Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 november 2017 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg van Luxemburg en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen, de 17 mars 2019
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 november 2017 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg van Luxemburg en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen
Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 2 november 2017 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg van Luxemburg en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen, worden de woorden "rechtbanken van koophandel" vervangen door de woorden "ondernemingsrechtbanken".
Art. 2. In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in het tweede lid, eerste streepje, worden de woorden "Martelange, Neufchâteau, Bertrix, Léglise, Bouillon en Herbeumont" vervangen door de woorden "en Martelange";
-
in het tweede lid, tweede streepje, worden de woorden "Neufchâteau, Bertrix, Léglise, Bouillon, Herbeumont" ingevoegd tussen het woord "Paliseul" en de woorden "en Fauvillers".
Art. 3. In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in het tweede lid, eerste streepje, worden de woorden "met inbreuken op de wetten en reglementen betreffende een van de aangelegenheden die ressorteren onder de bevoegdheid van de arbeidsgerechten," opgeheven;
-
in het tweede lid, tweede streepje, worden de woorden "het sociaal strafrecht," ingevoegd tussen de woorden "zaken die verband houden met" en de woorden "de intellectuele eigendom".
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 4. Alle zaken die reeds aanhangig zijn gemaakt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgehandeld in de afdeling waar ze werden aanhangig gemaakt.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op het eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Handtekening
Gegeven te Brussel, 17 maart 2019.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
K. GEENS
Aanhef
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI