Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 25/3, § 1, 2°, b) van de wet op het politieambt, de 6 décembre 2018

Artikel 1. De besloten plaatsen toegankelijk voor het publiek die, door hun aard, een bijzonder veiligheidsrisico inhouden, waar de politiediensten tijdelijk vaste camera's kunnen gebruiken, overeenkomstig artikel 25/3, § 1, 2°, b), van de wet op het politieambt, zijn de volgende :

  1. de plaatsen, waar evenementen van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, commerciële of sportieve aard worden georganiseerd, beschouwd als grote volkstoelopen in de zin van artikel 22 van de wet op het politieambt, en dit voor de duur van het evenement, indien een risicoanalyse aantoont dat het evenement een bijzonder risico stelt voor de openbare veiligheid, ten minste op grond van één van de volgende criteria :

    i. de algemene en specifieke veiligheidscontext rekening houdend met het voorwerp of de context van de gebeurtenis;

    ii. het feit dat er zich incidenten hebben voorgedaan naar aanleiding van gelijkaardige evenementen die een interventie van bestuurlijke politie hebben genoodzaakt.

  2. de hoven en rechtbanken alsook de andere plaatsen waar een rechtsgeding wordt gehouden, indien een risicoanalyse aantoont dat dit rechtsgeding een bijzonder risico betekent voor de openbare veiligheid omwille van, onder andere :

    a) de aard van het rechtsgeding;

    b), de aard van de feiten waarover geoordeeld zal worden;

    c) het aantal personen dat het rechtsgeding bijwoont.

    Art. 2. Onverminderd het akkoord van de beheerder van de plaats, worden de plaatsing en het gebruik van tijdelijk vaste camera's op de plaatsen bedoeld in artikel 1 overlegd tussen de bevoegde overheid van bestuurlijke politie, de beheerder van de plaats en, afhankelijk van het geval, de territoriaal bevoegde bestuurlijke directeur-coördinator, de directeur of de korpschef.

    Art. 3. Het gebruik van deze camera's is beperkt tot de duur van de opdracht van bestuurlijke politie.

    Art. 4. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Brussel, 6 december 2018.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,

    J. JAMBON

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op artikel 25/3, § 1, 2°, b), van de wet op het politieambt;

    Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 6 juli 2018;

    Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 12 september 2018;

    Gelet op het advies 001/2018 van het Controleorgaan op de politionele informatie, gegeven op 26 september 2018;

    Gelet op advies 64.160/2 van de Raad van State, gegeven op 17 oktober 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Op de voordracht van de Minister van Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb te Uwer ondertekening voor te leggen regelt de uitvoering van artikel 25/3, § 1, 2°, b), van de wet op het politieambt.

    De wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera's door de politiediensten te regelen [...] heeft het wettelijke kader dat politiediensten toelaat om vaste, tijdelijk vaste en mobiele camera's te plaatsen en te gebruiken bij de uitvoering van hun opdrachten ingevoegd in de wet op het politieambt (WPA).

    Artikel 25/3, § 1, 2°, b), WPA voorziet dat de politie vaste camera's en tijdelijke vaste camera's kan gebruiken in bepaalde voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen. Hoewel het gebruik van camera's op dergelijke plaatsen een zekere mate van gevoeligheid heeft omwille van privacyredenen en het feit dat noch de politie, noch de overheid beheerder zijn van deze plaatsen, werd er tóch voor geopteerd om een bepaling te voorzien in de wet die de politiediensten de mogelijkheid geeft om ook daar camera's te plaatsen, omdat hiertoe een reële operationele behoefte bestaat.

    Een aantal voor het publiek toegankelijk besloten plaatsen zijn immers in het verleden reeds erg kwetsbaar gebleken omdat het plaatsen betreft waar grote aantallen mensen samenkomen, waardoor enerzijds de openbare orde in het gedrang kan komen (opstootjes, massacompressie, ...), en die anderzijds een potentieel doelwit kunnen zijn van specifieke criminele activiteiten of van een terroristische aanslag (soft targets, denk maar aan de aanslagen in de Bataclan, Stade de France, de kerstmarkt van Berlijn, de luchthaven van Zaventem,...).

    Om die reden is het gerechtvaardigd om voor een zeer specifiek aantal voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen het gebruik van tijdelijk vaste camera's door de politie mogelijk te maken, uiteraard steeds mits de toestemming van de beheerder van de plaats verkregen werd zoals bepaald door artikel 25/3, § 1, 2°, b), van de WPA.

    De wet lijst nominatief deze plaatsen op: de luchthavens, havenfaciliteiten zoals bedoeld in artikel 5, 6°, van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging en stations van het openbaar vervoer, én laat de mogelijkheid aan de Koning om bijkomende plaatsen die door hun aard aan een bijzonder veiligheidsrisico onderhevig zijn aan te duiden in een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en waarvan het ontwerp voor advies wordt voorgelegd aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit voor de verwerking van persoonsgegevens.

    Gezien de huidige opsomming van artikel 25/3, § 1, 2°, b), WPA in de praktijk niet voldoende is om alle plaatsen te dekken waar de politiediensten gehouden zijn de openbare veiligheid te handhaven en te herstellen, desgevallend door middel van tijdelijk vaste camera's, geeft huidig ontwerp van koninklijk besluit uitvoering aan de bevoegdheid van de Koning om deze plaatsen te identificeren.

    In het kader van het genegotieerd beheer van de openbare ruimte, biedt een opstelling van tijdelijk vaste camera's operationele voordelen. De inzet van deze middelen laat toe om :

    - de inzet van de politiemiddelen te ondersteunen;

    - beter te reageren op volkstoelopen, massacompressie in het kader van crowd management;

    - proactief...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT