Koninklijk besluit houdende aanwijzing van de personen die gemachtigd zijn geneesmiddelen af te leveren binnen het kader van de vaccinatiecampagne tegen COVID-19, de 14 mars 2021

Artikel 1. Overeenkomstig artikel 6, paragraaf 2, 8° van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, kunnen de geneesmiddelen die door de Staat worden aangekocht in het kader van de profylaxecampagne tegen het COVID-19 virus ter hand worden gesteld door een arts binnen een vaccinatiecentrum die daartoe is aangeduid overeenkomstig de toepasselijke regelgeving.

Deze arts dient ten gevolge hiervan beschouwd te worden als een persoon gemachtigd geneesmiddelen af te leveren aan het publiek zoals bedoeld in artikel 1, 24) van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen.

De terhandstelling door deze arts gebeurt binnen het kader van de taken die hij uitoefent in het vaccinatiecentrum waarvoor hij is aangesteld.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3. De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 14 maart 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,

Fr. VANDENBROUCKE .

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, artikel 3, paragraaf 2, ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006;

Gelet op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 17 juli 2015 en 27 juni 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 maart 2021;

Gelet op de wetten op de Raad van State...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT