Koninklijk besluit tot vaststelling van de akten en stavingsstukken die moeten worden gevoegd bij de verklaring tot toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 11bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, alsook van de inhoud van het formulier betreffende de verklaring, de 6 mai 2020

HOOFDSTUK I. - Vaststelling van de akten en stavingstukken die moeten worden gevoegd bij de verklaring tot toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 11bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en van de inhoud van het formulier van kennisgeving van de ontbrekende stukken

Artikel 1. De akten en stavingsstukken bedoeld in artikel 11bis, § 4, zevende lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, zijn:

  1. het eensluidend afschrift van de akte van geboorte van het kind;

  2. de eensluidende afschriften van de akten van geboorte van de ouders of adoptanten, waarvoor - naargelang van het geval - de formaliteiten van legalisatie en vertaling moeten zijn vervuld;

  3. elk document dat de juridische afstammingsband tussen het kind en zijn ouders of adoptanten kan aantonen, waarbij voor voornoemd(e) document(en) - naargelang van het geval - de formaliteiten van legalisatie en vertaling moeten zijn vervuld;

  4. een getuigschrift van verblijfplaats met overzicht van de adressen en verblijfplaatsen van het kind als bewijs van een onafgebroken hoofdverblijf in België sedert zijn geboorte;

  5. een getuigschrift van verblijfplaats met overzicht van de adressen en verblijfplaatsen van de ouders of adoptanten als bewijs van een onafgebroken hoofdverblijf in België tijdens de tien jaar voorafgaand aan de neerlegging van de verklaring;

  6. in hoofde van één van de ouders of adoptanten: een verblijfsdocument waaruit een verblijf van onbeperkte duur blijkt in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

  7. indien één van de ouders of adoptanten is overleden: het bewijs van overlijden;

  8. indien één van de ouders of adoptanten in de onmogelijkheid verkeert om zijn wil te kennen te geven: de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing genomen overeenkomstig artikel 492/1 van het Burgerlijk Wetboek op grond waarvan de persoon in de onmogelijkheid is bevonden om zijn wil te kennen te geven;

  9. indien één van de ouders of adoptanten afwezig is verklaard: het vonnis houdende verklaring van afwezigheid gewezen overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek;

  10. indien één van de ouders of adoptanten verbljft in het buitenland:

    1. een document tot vaststelling van het verblijf in het buitenland, waarbij - naargelang van het geval - de formaliteiten van legalisatie en vertaling moeten zijn vervuld;

    2. en het bewijs van instemming met de toekenning van de Belgische nationaliteit door de ouder of adoptant die in het buitenland verblijft;

  11. voor het verklaarder die een mandataris heeft aangewezen om in zijn plaats de formaliteiten met betrekking tot de nationaliteitsverklaring te vervullen: de bijzondere en authentieke volmacht die is gegeven aan deze mandataris;

  12. voor de persoon bedoeld in artikel 7 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, die het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijke beschermingsmaatregel: het bewijs dat de persoon die hem vertegenwoordigt zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn bewindvoerder is.

    Art. 2. Het formulier waarin de ambtenaar van de burgerlijke stand aangeeft welke stukken ontbreken in de verklaring, wordt opgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage gaat bij dit besluit.

    HOOFDSTUK II. - Administratieve vereenvouding

    Art. 3. § 1. Bij de verklaring tot toekenning van de nationaliteit zijn de ouders of adoptanten die zijn geregistreerd in het Rijksregister vrijgesteld van de overhandiging aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van:

  13. de getuigschriften van verblijfplaats met overzicht van de adressen en verblijfplaatsen zoals bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, als bewijs van een onafgebroken hoofdverblijf in België - naargelang van het geval - sedert de geboorte of tijdens de tien jaar voorafgaand aan de neerlegging van de verklaring, voor zover het kind en zijn ouders of adoptanten op de datum van de verklaring tot toekenning van de Belgische nationaliteit zijn ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;

  14. een bewijs waaruit een verblijf van onbeperkte duur blijkt in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

    De ambtenaar van de burgerlijke stand controleert die gegevens aan de hand van het Rijksregister.

    § 2. De in het Rijksregister opgenomen gegevens bedoeld in § 1 gelden tot bewijs van het tegendeel.

    § 3. Indien de akten werden opgesteld of overgeschreven in een Belgische gemeente zijn de ouders of adoptanten vrijgesteld van de overhandiging aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van:

  15. een eensluidend afschrift van de akte van geboorte van het kind zoals bedoeld in artikel 1, 1° ;

  16. een eensluidend afschrift van het document of de documenten tot vaststelling van hun afstammingsband met het kind zoals bedoeld in artikel 1, 3° ;

  17. een eensluidend afschrift van het bewijs van overlijden van de ouder of de adoptant zoals bedoeld in artikel 1, 7°.

    HOOFDSTUK III. - Gegevensbescherming

    Art. 4. De ambtenaar van de burgerlijke stand is verantwoordelijk voor de verwerking van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT