Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels betreffende de reclame voor de kansspelen, de 8 mars 2023

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1. Onder voorbehoud van het koninklijk besluit van 22 december 2010 tot vaststelling van de voorwaarden tot aanneming van weddenschappen buiten kansspelinrichtingen klasse IV, is dit besluit van toepassing op houders van een vergunning van klasse A, A+, B, B+, F1, F1+, F1P, F2, en E voor kansspelen.

Enkel de vergunninghouders bedoeld in het eerste lid mogen reclame maken onder de voorwaarden bepaald in dit besluit.

Art. 2. Alleen de in hoofdstuk 2 opgenomen vormen van reclame zijn toegestaan.

Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit, verstaan we onder:

  1. "kansspelwet": wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers;

  2. "kansspelen": kansspelen bedoeld in artikel 2, 1°, van de kansspelwet;

  3. "reclame": elke vorm van communicatie, anders dan die bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de kansspelwet, die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft om kansspelen te promoten of aan te zetten tot gokken, ongeacht de plaats, de aangewende communicatiemiddelen of de gebruikte technieken. Voor de toepassing van dit besluit wordt het aanbrengen van de merknaam of het logo of de twee als reclame beschouwd;

  4. "sportsponsoring": het ondersteunen van sportverenigingen of sportwedstrijden met financiële middelen of andere vormen van ondersteuning om meer zichtbaarheid te verwerven, zonder dat het merk of logo van de in artikel 1 bedoelde vergunninghouder wordt gebruikt in de naam van de sportvereniging of het sportevenement. Voor de toepassing van dit besluit wordt sportsponsoring als reclame beschouwd;

  5. "professionele sportvereniging": sportvereniging waar op professionele wijze sport wordt beoefend en waarvan de sporters deelnemen aan de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldspelen, Wereldkampioenschappen, Europese of Belgische Kampioenschappen of aan de hoogste divisies van de nationale competitie georganiseerd door of onder toezicht van een erkende sportfederatie;

  6. "niet-professionele sportvereniging": alle sportverenigingen die niet voldoen aan de definitie bedoeld in de bepaling onder 5° ;

  7. "merknaam": de combinatie van maximum drie woorden die het mogelijk maakt de vergunninghouders, bedoeld in artikel 1 te onderscheiden;

  8. "logo": een beeldelement of semi-figuratief element waarmee onderscheid kan worden gemaakt tussen de vergunninghouders bedoeld in artikel 1.

    HOOFDSTUK 2. - Toegestane vormen van reclame

    Art. 4. De in artikel 1 bedoelde vergunninghouders mogen reclame maken voor zichzelf en de kansspelen die zij aanbieden, op voorwaarde dat die uitsluitend bestemd is voor personen die werkzaam zijn in de kansspelsector.

    Art. 5. Incidentele reclame in het kader van verslaggeving van sportwedstrijden en evenementen is toegestaan.

    Art. 6. § 1. Sportsponsoring door de in artikel 1 bedoelde vergunninghouders is toegestaan voor :

  9. de niet- professionele sportverenigingen;

  10. de professionele sportverenigingen.

    § 2. De sportsponsoring is enkel toegestaan door middel van het aanbrengen van de merknaam of het logo, of de twee, op :

  11. de sportkledij van spelers, met uitzondering van minderjarige spelers, en sportteams;

  12. de plaats waar de sport wordt beoefend.

    De reclame bedoeld in het eerste lid, 1°, is van toepassing voor alle betrokken vergunninghouders en mag niet meer dan 50 cm2 van de totale oppervlakte van de sportkledij van de spelers in beslag nemen en mag niet op de voorzijde van de sportkledij worden aangebracht.

    § 3. De in artikel 1 bedoelde vergunninghouders mogen boodschappen van sportsponsoring uitzenden door middel van hun merknaam of hun logo, of de twee, voor de volgende evenementen :

  13. internationale en Europese sportwedstrijden;

  14. Belgische sportwedstrijden.

    Elke uitzending van boodschappen van sportsponsoring moet aan de volgende voorwaarden voldoen :

  15. de boodschappen van sportsponsoring duren niet langer dan 5 seconden;

  16. het maximum aantal boodschappen van sportsponsoring per uur is twee;

  17. de boodschap van sportsponsoring wordt uitgezonden tijdens de periode van vijftien minuten vóór het begin van en de periode van vijftien minuten na het einde van de rechtstreekse uitzending van een sportwedstrijd, d.w.z. gedurende de periode vanaf het feitelijke begin van de betrokken sportwedstrijd die rechtstreeks wordt uitgezonden tot het feitelijke einde van die sportcompetitie.

    Art. 7. Onverminderd de toepasselijke gewestelijke en gemeentelijke bepalingen, mogen de vergunninghouders A, B, F1, F1P en F2 reclame maken door middel van het aanbrengen van hun merknaam of hun logo, of de twee, aan de voorgevels van hun kansspelinrichting. De aangebrachte reclame mag maximaal 30% van de totale oppervlakte van de voorgevels in beslag nemen en niet meer dan 20m2.

    Enkel de vergunninghouders bedoeld in artikel 1 mogen hun merknaam of hun logo,of de twee, gebruiken en dit enkel voor de handelszaken die de uitbating van kansspelen als hoofdactiviteit hebben.

    Art. 8. De vergunninghouders A, B, F1 en F2 mogen binnen in hun kansspelinrichting reclame maken voor zichzelf en uitsluitend voor de kansspelproducten die zij binnen hun kansspelinrichting aanbieden.

    Art. 9. De in artikel 1 bedoelde vergunninghouders mogen reclame maken door middel van productplaatsing in televisie- of radioprogramma's of in andere audiovisuele media die in het buitenland zijn opgenomen, behoudens wanneer deze zich specifiek richten tot de Belgische markt. Met productplaatsing wordt bedoeld elke vorm van audiovisuele commerciële communicatie die bestaat in het opnemen van, of het verwijzen naar, een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk in het kader van een programma of een door gebruikers gegenereerde video, tegen betaling of een soortgelijke vergoeding;

    Art. 10. De in artikel 1 bedoelde vergunninghouders mogen slechts via informatiemaatschappij-instrumenten reclame voor zichzelf maken door middel van hun merknaam of hun logo, of de twee, door middel van een advertentieprogramma waarbij de vergunninghouder reclame kan maken op een pagina met zoekresultaten, na de invoering van kansspel gerelateerde zoektermen, en waarbij de advertentie als zoekresultaat kan worden beschouwd omdat de advertentie tegen betaling bovenaan de pagina wordt geplaatst.

    Art. 11. De in artikel 1 bedoelde vergunninghouders mogen op hun eigen website reclame maken voor zichzelf en voor de kansspelproducten die zij aanbieden en op voorwaarde dat :

  18. geen interactie is toegestaan in het kader van deze reclame;

  19. geen enkele tegenprestatie aan een derde wordt aangeboden om reclame te maken;

  20. de duur van de reclame met bewegende beelden niet meer dan 5 seconden bedraagt.

    Art. 12. De in artikel 1 bedoelde vergunninghouders mogen alleen op hun eigen sociale media accounts voor het delen van online-inhoud reclame maken voor de kansspelproducten die zij aanbieden en op voorwaarde dat :

  21. geen interactie is toegestaan in het kader van deze reclame;

  22. geen enkele tegenprestatie aan een derde wordt aangeboden om reclame te maken;

  23. de duur van de reclame met bewegende beelden niet meer dan 5 seconden bedraagt.

    HOOFDSTUK 3. - Algemene beperkingen op de toegestane reclame

    Art. 13. De reclame mag alleen betrekking hebben op de kansspelen, die zijn toegestaan krachtens de kansspelwet.

    Art. 14. In overeenstemming met de voorwaarden van hoofdstuk 2, mag een vergunninghouder bedoeld in artikel 1 reclame maken voor zichzelf of voor de kansspelen die hij aanbiedt of voor de twee.

    Art. 15. De reclame mag niet specifiek gericht zijn tot maatschappelijk kwetsbare groepen. Onder maatschappelijk kwetsbare groepen vallen personen die niet aan de minimumleeftijd voldoen en alle andere personen onder artikel 54 van de kansspelwet, alsook personen die kenmerken van risicovol spelgedrag vertonen.

    Art. 16. De reclame mag niet gepersonaliseerd zijn.

    Art. 17. De reclame mag geen natuurlijke personen of fictieve personages afbeelden.

    Reclame mag geen stemmen gebruiken van bekende natuurlijke personen of bekende fictieve personages.

    Art. 18. Reclame voor kansspelen opgesomd die door de in artikel 1 bedoelde vergunninghouders worden geëxploiteerd, is enkel toegelaten indien de inhoud ervan :

  24. bevat geen ongefundeerde beweringen over de winsten die spelers kunnen verwachten;

  25. niet aanzet tot of in standhouden van spelverslaving, noch aanzet tot overmatig gokken;

  26. niet de indruk wekt dat winnen afhankelijk zou zijn van de kennis van het spel of de kunde van de spelers;

  27. personen die spelen niet ophemelt, noch kritiek uitoefent op degenen die niet spelen;

  28. geen personen onder druk zet als hij niet wenst deel te nemen aan het spel;

  29. niet suggereert dat het spel een alternatief is voor werken en sparen, een manier is om snel rijk te worden, of een oplossing is voor financiële problemen;

  30. niet suggereert dat gokken leidt tot of gelinkt is aan sociaal, financieel en seksueel succes;

  31. situaties waarin personen die deelnemen aan een kansspel of een weddenschap tegelijk alcoholische dranken of tabak gebruiken niet in beeld brengt;

  32. geen promotie maakt voor leningen die kunnen worden aangegaan met de bedoeling te spelen noch zich aansluiten bij reclameboodschappen voor dergelijke leningen;

  33. geen gebruik maakt van tekeningen of marketingtechnieken die verwijzen naar personages, beelden of uitingen die populair of in de mode zijn bij personen bedoeld in artikel 15.

    Art. 19. Reclame voor kansspelen -die uitgebaat worden door de vergunninghouders bedoeld in artikel 1 moet een leeftijdsindicatie bevatten die de minimumleeftijd voor deelname aan deze kansspelen aangeeft. De minister van Justitie en de minister van Volksgezondheid bepalen, na advies van de Hoge Gezondheidsraad, de modaliteiten waaraan deze leeftijdsindicatie moet voldoen.

    Art. 20. Elke reclameboodschap voor kansspelen, bevat een preventieve boodschap, wat ook het gebruikte medium is. De minister van Justitie en de minister van Volksgezondheid bepalen, na advies van de Hoge Gezondheidsraad, de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT