Koninklijk besluit betreffende de minimumvereisten inzake personeel en organisatorische, technische en infrastructurele middelen van bewakingsondernemingen, interne bewakingsdiensten en veiligheidsdiensten, de 25 avril 2021

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In het kader van de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de wet: de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van private en bijzondere veiligheid;

  2. de ITS-kaderwet: de wet van 17 augustus 2013 tot creatie van het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen en tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;

  3. de EU-verordening 305/2013: de gedelegeerde verordening (EU) Nr. 305/2013 van de commissie van 26 november 2012 tot aanvulling van de Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft;

  4. reactietijd: de tijd die verloopt tussen de registratie van een oproep door een ontvangstsysteem en de eerste actie uitgevoerd door een operator van een alarmcentrale;

  5. administratie: de Directie Private Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;

  6. strategisch leidinggevende : de persoon, zoals bedoeld in artikel 2, 25°, van de wet, die :

    1. de leiding heeft over het geheel van de bewakingsonderneming of interne bewakings- of veiligheidsdienst,

    2. gezag uitoefent over alle bewakings- of veiligheidsagenten van de bewakingsonderneming of interne bewakings- of veiligheidsdienst of

    3. gezag uitoefent over andere strategisch of operationeel leidinggevenden van de bewakingsonderneming of interne bewakings- of veiligheidsdienst;

  7. operationeel leidinggevende: leidinggevend personeelslid dat gezag uitoefent over meer dan 15 bewakings- of veiligheidsagenten zonder dat dit verantwoordelijkheden inhoudt van een strategisch leidinggevende;

  8. rechtsbijstandverzekering : verzekeringsovereenkomst zoals bedoeld in deel 4, titel III, hoofdstuk 4 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen;

  9. inspectieinstelling: een onafhankelijke instelling die minstens voldoet aan de criteria van de norm EN-ISO/IEC 17020;

  10. kantooruren: de periode tussen 9 uur en 17 uur;

  11. werkdag: elke dag andere dan een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag;

  12. minister: de minister van Binnenlandse Zaken;

  13. goederenalarmsysteem : alarmsysteem bestemd om misdrijven tegen goederen te voorkomen of vast te stellen;

  14. veiligheid van de informatie : bescherming van de vertrouwelijkheid, de integriteit en de beschikbaarheid van de informatie;

  15. de Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);

  16. infrastructuur : een gebouw, een deel van een gebouw of een tijdelijke of permanente structuur die door een onderneming of dienst wordt gebruikt ter ondersteuning van haar algemene werking.

    HOOFDSTUK 2. - Vereisten voor de uitoefening van bewakingsactiviteiten

    Art. 2. § 1. De bewakingsondernemingen en de interne bewakings- en veiligheidsdiensten met minder dan 50 bewakings- of veiligheidsagenten beschikken over minstens één strategisch leidinggevende.

    De bewakingsondernemingen en de interne bewakings- en veiligheidsdiensten met 50 of meer bewakings- of veiligheidsagenten beschikken over minstens twee strategisch leidinggevenden.

    Het bepalen van het aantal agenten binnen een onderneming of dienst in de zin van het eerste en tweede lid, wordt gebaseerd op het totaal aantal agenten dat binnen de betrokken onderneming of dienst over een geldige identificatiekaart dient te beschikken.

    § 2. Voor de bewakingsondernemingen, natuurlijk persoon, is minstens de betrokken natuurlijke persoon strategisch leidinggevende.

    Voor de bewakingsondernemingen, rechtspersoon, zijn minstens, naar gelang het geval, volgende personen strategisch leidinggevenden:

    - de zaakvoerders;

    - de afgevaardigde bestuurders, alsmede de andere bestuurders die ingevolge de bepalingen van de statuten van de onderneming, gemachtigd zijn om, alleen of samen met andere bestuurders, de onderneming te binden.

    Voor de interne bewakings- en veiligheidsdiensten zijn minstens de personen die de functionele leiding uitoefenen over het geheel van de dienst strategisch leidinggevenden.

    § 3. Indien de enige strategisch leidinggevende van een vergunde bewakingsonderneming of van een vergunde interne bewakings- of veiligheidsdienst de onderneming of dienst verlaat, wordt de onderneming of dienst toch geacht te voldoen aan de in dit artikel voorziene minimale personeelsvoorwaarde, indien volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:

  17. het vertrek van de enige strategisch leidinggevende is het gevolg van :

    - de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur door de onderneming of dienst omwille van een dringende reden of

    - de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur zonder opzeggingstermijn door de strategisch leidinggevende zelf of

    - het overlijden van de betrokkene;

  18. de administratie werd binnen de vijf werkdagen per e-mail in kennis gesteld van de situatie bedoeld onder 1° en van de contactgegevens van de persoon die als waarnemer wordt aangeduid binnen de onderneming of dienst.

    Binnen de zes maanden na de datum van aanvang van de situatie bedoeld onder 1° van het eerste lid, dient de bewakingsonderneming of de interne bewakings- of veiligheidsdienst terug te beschikken over een strategisch leidinggevende.

    Art. 3. Onverminderd andere hogere vereisten in de wet of haar uitvoeringsbesluiten, dient elke bewakingsonderneming, interne bewakings- of veiligheidsdienst, per activiteit waarvoor ze de vergunning aanvraagt, te beschikken over minstens één personeelslid dat voldoet aan de opleidingsvoorwaarden die, in uitvoering van artikel 61, 4°, van de wet, specifiek vereist zijn voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT