Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het houden van de registers in de griffies van de hoven en rechtbanken, de 28 janvier 2019

HOOFDSTUK I. - Registratierechten

Artikel 1. De griffiers van de hoven van beroep, van de rechtbanken van eerste aanleg, van de ondernemingsrechtbanken, van de vredegerechten en van de politierechtbanken zijn verplicht, op straffe van een boete van 12,50 euro per overtreding, de arresten en vonnissen van de hoven en rechtbanken binnen tien dagen volgend op hun dagtekening mee te delen aan de ontvanger van het bevoegde kantoor Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Indien geen verplichting tot registratie bestaat, worden de arresten en vonnissen aan de griffier teruggegeven met aanduiding van de datum van hun mededeling en met een vermelding waaruit blijkt dat ze niet aan registratie onderworpen zijn. De arresten en vonnissen mogen niet langer gehouden worden dan nodig is.

Art. 2. Artikel 1 is niet van toepassing op:

  1. de arresten en vonnissen in strafzaken;

  2. de arresten en beschikkingen in kort geding;

  3. de beschikkingen op eenzijdig verzoekschrift en de beslissingen gewezen op hoger beroep daarvan;

  4. de beslissingen of maatregelen van inwendige aard, in de zin van artikel 1046 van het Gerechtelijk Wetboek;

  5. de arresten van de jeugdkamers van de hoven van beroep en de vonnissen van de jeugdrechtbanken;

  6. de arresten van de familiekamers van de hoven van beroep en de vonnissen van de familierechtbanken wanneer de eis een materie betreft die bedoeld is in artikel 572bis, 4° tot 7°, 12°, 14° en 15° van het Gerechtelijk Wetboek

    De Minister van Financiën kan andere afwijkingen van artikel 1 bepalen.

    HOOFDSTUK II. - Griffierechten

    Afdeling I. - Rolrechten

    Art. 3. De Federale Overheidsdienst Justitie maakt via een elektronische flux de lijsten met opeisbaar geworden rolrechten over aan de Federale Overheidsdienst Financiën binnen de drie werkdagen na de dag waarop ze opeisbaar zijn geworden.

    Een in het eerste lid bedoelde lijst bevat per zaak de volgende gegevens:

  7. een unieke code van referentie naar de zaak;

  8. het hof of de rechtbank waarbij de zaak op de rol werd gesteld;

  9. de datum waarop het rolrecht opeisbaar is geworden;

  10. het rolnummer van de zaak;

  11. de identificatie van de belastingschuldigen met vermelding van, indien beschikbaar, hun nationaal nummer, of bij gebrek daarvan hun identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid wanneer het natuurlijke personen betreft of hun identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen wanneer het rechtspersonen betreft;

  12. het bedrag van ieders belastingschuld met een unieke identificatiecode voor elk van die schulden;

  13. de vermelding voor elke belastingschuldige of hij voor de zaak al of niet geniet van rechtsbijstand als bedoeld in artikel 664 van het Gerechtelijk Wetboek;

  14. het totaal bedrag aan rolrechten dat wegens de zaak verschuldigd is.

    Art. 4. De Federale Overheidsdienst Financiën verzendt onverwijld aan elk van de belastingschuldigen een bericht waarin ze worden verzocht de belasting te betalen binnen vijftien kalenderdagen te rekenen vanaf de ontvangst ervan.

    Het betalingsbericht vermeldt de in artikel 3 bedoelde gegevens, het rekeningnummer waarop het verschuldigde bedrag moet worden betaald en de gegevens betreffende de dienst die toelichting kan geven bij het bericht. Het vermeldt tevens dat een administratieve boete van rechtswege verschuldigd zal zijn in geval de betaling niet wordt gedaan voor het verstrijken van de uiterste datum van betaling.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt het betalingsbericht geacht ontvangen te zijn de derde werkdag volgend op de afgifte ervan bij de universele postdienst.

    Art. 5. De administratieve boete wegens laattijdige betaling bedraagt de helft van het in artikel 2691 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten per zaak verschuldigde bedrag en dit ongeacht het aandeel van de betrokken belastingschuldige in dat bedrag, met een minimum van 25 euro.

    Art. 6. De rolrechten die niet tijdig worden betaald, worden ingevorderd op de wijze die in de artikelen 3 en volgende van de domaniale wet van 22 december 1949 is bepaald voor de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen. Voor de toepassing van artikel 3, § 2, van die wet, wordt het verschuldigde rolrecht geacht niet het voorwerp uit te maken van een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing houdende veroordeling tot de betaling ervan.

    In afwijking van het eerste lid is artikel 15, tweede lid, van de domaniale wet van 22 december 1949 niet van toepassing bij de invordering van de rolrechten.

    De administratieve boete wegens laattijdige betaling wordt ingevorderd zoals de rolrechten.

    Art. 7. De invordering van de rolrechten verjaart na 5 jaar te rekenen van de datum waarop de rechten opeisbaar zijn geworden.

    Afdeling II. - Opstelrechten en expeditierechten

    Art. 8. Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 283 en 284 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, worden de opstel- en expeditierechten gekweten door de griffiers van de hoven en rechtbanken door storting of overschrijving op de bankrekening van het bevoegde kantoor Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

    De belanghebbende partijen zijn verplicht in handen van de griffier een provisie te storten die voldoende is om de betaling van de rechten te dekken.

    Art. 9. De opstel- en expeditierechten worden door de ontvanger bedoeld in artikel 1, eerste lid, geheven binnen de eerste vijf werkdagen van iedere maand op zicht van een boekhoudkundige staat die door de griffier wordt opgemaakt en waarvan een model in bijlage bij dit besluit wordt gevoegd.

    Deze staat wordt opgemaakt in drie exemplaren. Een exemplaar wordt bewaard door de griffier. De twee andere worden ingediend bij de ontvanger bedoeld in het eerste lid die, na verificatie en heffing van de verschuldigde rechten, een exemplaar naar de griffier terugstuurt met vermelding van de geheven bedragen en de verwijzing naar de ontvangstboeking.

    De griffier verbeurt een boete van 12,50 euro per dag vertraging in de mededeling van de boekhoudkundige staat en de betaling der rechten.

    Art. 10. De expedities, afschriften of uittreksels, die aan het expeditierecht onderworpen zijn, bevatten de volgende door de griffier ondertekende vermeldingen:

    1 de datum van de uitgifte van de expeditie, het afschrift of het uittreksel;

  15. de verwijzing naar het register van de opstel- en expeditierechten bedoeld in artikel 17;

    3 het aantal overgenomen bladzijden;

  16. het totaalbedrag van de betaalde rechten.

    Art. 11. Op straffe van persoonlijk de griffierechten te moeten betalen en van een administratieve boete van 25 euro voor iedere overtreding, mag de griffier geen akte, expeditie, afschrift of uittreksel afleveren vooraleer het verschuldigd opstel- of expeditierecht door de belanghebbende partij werd betaald.

    Deze bepaling is niet toepasselijk wanneer de rechten in debet vereffend worden.

    Art. 12. De teruggave van geïnde opstel- en expeditierechten wordt gedaan, wanneer daartoe aanleiding bestaat, door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

    Art. 13. De griffier vermeldt onderaan op de akten in minuut of in brevet, onderaan op de expedities, afschriften of uittreksels die hij aflevert, en bij ontstentenis, op een staat die hij ondertekent en aan de partij overhandigt, de uitvoerige opgave van de voorschotten en van de verscheidene geheven of in debet vereffende rechten en, wanneer, daartoe aanleiding bestaat, het aantal bladzijden alsmede de volgnummers waaronder de voorschotten en rechten in de registers zijn ingeschreven.

    HOOFDSTUK III. - Het houden van registers in de griffies

    Afdeling I. - Algemene bepalingen

    Art. 14. Benevens de andere registers waarvan het houden door de wet wordt voorgeschreven, worden in de griffies de hierna vermelde registers gehouden:

  17. het register van de opstel- en expeditierechten;

  18. het register van de ontvangsten en uitgaven;

  19. het register van de provisies;

  20. het register van de rechten in debet.

    Art. 15. De griffiers mogen met de ontvanger Rechtszekerheid een afzonderlijke rekening houden, en met de advocaten, de gerechtsdeurwaarders en de curatoren van faillissementen een lopende rekening voeren. Na toelating van de magistraat die belast is met het toezicht op de griffie mogen de griffiers ook met andere personen een lopende rekening voeren, wanneer dit door de omstandigheden wordt gewettigd.

    Afdeling II. - Rollen

    Art. 16. Iedere inschrijving op de algemene rol, op de rol van de vorderingen in kort geding, op de rol van de verzoekschriften of op de rol van de overeenkomstig artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek ingeleide vorderingen op verzoekschrift, krijgt een volgnummer en bevat de aanduidingen die worden voorgeschreven bij artikel 711 van het Gerechtelijk Wetboek.

    Ieder vonnis of beschikking moet het nummer vermelden van de algemene rol, van de rol van de vorderingen in kort geding, van de rol van de verzoekschriften of op de rol van de overeenkomstig artikel 1675/4 Ger. W. ingeleide vorderingen op verzoekschrift waaronder de zaak wordt ingeschreven.

    Afdeling III. - Register van opstel- en expeditierechten

    Art. 17. In het register van de opstel- en expeditierechten worden, dag na dag en onder afzonderlijke volgnummers, alle akten ingeschreven die tot een opstelrecht aanleiding geven alsmede alle uitgiften van expedities, afschriften of uittreksels die een expeditierecht opeisbaar maken.

    Iedere inschrijving inzake het expeditierecht dient de volgende vermeldingen te dragen:

    1 het aantal overgenomen bladzijden;

    2 het toepasselijk tarief;

    3 het totaalbedrag van de verschuldigde rechten.

    Afdeling IV. - Register van de ontvangsten en uitgaven

    Art. 18. De griffier schrijft in het register van de ontvangsten en uitgaven, onder afzonderlijke volgnummers, al de ontvangsten en al de uitgaven van bedragen en waarden in die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT