Koninklijk besluit tot bepaling van de modaliteiten betreffende de bijkomende financiering van de gemeenschapswachten van de strategische veiligheids- en preventieplannen voor het jaar 2022, de 21 décembre 2022

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. gemeente : gemeente/stede die beschikken over een financiering voor de gemeenschapswachten via een strategisch veiligheids- en preventieplan;

  2. minister: de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken;

  3. RVA: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;

  4. strategisch veiligheids- en preventieplan : overeenkomst afgesloten tussen de Minister van Binnenlandse Zaken, en een gemeente, waarin de doelstellingen bepaald worden die de gemeente moet behalen op het einde van de geldigheidsperiode van de overeenkomst. Deze overeenkomst omvat eveneens de verschillende doelstellingen nagestreefd door de gemeenschapswachten, die worden gefinancierd via de aanvullende financiële toekagen "bijkomende contingenten gemeenschapswachten 346" en/of "dispositief gemeenschapswachten 90";

  5. gemeenschapswachten: gemeentelijke ambtenaren zoals bedoeld in artikel 3 van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet;

  6. werkdagen: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen.

  7. AD VP : de Algemene directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

    HOOFDSTUK 2. - Modaliteiten voor de financiering

    Afdeling 1. - Modaliteiten voor de toekenning

    Art. 2. Binnen de limieten van de beschikbare kredieten, kent de minister in 2022 een aanvullende financiële toelage toe aan de gemeenten met een strategisch veiligheids- en preventieplan.

    De financiële toelage wordt toegekend als aanvullende tussenkomst in de loonkosten die voortvloeien uit de tewerkstelling van de gemeenschapswachten in het kader van de strategische veiligheids- en preventieplannen.

    De aanvullende tussenkomst treedt in de plaats van de tussenkomst ten laste van de RVA en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) wat betreft de tewerkstelling van gemeenschapswachten die voordien een ACTIVA PVP-statuut genoten.

    Art. 3. Het aantal gemeenschapswachten per gemeente, waarvoor de financiële tussenkomst toegekend kan worden, is gebaseerd op de situatie vastgesteld door de RVA op de datum van 31 december 2017.

    Om de door de RVA vastgestelde situatie aan te vullen en de maximale definitieve quota van gemeenschapswachten die een financiële tussenkomst van de Staat kunnen krijgen, te bepalen, wordt er evenwel rekening gehouden met aanwervingen op basis van eerder geopende procedures en die aan de volgende criteria voldoen :

  8. Aanwervingen vóór 1 januari 2018

  9. Aanwervingen van gemeenschapswachten onder het ACTIVA PVP-statuut.

    Het maximum aantal gemeenschapswachten waarvoor een financiële tussenkomst kan worden toegekend, kan niet hoger zijn dan het contingent bepaald in de overeenkomst, zoals gedefinieerd in artikel 1, 2°, voor de periode 2014-2017.

    Art. 4. De lijst van gemeenten, opgenomen in de artikelen 2 en 3 evenals het aantal gemeenschapswachten per gemeente, waarvoor een financiële tussenkomst toegekend kan worden in toepassing van de toekenningscriteria van artikel 3 van dit besluit worden weergegeven in bijlage 1.

    Art. 5. De aanvullende financiële toelage wordt aangerekend op het begrotingsartikel 56 81 432201 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting.

    Afdeling 2. - Financiële modaliteiten

    Art. 6. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten wordt de toelage in 2022 gewaarborgd.

    Voor elke gemeenschapswacht wiens personeelskosten werden gedragen door het strategisch veiligheids- en preventieplan, ontvangt de gemeente een bijkomende jaarlijkse maximale toelage van 17.200 € per voltijds equivalent voor de tewerkstellingskosten.

    Het bedrag bedoeld in het voorgaande lid wordt toegekend:

  10. onafhankelijk van het niveau van aanwerving van het personeelslid;

  11. pro rata de gepresteerde arbeidsregeling;

  12. voor de periode gedurende welke de gemeente de daadwerkelijke prestatie van de gemeenschapswacht kan rechtvaardigen;

  13. op voorwaarde dat de prestatie uitgevoerd werd in het kader van de doelstellingen van het strategisch veiligheids- en preventieplan van de gemeente;

  14. als aanvulling op de financiële tussenkomst toegekend in het strategisch veiligheids- en preventieplan;

  15. en op voorwaarde dat het personeelslid voldoet aan de voorwaarden, zoals bepaald in artikel 8, 1° tot 8° van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet.

    Art. 7. § 1. De aanvullende financiële toelage dekt de reële lasten waarmee de gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van het gemeenschapswacht.

    De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies, bijzondere toelagen, of bijzondere vrijstellingen die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.

    § 2. De tussenkomst in de personeelskosten betreft:

  16. De verloning;

  17. De werkgeversbijdragen;

  18. Het vakantiegeld;

  19. De eindejaarspremie;

  20. De tweetaligheidspremie;

  21. De vergoeding voor onregelmatige prestaties;

  22. De overuren;

  23. De haardtoelage ;

  24. De standplaatstoelage ;

  25. De sociale bijdragen;

  26. De wettelijke verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid verbonden aan de inschakeling van de aangeworven personeelsleden;

  27. De ontslagvergoedingen indien de vooropzeg wordt gepresteerd;

  28. De reiskosten voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer - trein, tram, bus, metro - en dat ten belope van het bedrag dat overeenstemt met de wettelijke tussenkomst van de werkgever.

    De volgende uitgaven kunnen niet aanvaard worden :

  29. De ontslagvergoedingen indien de vooropzeg niet gepresteerd wordt;

  30. De sociale secretariaatskosten;

  31. De kledijkosten of -vergoeding, materiaalkosten of andere samenhangende kosten zoals bijzondere vergoedingen.

    Art. 8. Alleen de tussen 1 januari en 31 december 2022 vastgelegde uitgaven en die betrekking hebben op prestaties die hebben plaatsgevonden gedurende dezelfde periode, worden in overweging genomen bij de jaarlijkse afrekening.

    Het bedrag van de toegekende toelage ligt vast, en kan niet verhoogd worden met de beschikbare saldi die vastgesteld worden naar aanleiding van de voorgaande jaarlijkse subsidies die door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken opgesteld worden.

    Afdeling 3. - Betalingsmodaliteiten

    Art. 9. § 1. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten gebeurt de vereffening van de verschuldigde toelage volgens een voorschot/saldosysteem.

    § 2. Een voorschot van 80% wordt betaald in het vierde kwartaal van het jaar.

    Art. 10. Het saldo van de toelage zal gestort worden na controle van de door de gemeente ingediende uitgaven en de afsluiting van de definitieve afrekening.

    Afdeling 4. - Controlewerkwijze

    Art. 11. § 1. De gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier voor te leggen.

    Het financieel dossier is samengesteld uit twee delen :

  32. De financiële schuldvordering die ter beschikking gesteld wordt via het ICT-platform online van de AD VP;

  33. De bewijsdocumenten betreffende de personeelsuitgaven, uitsluitend doorgegeven via het ICT-platform online van de AD VP.

    De lijst van bewijsdocumenten die ingediend moeten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT