Koninklijk besluit tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad, de 7 octobre 2022

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan

Art. 2. In artikel 2/2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het tweede lid wordt het woord "gemotiveerde" ingevoegd tussen de woorden "de werkgever zijn" en "beslissing schriftelijk mede te delen";

  2. het wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Het uitblijven van een beslissing wordt gelijkgesteld met een akkoord van de werkgever.".

    Art. 3. Artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 27 maart 2009 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 31 mei 2021, wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De twaalfde of eenentwintigste verjaardag kan eveneens worden overschreden wanneer het verlof wordt uitgesteld ten gevolge van een door de werkgever in toepassing van artikel 7, § 1, tweede en derde lid, aangeboden alternatief.".

    Art. 4. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 2019, worden paragrafen 1 en 2 vervangen als volgt:

    " § 1. Binnen een maand na de schriftelijke kennisgeving zoals gebeurd overeenkomstig artikel 6, kan de werkgever schriftelijk de uitoefening van het recht op ouderschapsverlof uitstellen indien de opname van ouderschapsverlof in de aangevraagde periode een goed functioneren van de onderneming ernstig zou verstoren. Dit geschrift bevat een omstandige motivering van het uitstel.

    Bij toepassing van artikel 2, § 1, eerste gedachtestreep, of artikel 2/1, § 1, derde lid, moet de werkgever, om gebruik te kunnen maken van het bepaalde in het eerste lid, de werknemer schriftelijk één of meerdere alternatieven aanbieden voor de opname van ouderschapsverlof, bestaande uit één of meerdere andere opnamevormen en/of periodes die zich geheel of gedeeltelijk situeren binnen de door de werknemer gevraagde begin- en einddatum en die toegelaten zijn overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

    Het geschrift bedoeld in het vorige lid bevat, enerzijds, ofwel de als alternatief voorgestelde opnamevorm(en) en, per voorgestelde opnamevorm, de begin- en einddatum van de voorgestelde periode(s), ofwel de begin- en einddatum van de als alternatief...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT