Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van de Kamer van volksvertegenwoordigers tewerkgesteld onder het statuut van medewerkers van de erkende politieke fracties of van administratieve medewerkers van de Leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, de 19 février 2019

Artikel 1. Het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van de Kamer van volksvertegenwoordigers tewerkgesteld onder het statuut van medewerkers van de erkende politieke fracties of van administratieve medewerkers van de Leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, wordt opgeheven.

Art. 2. In artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, worden het derde streepje en de volgende woorden opgeheven :

"de personeelsleden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers tewerkgesteld onder het statuut van medewerker van de erkende politieke fracties of van administratieve medewerker van de Leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers".

Art. 3. De minister bevoegd voor Werk en de minister van Ambtenarenzaken zijn belast, elk wat hen betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 3 februari 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

De Ministre van Ambtenarenzaken,

S. WILMES

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, l) gewijzigd bij de wetten van 10 augustus 2001 en 22 december 2003;

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikel 99, zesde lid, 3°, artikel 100, derde lid, artikel 100bis, § 4, tweede lid, artikel 102, § 1, tweede lid, artikel 102bis en artikel 105, § 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van de Kamer van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT