Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen, de 7 juin 2021

Artikel 1. Dit koninklijke besluit heeft de gedeeltelijke omzetting tot doel van richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt.

Art. 2. In het opschrift van onderafdeling 2 van afdeling XXVIIbis/2 van hoofdstuk I van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2019, worden de woorden "een project van publiek-private samenwerking" vervangen door de woorden "een langlopend openbaar infrastructuurproject".

Art. 3. In artikel 734/9, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2019, worden de woorden "de interesten van deze leningen" vervangen door de woorden "de interesten of kosten of opbrengsten die overeenkomstig artikel 734/8 economisch gelijkwaardig zijn aan interesten van deze leningen".

Art. 4. Artikel 734/10, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2019, wordt vervangen als volgt:

"Wanneer de belastingplichtige verzoekt om de interesten of kosten of opbrengsten die overeenkomstig artikel 734/8 economisch gelijkwaardig zijn aan interesten, van de in artikel 198/1, § 2, tweede lid, tweede streepje, van hetzelfde Wetboek, bedoelde leningen niet in aanmerking te nemen voor de vaststelling van het financieringskostensurplus of wanneer hij om de toepassing van artikel 198/1, § 6, 13°, van hetzelfde Wetboek, verzoekt, voegt hij bij de aangifte een opgave die betrekking heeft op deze leningen en waarin per leningsovereenkomst de volgende gegevens worden opgenomen:

- de identificatie en omschrijving van het grootschalig actief dat door het in artikel 198/1, § 2, tweede lid, tweede streepje, van hetzelfde Wetboek, bedoelde openbare infrastructuurproject wordt opgeleverd, verbeterd, geëxploiteerd of onderhouden;

- een omschrijving van het openbare karakter en/of één of meerdere verwijzingen naar notulen, beslissingen of andere documenten van een overheid waaruit het algemene belang of openbare karakter van het in het eerste streepje bedoelde infrastructuurproject blijkt;

- de verwachte of daadwerkelijke duurtijd van de effectieve werkzaamheden aan het in het eerste streepje bedoelde infrastructuurproject te vermelden;

- de plaats waar het in het eerste streepje bedoelde project en de activa die ten gevolge van dit project werden gerealiseerd zich bevinden;

- behalve wanneer de investeerder van het project een overheid is, de naam en plaats van vestiging van de persoon of personen die het economisch risico van het project dragen;

- de naam en plaats van vestiging van de persoon of personen die ingevolge een met de investeerder gesloten overeenkomst verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het in het eerste streepje bedoelde project;

- de naam en plaats van vestiging van de persoon of personen die ingevolge de uitvoering van het in het eerste streepje bedoelde project interesten of opbrengsten die overeenkomstig artikel 734/8 economisch gelijkwaardig zijn aan interesten verkrijgen;

- behalve wanneer de belastingplichtige om de toepassing van artikel 198/1, § 6, 13°, van hetzelfde Wetboek, verzoekt, het bedrag van de in artikel 198/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, bedoelde interesten en kosten die overeenkomstig artikel 734/8 economisch gelijkwaardig zijn aan interesten, die in uitvoering van deze overeenkomst in de loop van het belastbare tijdperk door de belastingplichtige werden verkregen of betaald.

De toepassing van artikel 198/1, § 6, 13°, van hetzelfde Wetboek, kan enkel worden gevraagd wanneer aan de aangifte een verklaring op eer wordt toegevoegd waarin wordt verklaard dat de belastingplichtige geen activiteit uitoefent die niet verbonden is met de in het eerste lid, eerste streepje, bedoelde infrastructuurproject.

De belastingplichtige houdt alle overeenkomsten of andere bewijsstukken die betrekking hebben op deze leningen en in voorkomend geval op de wijzigingen die deze leningen hebben ondergaan ter beschikking van de administratie en legt deze op eenvoudig verzoek voor.

De belastingplichtige verzamelt eveneens de volgende bewijsstukken, houdt deze ter beschikking van de administratie en legt deze op eenvoudig verzoek voor:

- in voorkomend geval een kopie van de in het eerste lid, tweede streepje, bedoelde notulen, beslissingen of andere documenten van een overheid waaruit het openbare karakter of algemene belang van het in het eerste lid, eerste streepje, bedoelde infrastructuurproject blijkt;

- documenten die de lokalisatie van het in het eerste lid, eerste streepje, bedoelde project en van de activa die ten gevolge van dit project...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT