Koninklijk besluit nr. 22 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers, de 4 juin 2020

Hoofdstuk 1. - Oprichting en opdracht van het Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers.

Artikel 1. Bij Fedris, bedoeld bij de wet van 16 augustus 2016 met betrekking tot de fusie van het fonds voor arbeidsongevallen en het fonds voor de beroepsziekten, wordt een "Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers" opgericht, hierna "het COVID-19 Vrijwilligersfonds" genoemd.

Het COVID-19 Vrijwilligersfonds is organiek opgenomen in Fedris.

De administratiekosten nodig voor de opdrachten van het COVID-19 Vrijwilligersfonds komen ten laste van Fedris.

Art. 2. Het COVID-19 Vrijwilligersfonds heeft tot doel, onder de in dit besluit bepaalde voorwaarden, een vergoeding toe te kennen als schadeloosstelling voor de schade voortvloeiend, voor de vrijwilligers, uit een besmetting door de COVID-19.

Art. 3. Het beheer van, het toezicht op en de controle van het COVID-19 Vrijwilligersfonds worden verricht overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op het beheer van, het toezicht op en de controle van Fedris.

Het toezicht op en de controle van het COVID-19 Vrijwilligersfonds worden uitgeoefend door de regeringscommissarissen en de revisoren aangewezen om het toezicht op en de controle van Fedris uit te oefenen.

Hoofdstuk 2. - Financiering.

Art. 4. De inkomsten van het COVID-19 Vrijwilligersfonds bestaan uit een dotatie van de Federale Staat.

Deze dotatie wordt ingeschreven op de begroting van de FOD Sociale Zekerheid. De dotatie wordt gestort per trimestriële schijf, ten laatste op het einde van de eerste maand van het trimester, aan het COVID-19 Vrijwilligersfonds.

De te hoge financiering of het tekort aan financiering bij het afsluiten van de rekeningen van het COVID-19 Vrijwilligersfonds zal geregulariseerd worden : in geval van een tekort aan financiering zal de dotatie van het volgende jaar worden verhoogd met het overeenkomstige bedrag; in geval van te hoge financiering zal het COVID-19 Vrijwilligersfonds dit terugstorten aan de Staat.

Art. 5. Dit fonds wordt buiten RSZ-globaal beheer zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ingesteld.

Hoofdstuk 3. - Toepassingsgebied.

Art. 6. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder "vrijwilliger":

  1. de vrijwilliger in de zin van artikel 3, 2°, van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers;

  2. de verenigingswerker in de zin van artikel 2 van de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie die één van de activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, 8., 16. en 17., van dezelfde wet uitoefent;

  3. de student in de zin van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, die krachtens voormeld artikel 17bis onttrokken wordt van de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;

  4. de vrijwillige ambulanciers in de zin van artikel 17quater, § 3, 2°, van voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969 met uitzondering van deze bedoeld bij artikel 103, eerste lid, 4° en tweede lid van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, die krachtens voormeld artikel 17quater onttrokken wordt van de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

    Art. 7. Het COVID-19 Vrijwilligersfonds draagt bij, onder de voorwaarden bepaald bij of krachtens dit besluit, wanneer de vrijwilliger is overleden als gevolg van een besmetting door COVID-19 in het kader van de activiteit die buiten zijn of haar huis als vrijwilliger in de zin van artikel 6 wordt verricht. Om in aanmerking te worden genomen, moet de activiteit uitgevoerd zijn tijdens de periode van 1 maart 2020 tot het einde van de periode bedoeld in artikel 30, tweede lid.

    Het bewijs dat het overlijden van de vrijwilliger het gevolg is van een besmetting met COVID-19 moet bij de aanvraag om tegemoetkoming bedoeld in artikel 14 worden gevoegd en moet gestaafd worden door:

  5. of door middel van een betrouwbare laboratoriumtest zoals erkend door Sciensano;

  6. of door een suggestief klinische presentatie bevestigd door een compatibele CT-thorax.

    De Koning kan het vorige lid wijzigen of aanvullen in het licht van de evolutie van de wetenschappelijke kennis met betrekking tot COVID-19.

    Het bewijs dat de vrijwilliger gedurende de in het eerste lid bedoelde periode is, buiten zijn of haar huis, als vrijwilliger opgetreden moet ook bij de aanvraag om tegemoetkoming bedoeld in artikel 14 worden gevoegd.

    Hoofdstuk 4. - De tegemoetkoming van het Vrijwilligers COVID-19-fonds.

    Art. 8. Het COVID-19 Vrijwilligersfonds komt tegemoet na het overlijden van een vrijwilliger bedoeld bij artikel 6 ten voordele van de rechthebbenden van het slachtoffer die op het tijdstip van zijn overlijden te zijnen laste zijn. Onder rechthebbende ten laste van het slachtoffer moet worden verstaan:

  7. de echtgenoot die op het tijdstip van het overlijden noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden is, dan wel de partner die op het tijdstip van het overlijden van het slachtoffer wettelijk met hem samenwoonde en, overeenkomstig artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek, met hem een overeenkomst had gesloten die beide partijen tot wederzijdse bijstand verplicht en die, zelfs na een eventuele breuk, financiële gevolgen kan hebben;

  8. de langstlevende echtgenoot die uit de echt of van tafel en bed is gescheiden en die wettelijk of conventioneel onderhoudsgeld genoot ten laste van het slachtoffer, alsook, in het kader van een ontbonden wettelijke samenwoning, de langstlevende partner die conventioneel onderhoudsgeld genoot ten laste van het slachtoffer;

  9. de kinderen, zolang ze recht hebben op kinderbijslag en in elk geval tot de leeftijd van 18 jaar.

    Art. 9. De tegemoetkoming is een kapitaal. De rechthebbende van de persoon die overleden is, heeft recht op:

  10. een kapitaal van 18.651,00 euro indien hij beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 8, eerste lid, 1°;

  11. een kapitaal van 9.325,50 euro indien hij beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 8, eerste lid, 2°;

  12. een kapitaal van 15.542,50 euro indien hij beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 8, eerste lid, 3°.

    De rechthebbenden beschikken over een termijn van zes maanden te rekenen van het overlijden van het slachtoffer om een aanvraag in te dienen.

    Art. 10. Het COVID-19 Vrijwilligersfonds keert een vergoeding voor begrafeniskosten uit die overeenkomt met de werkelijke kosten, met een maximum van 1.020 euro, aan de persoon die deze heeft gedragen.

    Art. 11. De tegemoetkoming van het COVID-19 Vrijwilligersfonds ten gunste van de slachtoffers is volledig cumuleerbaar met elke andere uitkering die krachtens een Belgische of buitenlandse wetgeving wordt toegekend, met uitzondering van deze die betrekking hebben op de schadeloosstelling die voortvloeit uit het overlijden van het slachtoffer krachtens de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 of van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector of van een gelijkaardige buitenlandse wetgeving.

    Art. 12. De tegemoetkoming van het COVID-19 Vrijwilligersfonds wordt niet in aanmerking genomen voor de bepaling van de inkomsten waarmee rekening wordt gehouden voor de toekenning van sociale prestaties afhankelijk van het inkomen van een begunstigde, zijn partner, samenwonende, huishouden of persoon ten laste.

    Dat beginsel geldt inzonderheid voor:

  13. de vergoedingen voor primaire arbeidsongeschiktheid of voor invaliditeit, toegekend in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

  14. de tegemoetkomingen voor personen met een handicap;

  15. het leefloon;

  16. de sociale bijstand;

  17. de inkomensgarantie voor ouderen.

    Hoofdstuk 5. - Procedure.

    Art. 13. Fedris doet uitspraak bij toepassing van de bepalingen van dit besluit over iedere aanvraag om vergoeding ingediend door de rechthebbenden bedoeld in artikel 8. Deze aanvragen worden schriftelijk of via elektronische weg aan het Fonds gericht.

    Afdeling 1. - De indiening van de aanvragen.

    Art. 14. De aanvraag om tegemoetkoming bedoeld in artikel 13 moet, om ontvankelijk te zijn, ingediend worden door de rechthebbenden van het slachtoffer:

  18. ofwel door middel van het gepaste formulier dat Fedris ter beschikking stelt van de betrokkenen. Dit formulier is samengesteld uit een administratief en een medisch deel. Het moet vergezeld gaan van de gevraagde bewijsstukken. Het moet gedateerd en ondertekend worden door de rechthebbenden van het slachtoffer;

  19. door middel van een door Fedris ter beschikinggestelde elektronisch model. Dit model moet ingevuld worden overeenkomstig de aanwijzingen die erin voorkomen.

    Art. 15. De aanvraag die bij Fedris, overeenkomstig artikel 14 wordt ingediend, heeft als datum:

  20. deze van het postmerk, wanneer zij wordt ingediend bij een ter post aangetekend schrijven;

  21. deze van ontvangst van de aanvraag bij Fedris, indien zij wordt ingediend per gewone brief;

  22. deze van ontvangst van de elektronische aanvraag bij Fedris, indien ze wordt ingediend door middel van het elektronische model bedoeld in artikel 14, 2°.

    Afdeling 2. - Het onderzoek van de aanvragen.

    Art. 16. Binnen vijftien dagen na de ontvangst van de aanvraag stuurt Fedris de aanvrager een ontvangstbericht.

    Wanneer de aanvraag niet alle noodzakelijke elementen bevat die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT