Koninklijk besluit tot vaststelling van de buitengewone kosten die voortvloeien uit artikel 203, § 1 van het Burgerlijk Wetboek en de wijze van tenuitvoerlegging ervan, de 22 avril 2019

Artikel 1. Behoudens andersluidende overeenkomst of rechterlijke beslissing, zijn de buitengewone kosten, bedoeld in artikel 203bis, § 3, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, beperkt tot de volgende kosten:

  1. de volgende medische en paramedische kosten:

    1. de behandelingen door artsen-specialisten en de medicaties, gespecialiseerde onderzoeken en verzorging die zij voorschrijven;

    2. de kosten van heelkundige ingrepen en van hospitalisatie en de specifieke behandelingen die eruit voortvloeien;

    3. de medische en paramedische kosten en hulpmiddelen waaronder orthodontie, logopedie, oftalmologie, psychiatrische of psychologische behandeling, kinesitherapie, revalidatie, prothesen en apparaten, met name de aankoop van een bril, een beugel, contactlenzen, orthopedische zolen en schoenen, hoorapparaten en een rolstoel;

    4. de jaarlijkse premie van een hospitalisatieverzekering of van een andere aanvullende verzekering die de ouders of één van hen moeten betalen. De premie moet betrekking hebben op de kinderen;

    en dit:

    - voor zover de kosten bedoeld onder a), b) en c) voorgeschreven zijn door een bevoegde arts of instantie; en

    - onder aftrek van de tussenkomst van het ziekenfonds, van een hospitalisatieverzekering of van een andere aanvullende verzekering.

  2. de volgende kosten betreffende de schoolse opleiding :

    1. meerdaagse schoolactiviteiten tijdens het schooljaar zoals ski-, zee- en bosklassen, school- en studiereizen en stages;

    2. noodzakelijk gespecialiseerd en kostelijk studiemateriaal en/of schoolkledij, aan speciale taken verbonden, die vermeld staan op een lijst die de onderwijsinstelling aflevert;

    3. het inschrijvingsgeld en de cursussen voor hogere studies en bijzondere opleidingen alsook niet gesubsidieerd onderwijs;

    4. de aankoop van informatica-apparatuur en printers met de softwareprogramma's die voor de studie noodzakelijk zijn;

    5. de bijlessen die het kind moet volgen om in zijn schooljaar te slagen;

    6. de kosten verbonden aan de huur van een studentenkamer;

    7. bijkomende specifieke kosten verbonden aan een buitenlands studieprogramma;

    na aftrek van eventuele school- en studietoelagen en andere studiebeurzen.

  3. de volgende kosten verbonden aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid en ontplooiing van het kind, nl.:

    1. kosten voor kinderopvang voor kinderen van 0 tot en met 3 jaar;

    2. lidgeld, basisbenodigdheden en kosten voor kampen en stages in het kader van culturele, sportieve of artistieke activiteiten;

    3. inschrijvings- en examengeld...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT