Koninklijk besluit tot herinrichting van de Vaste Commissie voor de Burgerlijke Stand, de 29 mai 2016

HOOFDSTUK 1. - Herinrichting en taak

Artikel 1. De Vaste Commissie voor de Burgerlijke Stand, opgericht bij ministerieel besluit van 20 juni 1949, wordt heringericht volgens de hierna vastgelegde regels.

Art. 2. De Vaste Commissie voor de Burgerlijke Stand, hierna "de Commissie" genoemd, heeft als taak, op eigen initiatief of op verzoek van de minister van Justitie, het onderzoeken van en, in voorkomend geval, het verstrekken van adviezen verstrekken over elke vraag in verband met :

- de rol en de taken van de ambtenaren van de burgerlijke stand, in het bijzonder het opmaken van de akten van de burgerlijke stand,

- de wetgeving inzake de staat van de persoon, met inbegrip van de internationaal privaatrechtelijke aspecten,

- de werking van de burgerlijke stand,

- de toepassing van buitenlandse wetgeving.

HOOFDSTUK 2. - Samenstelling

Art. 3. De Commissie wordt voorgezeten door de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie.

Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de Commissie voorgezeten door een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie, aangewezen door de voorzitter.

Art. 4. § 1. Naast de voorzitter is de Commissie samengesteld uit :

- een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ;

- een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie ;

- een vertegenwoordiger van Vlavabbs, (Vlaamse Vereniging van Ambtenaren en Beambten Burgerlijke Stand ) ;

- een vertegenwoordiger van Gapec, (Groupement des Agents Population Etat Civil) ;

- een vertegenwoordiger van GTI 19 (Groupe de Travail et d'Information des Responsables des Services de Population et d'Etat civil des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale) ;

- een vertegenwoordiger van het College van het openbaar ministerie.

§ 2. De autoriteiten en verenigingen bedoeld in § 1 wijzen de effectieve en plaatsvervangende leden aan die hen op permanente wijze vertegenwoordigen.

Het lid dat verhinderd is, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger.

§ 3. Elk lid kan zich laten bijstaan door een expert-raadgevend lid.

§ 4. De Commissie kan zich laten bijstaan door deskundigen die niet behoren tot haar leden, waaronder vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de Verenigingen van Steden en Gemeenten.

HOOFDSTUK 3. - Werking

Art. 5. De Commissie stelt haar adviezen op tijdens de vergaderingen of na een elektronische raadpleging van de leden.

Art. 6. De Commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar na bijeenroeping door haar voorzitter.

Art. 7. De adviezen worden bij consensus aangenomen tussen de leden. Bij gebrek aan consensus herneemt het advies de verschillende standpunten.

Art. 8. Het Directoraat-generaal Wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie vervult de taak van het secretariaat van de Commissie.

Art. 9. Het secretariaat van de Commissie voert de volgende taken uit:

- de ontwerp-agenda voor de vergaderingen opstellen,

- de leden oproepen voor de vergaderingen,

- de verslagen van de vergaderingen opstellen,

- de bekendmaking van de adviezen, wanneer de Commissie de bekendmaking nodig acht

- het archiefbeheer van de verslagen van de vergaderingen.

Art. 10. De zetel van de Commissie bevindt zich bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

Art. 11. Voor zover zij niet tot een overheidsdienst, een openbare instelling of de Rechterlijke Orde behoren, hebben de leden van de Commissie alsook de deskundigen recht op een vergoeding als terugbetaling van de reis- en verblijfskosten onder de voorwaarden en volgens de bedragen van toepassing op het personeel van de federale overheidsdiensten. Zij worden daartoe gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.

Deze vergoedingen en de kosten voor de werking van het secretariaat zijn ten laste van de begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie.

HOOFDSTUK 4. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 12. Opgeheven worden :

  1. het ministerieel besluit van 20 juni 1949 tot oprichting van een vaste commissie voor de burgerlijke stand;

  2. het ministerieel besluit van 7 juli 1995 houdende wijziging van de samenstelling van de Vaste commissie voor de burgerlijke stand.

Art. 13. De Minister van Justitie is belast met de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT