Koninklijk besluit houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door de pandemie, ten gevolge van het coronavirus in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de werknemers voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 30 juni 2020, de 4 juin 2020

Artikel 1. Voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld en van de vakantieduur van de personen vermeld in artikel 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers worden met effectief gewerkte dagen gelijkgesteld, voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 30 juni 2020, de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus, voor de werknemers die een erkenning van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht genoten hebben.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 4 juni 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

N. MUYLLE

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, artikel 3, gewijzigd bij de wet van 28 maart 1975 en de koninklijke besluiten van 15 februari 1982 en 10 juni 2001, en de artikelen 10, eerste lid, en 11 gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 juni 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 april 2020;

Gelet op het advies nr. 2159 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 18 maart 2020.

Gelet op de hoogdringendheid;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de bevoegde administratieve instellingen zo vlug mogelijk de nodige maatregelen moeten kunnen nemen teneinde de controle van de aangiften te kunnen uitvoeren ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus.

De hoogdringendheid is eveneens gemotiveerd door de noodzaak om rechtszekerheid te creëren met betrekking tot de arbeidsrelaties. Werkgevers en werknemers moeten immers zo vlug mogelijk op de hoogte worden gesteld van de bepalingen inzake de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor de berekening van het vakantiegeld.

Gelet op het advies 67.411/1 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Verslag aan de Koning

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat ik de eer heb Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel, in de regeling van de jaarlijkse vakantie, om uitzonderlijk, de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door de pandemie ten gevolge van COVID-19 gelijk te stellen.

Het koninklijk besluit voorziet in een gelijkstelling voor de bedienden, arbeiders en gelijkgestelde werknemers, die hebben genoten van de erkenning van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door de pandemie ten gevolge van COVID-19. Deze gelijkstelling is van toepassing voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 30 juni 2020.

Deze maatregel van gelijkstelling is verenigbaar met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel gezien de omvang, de ernst en het uitzonderlijk karakter van deze pandemie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT