Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de selectie van het rijkspersoneel en taalexamens, de 23 octobre 2022

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel

Artikel 1. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, 7°, worden de woorden "en dit, te rekenen vanaf 3 jaar na de ontslagbeslissing of na de definitieve uitspraak van de tuchtstraf in een dienst van het federaal administratief openbaar ambt, zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken" vervangen door de woorden "te rekenen vanaf drie jaar na de ontslagbeslissing of na de definitieve uitspraak van de tuchtstraf."

  2. paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende:

    "3° ofwel aan de statutaire ambtenaren van een gefedereerde entiteit die benoemd zijn in een niveau bepaald bedoeld in de conversietabel bedoeld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt voor de als gelijkwaardig erkende niveaus van het statuut van het rijkspersoneel overeenkomstig dezelfde conversietabel onverminderd artikel 17, § 1, A en B."

    HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel

    Art. 2. Artikel 23 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt aangevuld met vier leden, luidende:

    "De bevordering naar de klasse A2 omvat minimaal een mondelinge proef. De bevordering naar de klasse A3 of hoger omvat minimaal een interactieve proef. De leden van selectiecommissie brengen hun bevindingen ter kennis van de leden van het directiecomité.

    In afwijking van het tweede lid kan het directiecomité afzien van de organisatie van de mondelinge of interactieve proef op basis van een gemotiveerde beslissing.

    Het directiecomité duidt de leden van de selectiecommissie voor de bevorderingsproeven aan.

    In afwijking van het vierde lid duidt de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning duidt de leden van de selectiecommissie aan in de volgende gevallen:

    - de betrekking wordt opengesteld voor bevordering naar de hogere klasse en voor mobiliteit, in toepassing van artikel 6bis, § 1, derde lid, tweede streepje, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;

    - de betrekking wordt opengesteld voor bevordering naar de hogere klasse en voor mobiliteit en er wordt gelijktijdig beroep gedaan op de aanwerving, in toepassing van artikel 6bis, § 1, vierde lid, van het voormelde koninklijk besluit."

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut

    Art. 3. In artikel 3, paragraaf 1, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2013, wordt de bepaling onder 23° vervangen als volgt:

    "23° Het huishoudelijk reglement van 4 augustus 2020 van de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning met betrekking tot de selecties en de taalexamens;".

    Art. 4. Artikel 6bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2016, wordt vervangen als volgt:

    " Art. 6bis. - Artikel 6bis moet als volgt worden gelezen:

    Art. 6bis. § 1. De benoemende overheid bepaalt welke vacant geworden betrekking wordt toegekend en volgens welke procedure.

    De betrekking kan altijd worden toegekend via overgang naar het hogere niveau als ze daarvoor in aanmerking komt.

    In geval van een betrekking in de klassen A2 tot A5, wordt er beroep gedaan:

    - hetzij alleen op de bevordering naar de hogere klasse van de ambtenaren van de betrokken instelling;

    - hetzij gelijktijdig op de bevordering naar de hogere klasse en op de mobiliteit.

    Voor de betrekkingen in de klassen A2 tot A4, wanneer de keuze wordt gemaakt de betrekking gelijktijdig open te stellen voor de bevordering naar de hogere klasse zonder zich te beperken tot de ambtenaren van de betrokken instelling en voor de mobiliteit, kan de benoemende overheid echter ook tegelijkertijd een beroep doen op de aanwerving. In dat geval leidt de procedure tot een reserve op basis van de rangschikking opgemaakt door het directieraad. De reserve heeft een geldigheidsduur van één jaar.

    Voor de klassen A3 en A4 kan er niet enkel een beroep gedaan worden op de aanwerving. Voor klasse A2, in afwijking van het derde lid, kan er enkel beroep gedaan worden op de aanwerving.

    Wanneer de betrekking wordt toegekend overeenkomstig de regels inzake aanwerving wordt van de kandidaten een nuttige ervaring voor de functie geëist van zes jaar voor de klasse A3 en van negen jaar voor de klasse A4.

    In afwijking van het vijfde en zesde lid, kunnen artsen meteen aangeworven worden in klasse A3, zonder dat er een nuttige professionele ervaring voor de functie vereist is."

    Art. 5. Artikelen 7, 8 en 8bis van hetzelfde besluit worden opgeheven.

    Art. 6. In artikel 9 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2015, worden de woorden de "afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning".

    HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel

    Art. 7. In hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende:

    "Art. 7bis. De kandidaat die zijn bijkomende proef wenst te annuleren, dient dit ten minste één kalenderdag op voorhand te melden. Indien de kandidaat deze voorwaarden niet respecteert, wordt hij gedurende drie maanden geweerd uit alle bijkomende proeven georganiseerd op dezelfde reserve vanaf de datum van de bijkomende proef waarvoor hij afwezig was.

    In afwijking van het eerste lid wordt de kandidaat niet geweerd, indien hij binnen de zeven kalenderdagen aantoont dat zijn afwezigheid gerechtvaardigd was wegens één van de volgende redenen:

    1. ziekte;

    2. een noodgeval met betrekking tot een gezinslid of een familielid;

    3. onmisbare aanwezigheid op het werk;

    4. een onderbreking of vertraging van het openbaar vervoer van minstens dertig minuten;

    5. overmacht.

      Onder gezinslid bedoeld in het tweede lid, 2°, wordt verstaan: elke persoon die samenleeft met de kandidaat op dezelfde woonplaats.

      Onder familielid bedoeld in het tweede lid, 2°, wordt verstaan: de echtgenoot van de kandidaat of de persoon met wie de kandidaat wettelijk samenwoont zoals geregeld in de artikelen 1475 en verder van het Burgerlijk Wetboek, alsook de bloedverwanten in de eerste of tweede graad van de kandidaat.

      De uitsluiting wordt aan de betrokkene betekend volgens de modaliteiten die de directeur-generaal heeft bepaald in het huishoudelijk reglement."

      HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966

      Art. 8. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 februari 2017, wordt aangevuld met de bepalingen onder 6° en 7°, luidende:

    6. "directeur-generaal": de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;

    7. "directoraat-generaal": het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning."

      Art. 9. In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".

      Art. 10. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    8. in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning" opgeheven;

    9. in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "of een door hem gecertificeerd personeelslid van een federale dienst" ingevoegd tussen de woorden "zijn directoraat-generaal" en de woorden "kan zijn";

    10. in het derde lid worden de woorden "van de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "van de directeur-generaal".

      Art. 11. In artikel 4 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    11. in paragraaf 2, derde streepje, worden de woorden "de Directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning" vervangen door de woorden "de directeur-generaal";

    12. in paragraaf 3 worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".

      Art. 12. In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 juli 2009, worden de woorden "De Afgevaardigd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT