Koninklijk besluit betreffende de transactie bij inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, de 24 novembre 2019

Artikel 1. De processen-verbaal houdende vaststelling van inbreuken bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, hierna te noemen de wet van 6 juli 1976, opgemaakt door de ambtenaren aangesteld door de minister bevoegd voor Economie, worden overgezonden aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Art. 2. De bedragen die bij wijze van transactie in de zin van artikel 4/2 van de wet van 6 juli 1976, ter betaling worden voorgesteld aan de overtreder, mogen:

  1. niet lager zijn dan 26 euro, en niet hoger dan 4.000 euro voor de inbreuken bedoeld in artikel 5 van de wet van 6 juli 1976;

  2. niet lager zijn dan 100 euro, en niet hoger dan 8.000 euro voor de inbreuken bedoeld in artikel 6 van de wet van 6 juli 1976.

Art. 3. Elk voorstel tot betaling wordt, binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, aan de overtreder toegezonden bij aangetekende zending.

Het voorstel vermeldt de termijn waarbinnen de betaling moet worden gedaan, het rekeningnummer waarop de betaling dient te gebeuren, de houder van die rekening en de betalingsreferentie.

Art. 4. Indien geen voorstel tot betaling wordt gedaan binnen de termijn bepaald in artikel 3, eerste lid, wordt het proces-verbaal overgezonden aan de procureur des Konings.

Art. 5. Bij niet-betaling binnen de termijn vermeld in het voorstel tot betaling, wordt het proces-verbaal overgezonden aan de procureur des Konings.

Art. 6. De minister bevoegd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT