Koninklijk besluit betreffende de registratie als auditors of auditorganisaties van derde landen in het openbaar register van de bedrijfsrevisoren en het publiek toezicht, de kwaliteitscontrole en het toezicht op auditors en auditorganisaties van derde landen, de 27 novembre 2022

TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad, gewijzigd bij de richtlijnen 2008/30/EG van 11 maart 2008, 2013/34/EU van 26 juni 2013, en 2014/56/EU van 16 april 2014.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. richtlijn 2006/43/EG: de richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad, gewijzigd bij de richtlijnen 2008/30/EG van 11 maart 2008, 2013/34/EU van 26 juni 2013, en 2014/56/EU van 16 april 2014;

  2. wet: de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren;

  3. koninklijk besluit van 3 december 2017: het koninklijk besluit van 3 december 2017 betreffende de nationale samenwerking tussen het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, de Hoge Raad voor de economische beroepen en de minister bevoegd voor Economie, alsook betreffende de internationale samenwerking met derde landen;

  4. College: het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, opgericht bij artikel 32 van de wet;

  5. Hoge Raad: de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, opgericht bij artikel 79 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur;

  6. Instituut: het Instituut van de Bedrijfsrevisoren bedoeld in artikel 64 van de wet;

  7. Raad: de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren;

  8. auditor van een derde land: de auditor bedoeld in artikel 3, 6°, van de wet;

  9. auditorganisatie van een derde land: de organisatie bedoeld in artikel 3, 6°, van de wet;

  10. openbaar register: het openbaar register bedoeld in artikel 10 van de wet.

    Art. 3. § 1. Overeenkomstig artikel 41, § 1, 2°, van de wet is de registratie van de auditors en auditorganisaties van derde land een opdracht van het College dat aan het Instituut is gedelegeerd.

    § 2. Het Instituut stelt het College binnen een termijn van zes weken na ontvangst van het volledige dossier van aanvraag tot registratie in kennis van de overeenkomstig paragraaf 1 genomen beslissingen.

    Het College kan binnen een termijn van twee maanden na de datum van toezending van de beslissing er zich tegen verzetten. In geval van verzet, treedt de beslissing van het College in de plaats van de beslissing van het Instituut.

    § 3. Het College kan het Instituut vragen bijkomende informatie over te maken of specifieke stappen te ondernemen.

    In dat geval wordt de termijn bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, geschorst tot de dag waarop het Instituut de aanvullende informatie of het resultaat van de ondernomen specifieke stappen heeft meegedeeld.

    § 4. De beslissingen van het Instituut hebben pas uitwerking na afloop van de termijn waarbinnen het College zich kan verzetten, bedoeld in paragrafen 2 en 3, en worden, eens die termijnen waarbinnen het College zich kan verzetten zijn verstreken, en zonder verzet door het College, geacht door het College te zijn genomen.

    TITEL 2. - Registratie van auditors en auditorganisaties van derde landen

    HOOFDSTUK 1. - Auditors van een derde land

    Afdeling 1. - Registratievoorwaarden

    Art. 4. Een auditor van een derde land wordt in het openbaar register geregistreerd wanneer volgende voorwaarden zijn vervuld:

  11. de auditor van een derde land voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan de eisen inzake:

    1. betrouwbaarheid, bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, van de wet;

    2. opleiding, bedoeld in artikel 5, § 1, 3°, van de wet;

    3. het bekwaamheidsexamen, bedoeld in artikel 5, § 1, 4°, van de wet;

    4. de stage-examens, bedoeld in de artikelen 28 en 29 van het koninklijk besluit van 17 augustus 2018 betreffende de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor;

    5. de stage, bedoeld in artikel 5, § 1, 4°, van de wet;

    6. onafhankelijkheid en objectiviteit, hieronder mede begrepen alle elementen vermeld in de artikelen 12, 13 en 16 van de wet;

    7. honoraria voor de wettelijke controle van de jaarrekening, bedoeld in artikel 20 van de wet.

  12. de wettelijke controle van de jaarrekening uitgevoerd door de auditor van een derde land wordt uitgevoerd overeenkomstig de normen en aanbevelingen als bedoeld in artikel 31 van de wet of gelijkwaardige normen en vereisten;

  13. de auditor van een derde land maakt op zijn website een jaarlijks transparantieverslag openbaar overeenkomstig artikel 23 van de wet, of voldoet aan gelijkwaardige openbaarmakingseisen.

    Art. 5. § 1. Het Instituut kan de registratie van een auditor van een derde land in het openbaar register intrekken indien niet langer aan de in artikel 4 genoemde voorwaarden wordt voldaan, met uitzondering van de voorwaarde bepaald in artikel 4, 1°, a).

    Het Instituut trekt de registratie van een auditor van een derde land in het openbaar register in wanneer niet meer is voldaan aan de voorwaarde bedoeld artikel 4, 1°, a).

    § 2. Het Instituut stelt het College op de hoogte van de in paragraaf 1 bedoelde beslissingen.

    Het College kan binnen een termijn van twee maanden na de datum van toezending van de beslissing van het Instituut er zich tegen verzetten. In geval van verzet, treedt de beslissing van het College in de plaats van de beslissing van het Instituut.

    § 3. Het College kan het Instituut vragen bijkomende informatie over te maken of specifieke stappen te ondernemen.

    In dat geval wordt de termijn bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, geschorst tot de dag waarop het Instituut de aanvullende informatie of het resultaat van de ondernomen specifieke stappen heeft meegedeeld.

    § 4. De beslissingen van het Instituut hebben pas uitwerking na afloop van de in paragrafen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, bedoelde termijnen waarbinnen het College zich kan verzetten.

    Art. 6. § 1. De gelijkwaardigheid bedoeld in artikel 4, , wordt overeenkomstig artikel 45, lid 6, van Richtlijn 2006/43/EG beoordeeld door de Europese Commissie of, zolang de Europese Commissie een dergelijke besluit niet heeft genomen, door het Instituut.

    § 2. Indien de Europese Commissie, overeenkomstig paragraaf 1, een besluit van gelijkwaardigheid heeft genomen, baseert het Instituut zich op deze gelijkwaardigheid.

    § 3. Bij gebrek aan een besluit van de Europese Commissie inzake gelijkwaardigheid stelt het Instituut het College in kennis van zijn beslissing bedoeld in artikel 3, § 2.

    Op voorwaarde dat het College het dossier ontvankelijk en gegrond acht, evalueert het College de gelijkwaardigheid bedoeld in artikel 4, 2°, en raadpleegt vervolgens de minister bevoegd voor Economie, de Hoge Raad alsook het Instituut met betrekking tot de door het College gedane evaluatie van de gelijkwaardigheid.

    De minister bevoegd voor Economie, de Hoge Raad alsook het Instituut maken hun eventuele opmerkingen over aan het College binnen een termijn van vier weken te rekenen na ontvangst van het verzoek van het College.

    § 4. Ingeval van erkenning van de gelijkwaardigheid beslist door het College, zet het College de behandeling van de aanvraag tot registratie voort.

    De beslissing van de erkenning van de gelijkwaardigheid genomen door het College wordt op de website van het College gepubliceerd. Deze beslissing is geldig voor een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de bekendmaking op de website van het College, onder voorbehoud van een besluit bedoeld in artikel 45, lid 6, van richtlijn 2006/43/EG genomen door de Europese Commissie gedurende deze periode.

    § 5. Bij gebrek aan erkenning van de gelijkwaardigheid door het College, verzet het College zich tegen de beslissing bedoeld in artikel 3, § 2.

    Afdeling 2. - Indiening van de registratieaanvraag

    Art. 7. § 1. De auditor van een derde land die bij het Instituut een aanvraag tot registratie in het openbaar register indient, voegt bij zijn aanvraag een dossier dat ten minste de volgende gegevens en documenten bevat:

  14. de datum van de aanvraag;

  15. een identiteitsbewijs van de auditor van een derde land;

  16. het adres, het professioneel telefoonnummer en het professioneel e-mailadres van de auditor van een derde land;

  17. de naam en de contactgegevens van de bevoegde autoriteiten van het derde land of de derde landen waar de auditor van een derde land is geregistreerd alsook de datum en het registratienummer;

  18. het adres van de website van de auditor van een derde land waarop het in artikel 4, 3°, bedoelde jaarlijkse transparantieverslag wordt gepubliceerd of, bij gebrek daaraan, een vermelding van de wijze waarop de auditor van een derde land voldoet aan gelijkwaardige openbaarmakingseisen;

  19. in voorkomend geval, de naam, het adres van de maatschappelijke zetel en het registratienummer van de entiteit of entiteiten waarbij de auditor van een derde land werkzaam is of waaraan hij verbonden is, met vermelding van het type relatie en of hij handtekeningsbevoegdheid heeft;

  20. een attest afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het derde land betreffende de naleving van de voorwaarden bedoeld in artikel 4, 1°. Wanneer de afgifte van een zodanig attest in het betrokken derde land niet kan worden bekomen, maakt de auditor een schriftelijke verklaring over waarin hij bevestigt te voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 4, 1° ;

  21. wanneer de auditor van een derde land is geregistreerd in het openbaar register van een andere lidstaat, de naam van de bevoegde autoriteiten van die lidstaat alsook de registratiedatum en het -nummer;

  22. wanneer een aanvraag tot registratie in het openbaar register van een andere lidstaat in behandeling is, de naam van de bevoegde autoriteiten van die lidstaat en de datum van de aanvraag tot registratie;

  23. wanneer de auditor van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT