Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2016 van een bijkomende verhoging van het bedrag van de alternatieve financiering met de kost van de toeslag van 5 % van de uitkering voor tijdelijke werkloosheid, bedoeld in artikel 114, § 6, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, de 21 juillet 2017

Artikel 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 66, § 1, achtste lid, van de programmawet van 2 januari 2001, van de verhoging van de alternatieve financiering met de kost van de toeslag van 5 % van de uitkering voor tijdelijke werkloosheid, bedoeld in artikel 114, § 6, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheids-reglementering, voor het jaar 2016 vastgesteld op 31.481 duizend euro, wordt bijkomend verhoogd met 1.020 duizend euro voor 2016.

Art. 2. Het bedrag wordt gestort aan de R.S.Z.-globaal beheer.

Art. 3. De minister van Sociale Zaken en de minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 21 juli 2017.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

  1. PEETERS

    De Minister van Sociale Zaken,

  2. DE BLOCK

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 66, § 1, achtste lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003, en 66, § 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2004;

    Gelet op het koninklijk besluit van 6 juni 2016 tot vaststelling voor het jaar 2016 van de verhoging van het bedrag van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT