Koninklijk besluit ter omzetting van Bijlage V bij het MARPOL-Verdrag en ter wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 inzake milieuvriendelijke scheepvaart, de 1 avril 2022

Artikel 1. In artikel 3.3.7, § 2 en 3, van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 inzake milieuvriendelijke scheepvaart, worden de woorden "het Noordpoolgebied" tweemaal vervangen door de woorden "de poolgebieden".

Art. 2. Hoofdstuk 7 van titel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, waarvan de huidige tekst afdeling 1 vormt, met als opschrift "Afdeling 1. Afgifte van scheepsafval en ladingresiduen", wordt aangevuld met een afdeling 2, luidende :

"Afdeling 2. Voorschriften ter voorkoming van verontreiniging door afval van schepen.

Art. 3.7.2.1. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder "elektronisch journaal", een door de Scheepvaartcontrole goedgekeurde voorziening of systeem voor de Belgische schepen, dat in de plaats van een journaal op een papieren drager wordt gebruikt om alle gegevens over lozingen, overdrachten en andere operaties die krachtens deze afdeling moeten worden aangetekend, elektronisch aan te tekenen.

Art. 3.7.2.2. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, zijn de bepalingen van deze afdeling van toepassing op alle Belgische schepen.

Art. 3.7.2.3. § 1. De lozing in zee van alle afval is verboden, behoudens de gevallen voorzien in de bepalingen van de artikelen 3.7.2.4 tot en met 3.7.2.6 en van afdeling 5.2 van deel II-A van de Zeevaartcode voor het Noordpoolgebied, zoals bepaald in het MARPOL-Verdrag.

§ 2. Behoudens de gevallen voorzien in voorschrift 7 van Bijlage V bij het MARPOL-Verdrag, is de lozing in zee van alle plastic, met inbegrip van doch niet beperkt tot trossen en visnetten van synthetisch materiaal, plastic afvalzakken en van verbrandingsovens afkomstige as van plastic producten verboden.

§ 3. Behoudens de gevallen voorzien in voorschrift 7 van Bijlage V bij het MARPOL-Verdrag is de lozing in zee van frituurolie verboden.

Art. 3.7.2.4. § 1. De lozing in zee van het onderstaande afval buiten bijzondere gebieden is uitsluitend toegestaan wanneer het schip onderweg is en zo ver als mogelijk van het dichtstbijzijnde land, maar in ieder geval niet minder dan:

  1. 3 zeemijl van het dichtstbijzijnde land voor voedselresten die door een afbreek- of maalinstallatie zijn gevoerd. Deze afgebroken of gemalen voedselresten moeten een rooster met gaten van maximaal 25 mm doorsnee kunnen passeren;

  2. 12 zeemijl van het dichtstbijzijnde land voor voedselresten die niet overeenkomstig het bovenstaande eerste lid zijn behandeld;

  3. 12 zeemijl van het dichtstbijzijnde land voor ladingresiduen die niet met algemeen beschikbare losmethoden kunnen worden teruggewonnen. Deze ladingresiduen mogen geen stoffen bevatten die geclassificeerd zijn als schadelijk voor het mariene milieu, volgens de criteria vervat in aanhangsel I van Bijlage V bij het MARPOL-Verdrag.

  4. Dierlijke kadavers moeten zo ver als mogelijk van het dichtstbijzijnde land worden geloosd, rekening houdend met de door de IMO opgestelde richtsnoeren.

    § 2. Reinigingsmiddelen of -additieven in waswater van de laadruimen, dekken en buitenoppervlakken mogen in zee worden geloosd, maar deze stoffen mogen niet schadelijk zijn voor het mariene milieu, rekening houdend met de door de IMO opgestelde richtsnoeren.

    § 3. Vaste bulklading, zoals bepaald in voorschrift VI/1-1.2 van het SOLAS-Verdrag, uitgezonderd graan, moet in overeenstemming met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT