Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera's door de politiediensten wordt aangegeven, de 22 mai 2019

Artikel 1. De pictogrammen, bedoeld in artikel 25/2, § 2, 1°, van de wet op het politieambt, hierna "de wet" genoemd, ter aanduiding van het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera's op een niet-besloten plaats in het kader van artikel 25/3, § 1, 1°, van de wet, voldoen aan de volgende voorschriften:

  1. ze hebben als afmeting 0,60 x 0,40 m;

  2. ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit;

  3. ze bestaan uit één enkele aluminiumplaat van minstens 1,5 mm dikte;

  4. ze zijn geplaatst op een wijze waardoor een zekere toegankelijkheid tot de informatie gegarandeerd wordt.

    Art. 2. De pictogrammen, bedoeld in artikel 25/2, § 2, 1°, van de wet, ter aanduiding van het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera's op een voor het publiek toegankelijke besloten plaats in het kader van artikel 25/3, § 1, 1° en 2°, b), c) en d), van de wet, voldoen aan de volgende voorschriften:

  5. ze hebben als afmeting 0,297 x 0,21 m of 0,15 x 0,10 m;

  6. ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit;

  7. ze bestaan uit één enkele aluminiumplaat van minstens 1,5 mm dikte of uit een geplastificeerde sticker;

  8. ze zijn geplaatst aan iedere toegang van de besloten plaats op een wijze waardoor een zekere toegankelijkheid tot de informatie gegarandeerd wordt, gelet onder meer op de vorm van de toegang en eventueel het aantal aangebrachte exemplaren.

    Art. 3. De pictogrammen, bedoeld in artikel 25/2, § 2, 1°, van de wet, ter aanduiding van het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera's op een voor het publiek niet toegankelijke besloten plaats in het kader van artikel 25/3, § 1, 1° en 3°, b) en c), van de wet, voldoen aan de volgende voorschriften:

  9. ze hebben als afmeting 0,15 x 0,10 m;

  10. ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit;

  11. ze bestaan uit één enkele aluminiumplaat van minstens 1,5 mm dikte of uit een geplastificeerde sticker;

  12. ze zijn geplaatst aan iedere toegang van de besloten plaats op een wijze waardoor een zekere toegankelijkheid tot de informatie gegarandeerd wordt, gelet onder meer op de vorm van de toegang en eventueel het aantal aangebrachte exemplaren.

    Art. 4. Wanneer een politiedienst en een openbare overheid samen verwerkingsverantwoordelijken zijn van een verwerking van beelden afkomstig van bewakingscamera's, wordt het logo van de geïntegreerde politie aangebracht op het pictogram geplaatst door de openbare overheid krachtens de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt.

    Het logo van de geïntegreerde politie bestaat uit een geplastificeerde sticker en voldoet aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

    Art. 5. De pictogrammen, bedoeld in de artikelen 1 tot 3 bevatten minstens de volgende vermeldingen die op zichtbare en leesbare wijze worden aangebracht:

  13. "Wet op het politieambt";

  14. de identificatie van de politiezone of de directie van de federale politie die de camera gebruikt en, in voorkomend geval, hun vertegenwoordiger bij wie de betrokken personen de rechten voorzien in de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens kunnen uitoefenen;

  15. de contactgegevens waarop de diensten vermeld in punt 2° bereikt kunnen worden;

  16. het logo van de geïntegreerde politie zoals opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

    Als de vermeldingen bedoeld in 1° tot 3° in verschillende talen opgesteld worden, kunnen ze op verschillende eentalige pictogrammen of aanliggende dragers worden aangebracht.

    Art. 6. De pictogrammen geplaatst door de politiediensten voor de inwerkingtreding van dit besluit moeten uiterlijk op 25 mei 2019 voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

    Art. 7. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

    BIJLAGEN.

    Art. N1. Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van de wijze waarop het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera's door de politiediensten wordt aangegeven.

    ( Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-06-2019, p. 54807 )

    Art. N2. Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT