Koninklijk besluit tot uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen, de 8 novembre 2020

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van verordening (EU) 2018/11391 en van verordening (EU) 2019/947.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. verordening (EU) 2019/947: de uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen;

  2. DGLV : het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;

  3. directeur-generaal : de directeur-generaal van het DGLV of zijn gemachtigde;

  4. minister : de minister bevoegd voor de luchtvaart;

  5. verordening (EU) 2016/679 : verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG.

    Art. 2. Voor de tenuitvoerlegging van verordening (EU) 2019/947 wordt rekening gehouden met de aanvaardbare nalevingswijzen (AMC) zoals vastgesteld en gepubliceerd door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA).

    Art. 3. Het DGLV wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 17 van verordening (EU) 2019/947.

    HOOFDSTUK 2. - Bepalingen van toepassing op UAS-vluchtuitvoeringen in alle categorieën

    Art. 4. § 1. De aanvraag tot registratie van een UAS-exploitant zoals bedoeld in artikel 14, lid 6 van verordening (EU) 2019/947 wordt aan het DGLV gericht.

    De directeur-generaal bepaalt het formaat van het unieke registratienummer voor UAS-exploitanten.

    § 2. De aanvraag tot registratie van een UAS zoals bedoeld in artikel 14, lid 7 van verordening (EU) 2019/947 wordt aan het DGLV gericht.

    Een uniek registratienummer wordt toegekend aan elke UAS geregistreerd in toepassing van het eerste lid. Dit bestaat uit het kenmerk van de Belgische nationaliteit, namelijk de letters OO, gevolgd door het inschrijvingskenmerk dat bestaat uit een groep van ten minste vier tekens bestaande uit letters, cijfers of een combinatie van letters en cijfers.

    Het nationaliteitskenmerk wordt door een horizontale lijn van het inschrijvingskenmerk gescheiden.

    § 3. Binnen het DGLV wordt een register opgemaakt met het oog op de in de paragraaf 1 bedoelde registratie en wordt een register opgemaakt voor de in de paragraaf 2 bedoelde registratie.

    De gegevens in deze registers, zoals opgesomd in artikel 14, leden 2 en 3 van verordening (EU) 2019/947, kunnen worden gebruikt voor de volgende doeleinden :

  6. het toezicht en de controle op de veiligheid van de luchtvaart en de naleving van de voorwaarden om toegang te krijgen tot de in toepassing van artikel 5 vastgestelde geografische UAS-zones mogelijk maken;

  7. de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de sanctionering van inbreuken op verordening (EU) 2019/947 en dit besluit mogelijk maken;

  8. de samenwerking met de Europese bevoegde autoriteiten en het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart zoals voorzien in de Europese verordeningen terzake;

  9. de rechtstreekse tussenkomst voor de bescherming tegen en het voorkomen van gevaren voor de openbare veiligheid mogelijk maken;

  10. het opmaken van statistieken op basis van geanonimiseerde gegevens mogelijk maken.

    § 4. Voor zover deze onontbeerlijk zijn voor de uitoefening van de door of krachtens de wet opgedragen taken kunnen de gegevens in de registers worden ter beschikking gesteld aan:

  11. de politiediensten bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

  12. skeyes;

  13. het Ministerie van Landsverdediging;

  14. de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;

  15. de Federale Overheidsdienst Justitie.

    Behoudens voor de politiediensten vermeld onder 1° kunnen de gegevens uit de registers enkel ter beschikking worden gesteld voor één van de in paragraaf 3 bedoelde doeleinden.

    § 5. Het DGLV is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de verordening (EU) 2016/679.

    § 6. Onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van verordening (EU) 2016/679, worden de persoonsgegevens in de registers bedoeld in paragraaf 3, niet langer bewaard dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn die één jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke behoren en, in voorkomend geval, de definitieve beëindiging van de administratieve en rechterlijke procedures en rechtsmiddelen en de integrale betaling van alle hiermee verbonden bedragen niet mag overschrijden.

    Art. 5. § 1. De minister of zijn gemachtigde stelt op eigen initiatief of overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 2 en volgende de geografische UAS- zones vast zoals bedoeld in artikel 15 van verordening (EU) 2019/947 .

    § 2. Elke overheidsinstantie of iedere rechtspersoon die zich op een belang kan beroepen voor de afbakening van een geografische UAS-zone kan een aanvraag bij het DGLV indienen.

    Deze aanvraag bevat minstens :

  16. een formulier met alle gegevens die nodig zijn voor de afbakening van deze geografische UAS-zone en, in het bijzonder, een beschrijving van het te beschermen belang, de redenen waarom het moet worden beschermd (veiligheid, beveiliging, inachtneming van de privacy of milieubescherming), de voorgestelde voorwaarden om toegang tot de zone te krijgen (periodiciteit, beperking tot bepaalde UAS uitgerust met bijzondere functies, voorafgaande melding, voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone...), wat de geografische coördinaten (3D) van de te beschermen zone zijn.

  17. een risicobeoordeling die met name de volgende aspecten verantwoordt :

    a. de redenen waarom de zone moet worden afgebakend;

    b. het nut van de beoogde maatregelen ter bescherming van de voorgestelde zone, waarbij rekening wordt gehouden met het belang dat de UAS-exploitanten hebben bij het vliegen in de betrokken zone;

    c. de gevolgen van de afbakening van deze zone voor de veiligheid van de luchtvaart en van de personen op de grond, en met name dat de afbakening van zo'n zone het mogelijk zal maken een hoog niveau van luchtvaartveiligheid te behouden.

    § 3. Bij ontvangst van de aanvraag onderzoekt het DGLV de gegrondheid ervan en legt het de aanvraag ter consultatie voor aan de partijen die hierbij een belang hebben gelet op de lokalisatie van de zone. Dit kan bijvoorbeeld de verlener van luchtverkeersdiensten (skeyes), het ministerie van Landsverdediging, het Belgian Air Navigation Committee (BELANC) of de Belgian Civil Drone Council, het overlegorgaan bedoeld in artikel 27 van dit besluit, zijn.

    Na analyse en consultatie van de belanghebbende partijen brengt het DGLV een advies uit over de afbakening van de aangevraagde geografische UAS-zone.

    In het kader van de in lid 1 bedoelde analyse en het in lid 2 bedoelde advies houdt het DGLV met name rekening met :

  18. de criteria bepaald in artikel 15 van de verordening (EU) 2019/947;

  19. het advies of de aanbevelingen van de federale en/of eventuele gewestelijke administraties die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de criteria bedoeld in artikel 15 van de verordening (EU) 2019/947;

  20. de nationale beleidscriteria met betrekking tot de definitie en/of het beheer van zowel het civiele als het militaire luchtruim.

    Dit advies wordt aan de minister toegezonden.

    De minister of zijn gemachtigde beslist, op basis van het advies van het DGLV, over de wenselijkheid van de afbakening van de betrokken geografische UAS-zone en stelt de voorwaarden vast om toegang tot deze zone te krijgen.

    § 4. In geval van nood of indien de in de voorgaande paragrafen bedoelde procedure niet tijdig kan worden uitgevoerd om een andere reden dan een te late of onvolledige indiening van een aanvraag, wordt een tijdelijke geografische UAS-zone vastgesteld door de publicatie van een NOTAM, overeenkomstig de regels die daarop van toepassing zijn, of op een andere geschikte wijze bepaald door de directeur-generaal.

    § 5. De directeur-generaal maakt, op de door hem vastgestelde wijze, de geografische UAS-zone bekend en de voorwaarden om toegang tot deze zone te krijgen zoals vastgesteld door de minister of zijn gemachtigde.

    De bekendmaking van de geografische UAS-zones, bedoeld in paragraaf 3, kan met name gebeuren in de luchtvaartgids (AIP) en/of via een elektronische applicatie in de vorm van een webpagina of website en/of in de vorm van een mobiele applicatie die door het DGLV of door een door het DGLV aangewezen entiteit ter beschikking van het publiek wordt gesteld.

    § 6. De minister of zijn gemachtigde kan een geografische UAS-zone schrappen als :

  21. het te beschermen belang is verdwenen;

  22. blijkt dat de oprichting van deze geografische UAS-zone de veiligheid van de luchtvaart in gevaar brengt;

  23. blijkt dat het behoud van deze geografische UAS-zone in strijd is met het algemeen belang.

    De minister of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT