Koninklijk besluit inzake de ambtshalve herziening van beslissingen in uitvoering van de wet van 15 juni 2020 betreffende de berekeningswijze van het pensioensupplement van de ondergrondse mijnwerkers, de 10 février 2021

Artikel 1. De Federale Pensioendienst neemt ambtshalve een nieuwe beslissing wanneer :

  1. het bedrag van het referentieloon voor de berekening van het supplement bedoeld in artikel 3, § 6, eerste lid, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn niet werd berekend overeenkomstig artikel 3, § 6, derde lid, van dezelfde wet, zoals ingevoegd door het artikel 2 van de wet van 15 juni 2020 betreffende de berekeningswijze van het pensioensupplement van de ondergrondse mijnwerkers;

  2. het bedrag van het referentieloon voor de berekening van het supplement bedoeld in artikel 5, § 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels niet werd berekend overeenkomstig het artikel 5, § 6, derde lid, van hetzelfde besluit, zoals ingevoegd door artikel 3 van de voormelde wet van 15 juni 2020;

  3. het bedrag van het referentiepensioen bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 4 december 1990 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, en tot wijziging van sommige bepalingen inzake werknemerspensioenen niet werd berekend overeenkomstig het artikel 3, b), van hetzelfde besluit, zoals vervangen door artikel 4 van de voormelde wet van 15 juni 2020.

    In afwijking van het eerste lid neemt de Federale Pensioendienst een nieuwe beslissing op schriftelijk verzoek wanneer de herziening die voortvloeit uit de toepassing van de voormelde wet van 15 juni 2020 een rust- of overlevingspensioen van een overleden gerechtigde betreft waarvan de vervallen en niet uitbetaalde termijnen moeten uitbetaald worden :

  4. aan de echtgenoot met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden wanneer de gerechtigde is overleden voor 29 juni 2020 en de echtgenoot op die datum geen overlevingspensioen uit hoofde van het rustpensioen van de overleden ondergrondse mijnwerker geniet;

  5. aan de kinderen met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden wanneer de gerechtigde is overleden voor 29 juni 2020;

  6. aan ieder persoon met wie de gerechtigde samenleefde op het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT