Koninklijk besluit ter implementatie van de privaatrechtelijke aangelegenheden van het Belgisch Scheepvaartwetboek, de 7 mai 2020

Artikel 1. De toepasselijke versie van de Regels van York en Antwerpen zoals bedoeld in artikel 1.1.1.1, § 1, 49° en artikel 2.7.1.4, § 1 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, is de versie van 2016.

Art. 2. De toepasselijke versie van de Averij-Grosse Regels IVR zoals bedoeld in artikel 1.1.1.1, § 1, 7° en artikel 3.7.1.4, § 1 is de versie van 2006.

Art. 3. De kandidaten die wensen te worden ingeschreven op de in artikel 2.3.2.51, § 1 van het Belgisch Scheepvaartwetboek bedoelde kandidatenlijst, dienen de procedure omschreven in artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 december 1997 tot vaststelling van de procedure van voordracht van kandidaten bepaald in artikel 27, vijfde lid, van de Faillissementswet van 8 augustus 1997, te volgen.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2020.

Art. 5. De minister bevoegd voor justitie, de minister bevoegd voor maritieme mobiliteit en de minister bevoegd voor binnenvaart zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Brussel, 7 mei 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

De Minister van Noordzee,

Ph. DE BACKER

De Minister van Mobiliteit,

Fr. BELLOT

Aanhef

FILIP...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT