Koninklijk besluit houdende de voorwaarden betreffende de quarantaine en de isolatie van landdieren, de 15 décembre 2021

HOOFDSTUK I. - Onderwerp, werkingsfeer, definities

Artikel 1. Dit besluit regelt:

  1. de bijkomende voorwaarden voor een erkende quarantaine-inrichting type 1 in uitvoering van en als aanvulling op de regels, vastgelegd in verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid en in zijn uitvoeringsverordeningen;

  2. de bijkomende voorwaarden voor een erkende quarantaine-inrichting type 2 in uitvoering van en als aanvulling op de regels, vastgelegd in verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid en in zijn uitvoeringsverordeningen;

  3. de voorwaarden voor de thuisisolatie van gezelschapsdieren;

  4. het vereiste type quarantaine voor een epidemiologische eenheid en de bijhorende bijzondere voorwaarden.

Art. 2. § 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van de in artikel 1 vermelde wetgeving.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verder verstaan onder:

  1. houder: natuurlijke of rechtspersoon die het landdier onder zijn hoede heeft op het moment dat het Agentschap vaststelt dat een landdier in quarantaine moet geplaatst worden of in ondergeschikte orde waarvan redelijkerwijs aangenomen kan worden dat hij het landdier binnengebracht heeft in de Europese Unie of in een situatie geplaatst heeft die de quarantaine noodzakelijk maakt. Elk landdier kan slechts één houder hebben. Een houder kan op elk moment het houderschap overdragen aan een derde voor zover deze derde zijn geschreven akkoord geeft;

  2. epidemiologische eenheid: één landdier of een groep landdieren die eenzelfde risico op besmetting betekenen voor de mens en/of dier, en die dezelfde afkomst en dezelfde sanitaire toestand hebben;

  3. quarantaine type 1: quarantaine in een erkende quarantaine-inrichting type 1 voor een mogelijks besmet landdier dat een risico vormt voor de mens en/of andere dieren;

  4. quarantaine type 2: quarantaine in een erkende quarantaine-inrichting type 2 voor een mogelijks besmet landdier dat een risico vormt voor de mens en/of andere dieren;

  5. thuisisolatie: afzondering van gezelschapsdieren die een zeer laag risico hebben op een ziekte of die niet beantwoorden aan de reglementaire voorschriften op een geografisch beperkte locatie op het adres van de houder;

  6. quarantaine-inrichting: elke permanente, geografisch beperkte inrichting die op vrijwillige basis tot stand is gekomen en die is erkend met het oog op quarantaine type 1 of quarantaine type 2;

  7. koninklijk besluit van 16 januari 2006: koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  8. lokaal: afgezonderde ruimte in een quarantaine-inrichting type 1 waar slechts één epidemiologische eenheid wordt gehouden;

  9. blok: deel van een gebouw in een quarantaine-inrichting type 2 met afzonderlijk efficiënt drainage- en ventilatiesysteem waarin één bepaalde diersoort wordt gehouden;

  10. unit: afgezonderde ruimte in een quarantaine-inrichting type 2 waar slechts één epidemiologische eenheid wordt gehouden;

  11. Agentschap: Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen;

  12. LCE: lokale controle-eenheid van het Agentschap;

  13. aangestelde dierenarts: erkende dierenarts overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van dierenartsen, die een contract heeft met de exploitant van de quarantaine-inrichting voor het uitvoeren van de bij dit besluit vastgestelde taken in de quarantaine-inrichting;

  14. ziektebewakingsplan: het ziektebewakingsplan zoals bedoeld in bijlage I deel 8 2. A) van de gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren;

  15. gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035: gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren.

Art. 3. § 1. De quarantaine of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT