Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 93ter tot 93quinquies van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de artikelen 412bis, 433 tot 435 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 35 tot 37, 43 tot 45 en 47 van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en de artikelen 157 tot 159 en 161 van de programmawet (i) van 29 maart 2012, inzake het e-notariaat, de 22 juin 2020

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder:

  1. "Invorderingswetboek": Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen;

  2. "programmawet": programmawet (I) van 29 maart 2012;

  3. "WIB 92": Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;

  4. "Wbtw": Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde;

  5. "rechtverkrijgende": elke erfgenaam, legataris of begunstigde van een contractuele erfstelling die moet worden vermeld in de akte of het attest van erfopvolging bedoeld in de artikelen 43, § 1, eerste lid van het Invorderingswetboek en 157, § 1, eerste lid en 157/1, § 1, eerste lid, van de programmawet.

    Art. 2. De vermeldingen die moeten voorkomen in de berichten verzonden in uitvoering van de artikelen 93ter van het Wbtw, 433 van het WIB 92 en 35 van het Invorderingswetboek zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

    De vermeldingen die moeten voorkomen in de inlichtingen verzonden in uitvoering van de artikelen 93quinquies, van het Wbtw, 435 van het WIB 92 en 37 van het Invorderingswetboek zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

    De vermeldingen die moeten voorkomen in het bericht verzonden in uitvoering van de artikelen 43 van het Invorderingswetboek en 157 en 157/1 van de programmawet zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit besluit.

    De vermeldingen die moeten voorkomen in het bericht verzonden in uitvoering van de artikelen 93ter, van het Wbtw, 412bis, 433, van het WIB 92 en 35 van het Invorderingswetboek zijn opgenomen in bijlage 4 bij dit besluit.

    Art. 3. De vermeldingen vervat in de berichten bedoeld in de artikelen 93ter, van het Wbtw, 433, van het WIB 92, 35 en 43 van het Invorderingswetboek, 157 en 157/1 van de programmawet zijn identiek, ongeacht of ze op elektronische wijze of bij aangetekende zending worden meegedeeld.

    Art. 4. De vermeldingen vervat in de inlichtingen bedoeld in het artikel 93quinquies, van het Wbtw en 435, van het WIB 92 en 37 van het Invorderingswetboek zijn identiek, ongeacht of ze op elektronische wijze of bij aangetekende zending worden meegedeeld.

    Art. 5. § 1. Wanneer het bericht omwille van overmacht of een technische storing niet op elektronische wijze kan worden meegedeeld overeenkomstig de artikelen 93ter, § 1, eerste lid, 1° van het Wbtw, 433, § 1, eerste lid, 1°, van het WIB 92, en 35, § 1, eerste lid, 1°, van het Invorderingswetboek en wanneer de eigenaar of de houder van een zakelijk recht op het goed in het buitenland verblijft, is de ontvanger aan wie het bericht bij aangetekende zending wordt meegedeeld, de ontvanger van het Team Bijzondere Invordering Brussel.

    § 2. Wanneer het bericht omwille van overmacht of een technische storing niet op elektronische wijze kan worden meegedeeld overeenkomstig de artikelen 157/1, § 1, eerste lid, 1° van de programmawet en 43, § 1, eerste lid, 1°, van het Invorderingswetboek en wanneer de erflater en/of een van zijn rechtverkrijgenden in het buitenland verblijven, is de ontvanger aan wie het bericht bij aangetekende zending wordt meegedeeld, de ontvanger van het Team Bijzondere Invordering Brussel.

    § 3. Wanneer het bericht omwille van overmacht of een technische storing niet op elektronische wijze kan worden meegedeeld overeenkomstig de artikelen 157, § 1, eerste lid, 1°, en 157/1, § 1, eerste lid, 1° van de programmawet, is de ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie bedoeld in de artikelen 157, § 1, eerste lid, 2° en 157/1, § 1, eerste lid, 2°, tweede streepje, van de programmawet de Administrateur Rechtszekerheid.

    § 4. Wanneer het bericht omwille van overmacht of een technische storing niet op elektronische wijze kan worden meegedeeld overeenkomstig artikel 412bis, § 2, zesde lid, 1° van het WIB 92, is de ontvanger aan wie het bericht bij aangetekende zending wordt meegedeeld, de ontvanger van het Team Bijzondere Invordering Brussel.

    Art. 6. Wanneer de kennisgeving overeenkomstig de artikelen 93quater, § 1, eerste lid, 1°, van het Wbtw, 434, § 1, eerste lid, 1°, van het WIB 92, 158, eerste lid, 1° en 158/1, eerste lid, 1° van de programmawet, 36, eerste lid, 1° en 44, § 1, 1°, van het Invorderingswetboek op elektronische wijze wordt verstuurd, wordt zij bekleed met een elektronische handtekening, die overeenstemt met de digitale handtekening van de Federale Overheidsdienst Financiën, vertegenwoordigd door een certificaat afgeleverd door een gekwalificeerde vertrouwensdienst, in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 910/2014 van 23 juli 2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.

    Het beheerssysteem van de identiteiten en toegangen van de Federale Overheidsdienst Financiën van de toepassing tot het opmaken van de kennisgevingen, garandeert dat enkel de wettelijk gemachtigde ambtenaar, geldig de kennisgeving bedoeld in de artikelen 93quater, § 1, eerste lid, 1°, van het Wbtw, 434, § 1, eerste lid, 1°, van het WIB 92, 158, eerste lid, 1° en 158/1, eerste lid, 1° van de programmawet, 36, eerste lid, 1° en 44, § 1, 1° van het Invorderingswetboek kan versturen.

    De verzamelde persoonsgegevens worden beschermd door passende technische en organisatorische maatregelen.

    Art. 7. De ambtenaar bedoeld in de artikelen 45, tweede lid van het Invorderingswetboek en 159, tweede lid, van de programmawet is:

  6. indien het attest van erfopvolging werd opgesteld door het kantoor bedoeld in artikel 1240bis van het Burgerlijk Wetboek, de ambtenaar belast met de opmaak van dit attest;

  7. indien het attest of de akte van erfopvolging werd opgesteld door een notaris...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT