en onderhoudskosten van een technologie, uitgedrukt in €/MW/jaar;

  24. "nettokost van een nieuwkomer" : het deel van de brutokost van een nieuwkomer dat naar verwachting onder normale marktomstandigheden niet gerecupereerd kan worden door marktinkomsten, uitgedrukt in €/MW/jaar;

  25. "Federaal Technisch Reglement" : het Koninklijk Besluit van 22 april 2019 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe;

  26. "derogatieaanvrager" : elke persoon die, met het oog op deelname aan een veiling zoals bedoeld in artikel 2, 73° van de wet van 29 april 1999, een aanvraag indient tot derogatie van de intermediaire maximumprijs die door de minister is vastgesteld in de beslissing bedoeld in artikel 7undecies, paragraaf 6 van de wet van 29 april 1999;

  27. "gekoppelde capaciteiten" : capaciteiten die op dezelfde geografische locatie zijn gevestigd, waartussen een verband van noodzaak en technische samenhang bestaat en die niet kunnen worden geaggregeerd omwille van hun verplichting om een dagelijks programma te verstrekken;

  28. "jaarlijkse inframarginale inkomsten" : inkomsten uit de energiemarkt op jaarbasis na aftrek van de marginale kosten en andere variabele kosten;

  29. "missing money" : de jaarlijkse vergoeding die de capaciteitsleverancier toelaat zijn geannualiseerde kosten te dekken, rekening houdend met de inkomsten op jaarbasis uit de energiemarkt, de markten voor ondersteunende diensten en eventuele andere relevante inkomsten.

    HOOFDSTUK 2. - Bepaling van het referentiescenario en de intermediaire waarden om de hoeveelheid aan te kopen capaciteit en de veilingparameters te berekenen

    Art. 2. § 1. De netbeheerder maakt zijn verslag en zijn voorstel bedoeld in artikel 7undecies, § 3, van de wet van 29 april 1999 en zoals beschreven in artikel 7, § 2 op basis van een referentiescenario, bedoeld in artikel 3, § 7 en de intermediaire waarden, bedoeld in artikel 4, op.

    § 2. De commissie doet haar voorstel bedoeld in artikel 7undecies, § 4, van de wet van 29 april 1999, op basis van datzelfde referentiescenario en dezelfde intermediaire waarden.

    Art. 3. § 1. De netbeheerder maakt, in samenwerking met de Algemene Directie Energie en in overleg met de commissie, een selectie van één of meerdere scenario's en gevoeligheden volgens de stappen beschreven in artikel 4, §§ 2 tot en met 4.

    § 2. Uit de op het ogenblik van de selectie meest recent beschikbare Europese beoordeling bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) 2019/943 en/of de nationale beoordeling bedoeld in artikel 24 van Verordening (EU) 2019/943, worden één of meerdere scenario's en gevoeligheden geselecteerd. Deze selectie omvat minstens het Europese centrale referentiescenario bedoeld in artikel 23, lid 1, 5, b) van Verordening (EU) 2019/943. Tot zolang deze beoordelingen nog niet beschikbaar zijn, wordt een selectie gemaakt uit andere beschikbare studies.

    § 3. De gegevens en hypothesen waaruit deze scenario's en gevoeligheden zijn opgebouwd worden geactualiseerd op basis van de meest recente relevante informatie.

    § 4. Daarnaast kunnen andere gevoeligheden gedefinieerd worden die een impact kunnen hebben op de bevoorradingszekerheid in België, met inbegrip van gebeurtenissen buiten de Belgische regelzone.

    § 5. De geselecteerde scenario's en gevoeligheden, inclusief de gegevens en hypothesen waaruit ze zijn opgebouwd, worden onderworpen aan een openbare raadpleging bedoeld in artikel 5.

    § 6. Op basis van het consultatierapport en in het bijzonder de informatie die betrekking heeft op artikel 5, § 2, 1° en 2° maakt de commissie een voorstel op voor de Minister van de te weerhouden set van gegevens en hypotheses, die samen een voorstel van referentiescenario vormen.

    De Algemene Directie Energie formuleert een advies op dit voorstel.

    § 7. Rekening houdend met het voorstel van de commissie, de aanbevelingen van de netbeheerder en het advies van de Algemene Directie Energie, beslist de Minister, bij besluit vastgesteld na overleg in ministerraad vanaf de beslissing genomen in 2021, ten laatste op 15 september van het jaar voorafgaand aan de veiling welke set van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT