Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken, de 19 novembre 2021

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de COVID-19 coronavirus pandemie te voorkomen of te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bepalingen onder 6°, 11° en 12° worden opgeheven;

  2. de bepaling onder 18° wordt aangevuld met de woorden ", zoals onder meer kerstmarkten, winterdorpen en sportieve wedstrijden ".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:

    " § 1. Telethuiswerk is verplicht bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten, voor alle personen bij hen werkzaam, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening. Telethuiswerk wordt verricht in overeenstemming met de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden.

    De werkgevers bezorgen de personen werkzaam in hun vestigingseenheden, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, die niet kunnen telethuiswerken een attest of elk ander bewijsstuk dat de noodzaak van hun aanwezigheid op de arbeidsplaats bevestigt.

    De werkgevers registreren maandelijks, via het elektronische registratiesysteem dat door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ter beschikking wordt gesteld op de portaalsite van de sociale zekerheid, per vestigingseenheid het totale aantal personen dat er werkzaam is en het aantal personen dat een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk. De aangifte voor de periode van 22 november 2021 tot en met 31 december 2021 heeft betrekking op de situatie op de derde werkdag volgend op de inwerkingtreding van dit besluit en moet uiterlijk worden ingediend op 30 november 2021. De volgende aangiften hebben betrekking op de situatie op de eerste werkdag van de maand en moeten uiterlijk worden ingediend op de zesde kalenderdag van de maand. Als het totale aantal personen werkzaam in de vestigingseenheid en het aantal personen dat daar een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk, niet is gewijzigd sinds de laatste geldige aangifte, is de werkgever niet verplicht een nieuwe aangifte te doen.

    De in het derde lid bedoelde registratieplicht is niet van toepassing op:

    - de KMO's waar minder dan vijf personen werkzaam zijn, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie;

    - de inrichtingen bedoeld in artikel 2, 1° van het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, waarmee instemming werd verleend door de wet van 1 april 2016;

    - de werkgevers in de gezondheidszorg als bedoeld in artikel 40 van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie;

    - alle onderwijsinstellingen voor zowel het personeel dat de inrichtende machten zelf betalen en aangeven bij de RSZ, als het personeel dat via een Gemeenschapsministerie betaald wordt en bij de RSZ wordt aangegeven. Deze uitzondering geldt niet voor universiteiten, privéscholen en andere opleidingsinstellingen die de lonen van al hun personeel zelf betalen;

    - de politiediensten zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.";

  4. er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd die luidt als volgt:

    " § 1bis. In afwijking van § 1, eerste lid, mogen de ondernemingen, verenigingen en diensten zoals bedoeld in § 1, eerste lid, voor de personen bij hen werkzaam, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, waarvoor het telethuiswerk verplicht is, terugkeermomenten inplannen, mits naleving van de regels bedoeld in paragraaf 2 en onder de volgende voorwaarden :

    - een onderling akkoord tussen deze ondernemingen, verenigen en diensten en de personen die bij hen werkzaam zijn, wat betekent dat deze personen niet verplicht kunnen worden om deel te nemen aan de terugkeermomenten;

    - het doel moet het bevorderen van het psychosociaal welzijn en de teamgeest van deze personen zijn;

    - deze personen moeten vooraf de nodige instructies krijgen over alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de terugkeer in alle veiligheid te laten verlopen;

    - deze personen moeten geïnformeerd worden dat ze in geen geval mogen terugkeren naar de arbeidsplaats als ze zich ziek voelen of ziektesymptomen vertonen of zich in een quarantainesituatie bevinden;

    - de werkgever mag hieraan, voor zijn werknemers, geen enkel gevolg verbinden;

    - de verplaatsing van en naar de arbeidsplaatsen tijdens de piekuren van het openbaar vervoer of via carpooling moet zo veel mogelijk vermeden worden;

    - de beslissing om terugkeermomenten te organiseren moet gebeuren met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, waarbij alle voorwaarden worden afgetoetst.

    Deze terugkeermomenten mogen maximum één dag per week per persoon bedragen tot en met 12 december 2021, en maximum twee dagen per week per persoon vanaf 13 december 2021. Tot en met 12 december 2021 mag per dag maximum 20% van de personen voor wie telethuiswerk overeenkomstig § 1 verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn, en vanaf 13 december 2021 mag dit maximum 40% zijn.

    Voor de KMO's waar minder dan tien personen werkzaam zijn, mogen maximum vijf personen van diegenen voor wie het telethuiswerk overeenkomstig § 1 verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn.";

  5. in paragraaf 3 worden de woorden "paragrafen 1 en 2" vervangen door de woorden "paragrafen 1, 1bis en 2".

    Art. 3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Art. 5. Bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen:

  6. de uitbater informeert de klanten, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;

  7. de uitbater stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de klanten;

  8. de uitbater neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;

  9. de uitbater zorgt voor een goede verluchting;

  10. de openbare ruimten, met inbegrip van de terrassen in de openbare ruimte, worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden.".

    Art. 4. In artikel 9, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit worden de woorden "200 of meer personen" vervangen door de woorden "50 of meer personen".

    Art. 5. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "Dit artikel is niet van toepassing op kerstmarkten en winterdorpen.".

    Art. 6. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de paragrafen 1, 2 en 3 vervangen als volgt:

    " § 1. Private bijeenkomsten mogen binnen worden georganiseerd voor een maximum van 50 personen, en mogen buiten worden georganiseerd voor een maximum van 100 personen, onverminderd artikel 22.

    De maximale aantallen bedoeld in het eerste lid mogen worden overschreden op voorwaarde dat de aanwezigen een mondmasker dragen, dat de toegang wordt georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 zodra dit het toelaat, en dat de organisator de aanwezigen daarvan voorafgaand informeert.

    § 2. Evenementen, met inbegrip van kerstmarkten en winterdorpen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen, mogen binnen worden georganiseerd voor een publiek van maximum 50 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 20 en het toepasselijke protocol. Zowel de medewerkers en organisatoren als het publiek zijn verplicht een mondmasker te dragen overeenkomstig artikel 22.

    Evenementen, met inbegrip van kerstmarkten en winterdorpen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen, mogen buiten worden georganiseerd voor een publiek van maximum 100 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 20 en het toepasselijke protocol. Zowel de medewerkers en organisatoren als het publiek zijn verplicht een mondmasker te dragen overeenkomstig artikel 22.

    Deze paragraaf is niet van toepassing indien de toegang op basis van een lokaal politiebesluit of lokale politieverordening, een decreet of een ordonnantie verplicht dient te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT