Koninklijk besluit nr. 28 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, de 3 juin 2020

Artikel 1. Artikel 70 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vervangen als volgt :

"Art. 70. Serologische testen

Voor de looptijd van de toepassing van het koninklijk besluit van 17 maart 2020 tot instelling van een verbod op de terbeschikkingstelling, de ingebruikname en het gebruik van snelle tests voor het meten of opsporen van antilichamen met betrekking tot het SARS-CoV-2-VIRUS, kan de opsporing van antilichamen tegen dit voorgenoemde virus niet worden aangerekend via de verstrekkingen 552016-552020 of 551655-551666 uit artikel 24 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Uitgevoerde serologische testen voor de opsporing van antilichamen tegen het SARS-CoV-2-virus (IgM, IgG of IgA) kunnen tijdens deze periode niet aangerekend worden aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

Vanaf de datum vastgesteld door de Koning kunnen voornoemde serologische testen onder de voorwaarden die Hij bepaalt, enkel aan de verzekering worden aangerekend voor de opsporingstesten die voorkomen op een lijst opgesteld door Sciensano en voor de doelgroepen die Hij bepaalt.

De vergoedingsbasis van deze testen stemt overeen met de waarde van 9,60 euro. Geen enkel bijkomend bedrag kan aan de rechthebbende worden aangerekend voor deze testen ongeacht het conventiestatuut.

De opsporingstesten die voorkomen op de in het derde lid bedoelde lijst en die door erkende laboratoria worden uitgevoerd bij personen die niet tot de vastgestelde doelgroepen behoren worden aangerekend aan de personen die erom verzoeken aan het in het vierde lid bedoelde bedrag."

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020.

Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 3 juni 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

M. DE BLOCK

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT