Koninklijk besluit tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, de 23 avril 2020

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. vitale sectoren: de werkgevers bepaald bij een koninklijk besluit genomen in uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (II);

  2. tijdelijk werkloze: de werkloze die uitkeringen geniet in toepassing van de artikelen 106 tot 108bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

  3. bruggepensioneerde: de werkloze die uitkeringen geniet in toepassing van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;

  4. werkloze met bedrijfstoeslag: de werkloze die uitkeringen geniet in toepassing van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;

  5. de factor X: het aantal dagen, behalve de zondagen, in een bedoelde kalendermaand die gelegen zijn in de kalenderperiode gedekt door een tewerkstelling in een vitale sector, zoals aangegeven in toepassing van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.

§ 2. De vitale sectoren omvatten in ieder geval, en ook bij ontstentenis van een koninklijk besluit als bedoeld in paragraaf 1, 1°, minstens de volgende werkgevers:

Paritair Comité voor de landbouw nr. 144, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever;

Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf nr. 145, met uitzondering van de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen;

Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf nr. 146;

Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren nr. 322, voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de bovengenoemde sectoren.

Art. 2. Wanneer een tijdelijk werkloze het werk tijdelijk hervat bij een andere werkgever die behoort tot een vitale sector, wordt, in afwijking van de artikelen 44, 45, 46, en 106 tot 108bis, van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991, het aantal uitkeringen per kalendermaand verkregen in toepassing van artikel 106 tot 108bis, van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT