Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 100ter, § 3, tweede lid, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, de 20 juillet 2021

Artikel 1. De periode tijdens dewelke de werknemer de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst kan schorsen overeenkomstig artikel 100ter van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, wordt verlengd tot drie maanden per zorgbehoevende persoon.

Deze schorsing wordt opgenomen in periodes van een maand of een veelvoud hiervan.

Art. 2. Overeenkomstig artikel 102ter, § 1, tweede lid, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen moet voor de toepassing van artikel 102ter van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen rekening worden gehouden met het principe dat de in artikel 1, eerste lid, vastgestelde periode van drie maanden schorsing per zorgbehoevende persoon gelijk is aan zes maanden vermindering van de arbeidsprestaties per zorgbehoevende persoon.

Overeenkomstig artikel 102ter, § 1, tweede lid, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen wordt de vermindering van de arbeidsprestaties opgenomen in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan.

Art. 3. Per schriftelijke kennisgeving aan de werkgever als bedoeld in artikel 100ter, § 4, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, kan slechts één aaneengesloten periode van verlof voor mantelzorg worden gevraagd.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Dit besluit is van toepassing op de kennisgevingen die bij de werkgever worden ingediend vanaf de in het eerste lid bedoelde datum van inwerkingtreding.

Art. 5. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 20 juli 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikel 100ter, § 3, tweede lid, hersteld bij de wet van 17 mei 2019;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 6 mei 2021;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 10 juni 2021;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 69.622/1 van de Raad van State, gegeven op 15 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Verslag aan de Koning

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerpbesluit dat ik de eer heb voor te leggen ter ondertekening aan Uwe Majesteit beoogt de maximale duur van het verlof voor mantelzorg op te trekken van één naar drie maanden per zorgbehoevende persoon.

Het recht op verlof voor mantelzorg wordt geregeld door de artikelen 100ter en 102ter van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

Dit verlof is van toepassing op de werknemers die erkend mantelzorger zijn van een zorgbehoevende persoon. Voor wat betreft het begrip "erkend mantelzorger" verwijzen de betrokken bepalingen naar de persoon van wie de hoedanigheid van mantelzorger erkend is overeenkomstig hoofdstuk 3 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat (het opschrift van deze wet werd evenwel gewijzigd en luidt nu als volgt: "wet betreffende de erkenning van de mantelzorger").

Tijdens het verlof voor mantelzorg maakt de werknemer aanspraak op een onderbrekingsuitkering vanwege de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Op vandaag is het recht op verlof voor mantelzorg beperkt tot één maand volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (= een volledige onderbreking van de arbeidsprestaties) per zorgbehoevende persoon (art. 100ter van de herstelwet). Bij een in Minsterraad overlegd koninklijk besluit kan deze duur van één maand worden verlengd tot maximum zes maanden schorsing per zorgbehoevende persoon en kunnen hiervoor de nadere voorwaarden en regels worden vastgesteld (art. 100ter, § 3, tweede lid van de herstelwet).

Het recht op de volledige schorsing in het kader van het verlof voor mantelzorg bedraagt in elk geval maximum zes maanden over de gehele...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT