Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, de 20 mai 2020

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die ze tewerkstellen.

Art. 2. De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2021 recht op zes rustdagen, als volgt vastgesteld :

- 6 april;

- 7 april;

- 8 april;

- 9 april;

- 2 november;

- 3 november.

Art. 3. De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2022 recht op zes rustdagen, als volgt vastgesteld :

- 4 januari;

- 5 januari;

- 6 januari;

- 7 januari;

- 14 april;

- 15 april.

Art. 4. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 20 mei 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken,

  1. DE BLOCK

    De Minister van Werk,

  2. MUYLLE

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, artikel 2, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000;

    Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, gegeven op 9 januari 2020;

    Gelet op advies 67.024/1 van de Raad van State, gegeven op 12 maart 2020, met toepassing van artikel 84, §...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT